Twintig jaar vrije taximarkt heeft niet echt gewerkt. Niet voor de tarieven en niet voor de kwaliteit. Gemeenten hebben er wel overlast bij gekregen.
Dat wordt duidelijk uit een artikel in ESB (pdf). Twee decennia na dato werkt de taximarkt ‘nog niet volledig goed,’ zo vat het economenblad de operatie samen. Kwink-adviseurs Sietse Compagner en Jakar Westerbeek maken de balans op. Lagere prijzen en betere kwaliteit, dat was de bekende mantra waaronder de ‘vrije markt’ voor taxivervoer werd geïntroduceerd.
Quota en vaste tarieven
Waar ging het ook alweer om? ‘Onderdeel van dit pakket aan maatregelen was het opheffen van de quota op de uitgifte van taxivergunningen en het loslaten van de vaste tarieven.’ Redenerend volgens de wet van vraag en aanbod leek de heilzame werking van dit recept een inkoppertje. Met de invoering van de Wet personenvervoer 2000 (Wp2000) zag de nieuwe Nederlandse taximarkt op het moment van de millenniumwisseling het levenslicht.
Maar zoals uit een onderzoek vorig jaar al bleek: ‘Ongewenst gedrag van taxichauffeurs, zoals ritweigering, komt nog steeds voor en er zijn geen signalen dat er sprake is van prijsdifferentiatie.’ Sindsdien werd het niet plotseling beter, de problemen lijken eerder weer te pieken door de komst van Uber. Het Amerikaanse platform brengt extra spanningen met zich mee. Verhalen doen de ronde over wantoestanden met vergunningen. De gemeente Amsterdam kondigde vorige maand nog een kersverse oplossing aan.
Ongelijk speelveld
De gevestigde chauffeurs vinden de lichtere vergunningeisen voor Uber daarbij onaanvaardbaar. De auteurs van het evaluerende stuk tonen daarvoor begrip. Momenteel zou er sprake zijn van een ongelijk speelveld. Ze raden aan ‘de regulering van beide markten op elkaar af te stemmen, of in zijn geheel afscheid te nemen van het juridische verschil tussen beide markten’.
Taxi’s in de steden vormen een toenemende bron van overlast, dat is de bijvangst van de marktwerking. Met ‘hinderlijk rijgedrag’ en chauffeurs die ’s nachts de straten afschuimen op zoek naar klanten. De Wp2000 is daarbij onbruikbaar, want die is ‘enkel gericht op kwaliteit voor de reiziger’. Gemeenten moeten zelf initiatieven ontwikkelen op het gebied van openbare orde en ruimte om dergelijke ongewenste verschijnselen te beteugelen.
Knopen doorhakken
Een goed werkend ‘reputatiemechanisme’, van meet af aan beschouwd als aanjager van gezonde marktwerking, is er ook nog steeds niet, aldus Compagner en Westerbeek. Hierover moeten nodig knopen worden doorgehakt. ‘Wie is er verantwoordelijk voor de totstandkoming? Beleidsmakers kunnen dit aan de markt overlaten of ingrijpen. Dit vraagt om een principiële keuze.’
Geef een reactie