De laatste hand wordt gelegd aan een ‘structuurvisie ondergrond’. Het maatschappelijk belang is enorm en ook hier is een effectieve regie nodig door de gemeente.
– opinie – Durk Groenveld
In Nederland ligt voor 340.000 km aan elektriciteitskabels en 133.000 km aan gasleidingen in de ondergrond. Dit omvangrijke netwerk van kabels en leidingen verzorgt het transport van energie en is daarmee van groot maatschappelijk belang voor de Nederlandse energievoorziening. In de praktijk blijkt echter dat deze bestaande ligging van de energie-infrastructuur geen sinecure is. Het gaat daarbij niet alleen om de ruim 10.000 stroomstoringen en 10 gasongevallen die elk jaar worden veroorzaakt door onzorgvuldig graven in de ondergrond.
De ervaring leert dat energienetbeheerders, en dat geldt ook voor andere netbeheerders, vaak in een te laat stadium worden betrokken bij bouw- en gebiedsontwikkelingsplannen. Het verleggen van kabels en leidingen – om een praktisch voorbeeld te noemen – is in de meeste gevallen dan niet meer te voorkomen. Vervolgens kunnen er in de uitvoeringsfase van een bouw- of gebiedsontwikkelingsproject problemen ontstaan, omdat als gevolg van beperkte ruimte in de ondergrond de betreffende kabels en leidingen moeten worden verlegd naar een voor netbeheerders lastig te bereiken plaats. Om deze problematiek te voorkomen en maatschappelijke kosten zoveel mogelijk te verminderen, is het noodzakelijk dat gemeenten een sterke regierol vervullen.
Integrale benadering
Een effectieve regierol van gemeenten kan alleen worden uitgeoefend als de ondergrond – ten opzichte van de bovengrond – integraal wordt meegenomen in het gemeentelijke ruimtelijke ordeningsbeleid. Een goede regie op de ondergrond vergt namelijk een ruimtelijke planning op lange termijn. Deze lange termijn-benadering betekent dan ook dat energienetbeheerders en andere netbeheerders, zoals waterleidingbedrijven, al in de eerste fase van de planvorming met gemeentelijke beleidsmakers over ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling structureel overleg moeten voeren.
In vervolg hierop kunnen uitvoeringsgerichte werkafspraken door betrokken partijen bijvoorbeeld in een convenant worden uitgewerkt, waarbij op gemeentelijk niveau de beheerders van de openbare ruimte een sterke regierol vervullen. Een goed praktijkvoorbeeld betreft het convenant dat de gemeente Tilburg, energienetbeheerder Enexis en Brabant Water vorig jaar hebben gesloten. In dit convenant zijn afspraken neergelegd over het afstemmen van lange termijnplannen voor gasnet- en waterleidinginvesteringen in gemeentelijke bouw- en gebiedsontwikkelingsprojecten.
Het maatschappelijk belang van de ondergrond is sinds enige tijd ook doorgedrongen bij de rijksoverheid. Het ministerie van Infrastructuur & Milieu werkt – in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken – momenteel aan de uitwerking van de Structuurvisie Ondergrond (STRONG). Deze Structuurvisie is al in december 2011 formeel aangekondigd, waarbij de nadruk werd gelegd op nationale belangen in de diepe ondergrond, zoals de bescherming van de drinkwaterwinning.
In de zomer van 2012 is gelukkig het inzicht ontstaan dat een efficiënt gebruik van de totale ondergrond vraagt om een integrale benadering, d.w.z. een zorgvuldige afstemming tussen de verschillende functies in de ondergrond én met de bovengrondse functies. Momenteel wordt in overleg met decentrale overheden en maatschappelijke organisaties de Structuurvisie Ondergrond nader uitgewerkt. De Structuurvisie Ondergrond zal naar verwachting begin 2015 zijn afgerond.
Kosten
Voor de gewenste versterking van de regierol voor gemeenten kan de definitieve Structuurvisie Ondergrond als noodzakelijke aanjager voor gemeenten fungeren. Deze Structuurvisie kan gemeenten in het kader van hun ruimtelijke planvorming namelijk sturing geven als het gaat om het afwegen van de belangen in de ondergrond. De verankering van het belang van energie-infra-structuur in het lokale (ondergrondse) ruimtelijke ordeningsbeleid, bij voorkeur in de vorm van een nutsvoorzieningenparagraaf in het gemeentelijk bestemmingsplan of omgevingsvisie, zal daarnaast voldoende ruimte voor de energie-infrastructuur in de ondergrond moeten waarborgen en een ongestoorde ligging hiervan moeten ondersteunen.
Niet alleen is de continuïteit van de Nederlandse energievoorziening hierbij gebaat, maar uiteindelijk zal deze integrale benadering ook resulteren in beheersing van maatschappelijke kosten. Praktisch vertaald, zowel burgers als bedrijven zitten er niet op te wachten dat zij binnen een jaar drie keer met een opengebroken straat komen te zitten.
Over de auteur: Durk Groenveld is als jurist werkzaam bij Netbeheer Nederland
Geef een reactie