Groningen, Friesland, Gelderland, Zeeland en Limburg hebben samen een brief geschreven over krimpregio’s.
In deze provincies liggen de regio’s die het meest kampen met de negatieve gevolgen van de bevolkingsdaling. De vijf zien graag een nieuwe koers, schrijven ze aan de Tweede Kamer. Ze willen meer geld van de rijksoverheid.
De afgelopen jaren zijn rijksoverheid, provincies, regio’s en gemeenten al bezig om de gevolgen van de bevolkingsdaling (krimp) op te vangen. Provincies, regio’s en gemeenten zetten al maximaal in op goed wonen, werken en leven in de krimpregio’s. Maar om die economisch goed te laten draaien is ook inzet van het rijk nodig, en investering in de arbeidsmarkt, bereikbaarheid, particuliere woningvoorraad en de aanpak van leegstaande panden.
De provincies vinden dat er voor hun krimpregio’s een structureel investeringspakket nodig is van het rijk: een meerjarige impuls van 350 tot 400 miljoen per jaar over een periode van 15 tot 20 jaar.
De Achterhoek, De Marne, Eemsdelta, Oost-Groningen, Maastricht-Heuvelland, Parkstad, Westelijke Mijnstreek, Zeeuws-Vlaanderen en Noordoost-Fryslân zijn door het rijk erkende krimpregio’s.
Geef een reactie