Gemeenten hebben meer aandacht voor de toegankelijkheid van natuur in de stad. De Vogelbescherming ziet steeds meer gemeenten aanhaken aan bij hun programma gericht op het verbeteren van stadsnatuur. Volgens de organisatie een belangrijke ontwikkeling in de almaar doorgaande verstedelijking.
Zo kunnen corporaties en projectontwikkelaars bij nieuwbouw of grote renovatieprojecten rekening houden met de natuur in hun keuze voor ‘groene’ stedenbouwkundigen en (landschaps)architecten. “Hoe vroeger de natuur in het ontwerpen van stad, wijk, of buurt wordt betrokken, hoe gemakkelijker dat gaat. Kijk bij het ontwerp en de planning van nieuwe wijken dus niet alleen naar wonen, economie en mobiliteit, maar ook naar natuur.” Dat zei de Britse Redmond O’Hanlon onlangs tijdens de Stadsvogelconferentie van de Vogelbescherming.
Gemeentelijk beleid
Ook Jip Louwe Kooijmans, stadsvogeldeskundige van Vogelbescherming adviseert gemeenten al bij de bouwplannen rekening te houden met de natuur. “Als je bouwt, houd je rekening met vogels en natuur. Dat is niet strijdig met het ontwerp of comfort, het is kostenneutraal en zorgt voor een betere leefomgeving. Dit moet overal gemeentelijk beleid worden en de gemeente moet met die boodschap voorop lopen. Het is nu nog te vaak afhankelijk van individuen.”
Volgens Kooijmans kunnen gemeentes ook in oude steden of stadsdelen veel doen om de kwaliteit van het leefgebied te vergroten voor mensen, dieren en planten:
- Zoals de openbare ruimte beplanten met inheemse vegetatie en gifvrij beheren.
- Bij alle renovatieprojecten nestkasten, neststenen en vogelvides plaatsen.
- Multifunctioneel gebruik maken van de ruimte: groene daken, groene gevels en half bestrating.
- Inwoners informeren: leg aan bewoners (en ook scholen) uit wat zij kunnen doen. Sluit je als gemeente bijvoorbeeld aan bij project Steenbreek.
Geef een reactie