Dorpsbewoners staan positief tegenover lokale inzet door bewoners, maar zijn kritisch over de gemeente. Slechts 43 procent vindt dat de gemeente openstaat voor bewonersinitiatieven.
Zo luidt een van de conclusies uit de SCP-publicatie “De dorpse doe-democratie”, dat bewonersinzet bekijkt vanuit verschillende groepen dorpsbewoners.
Relatie met gemeente
Vier op vijf (81%) dorpsbewoners heeft ‘veel waardering voor de dingen die bewoners organiseren’ en evenveel bewoners onderschrijven de stelling ‘bewoners moeten samen zorgen dat het hier goed leven is voor álle bewoners’. Over de dorpsraad zijn de meningen meer verdeeld en over de gemeente zelfs erg kritisch.
De warme houding ten opzichte van de inspanningen van medebewoners ten opzichte van de kritische houding ten opzichte van de gemeente, kan gezien worden als een ondersteuning van het idee dat de lokale doe-democratie nastrevenswaardig is. Toch kan ook een samenleving waarin bewoners meer voor het zeggen hebben niet heen om een goede relatie tussen bewoners en gemeente.
Leefbaarheid
Naarmate dorpsbewoners positiever zijn over de leefbaarheid van het dorp, zijn zij eerder geneigd tot vrijwilligerswerk en besteden ze hier ook meer uren aan. Dit lijkt te wijzen op een positieve motivatie van waaruit bewoners zich inzetten. Bij een mindere leefbaarheid zullen zij immers minder plezier of voldoening ontlenen aan de inzet, kunnen zij hun aandacht en betrokkenheid makkelijk verleggen naar andere terreinen.
Krimp
Dit brengt een risico met zich mee. Waar de overheid haar inspanningen terugschroeft, kan de leefbaarheid hier onder leiden. Het is een reëel risico dat dit de motivatie van bewoners aantast om zich voor het dorp in te zetten. Ook andere omstandigheden die de leefbaarheid onder druk zetten (bijvoorbeeld krimp) kunnen ten koste gaan van de inzet van bewoners.
De publicatie is onderdeel van onderzoeksprogramma Sociale Staat van het Platteland (SSP) dat het SCP uitvoert in opdracht van EZ.
Geef een reactie