Gemeenten krijgen meer beleidsruimte bij het bepalen van de normen voor geluidsoverlast. Op die manier zijn lokale overheden ‘goed in staat om met lokaal maatwerk en slimme oplossingen een goede leefomgeving en een goede bereikbaarheid te realiseren’.
Dat schrijft het kabinet in een wetsvoorstel dat eerder deze maand is ingediend bij de Tweede Kamer. De Aanvullingswet geluid Omgevingswet moet de bestaande wettelijke normen voor bijvoorbeeld geluidsproductie onderbrengen in de Omgevingswet, die volgens de planning in 2021 van kracht wordt. Volgens het kabinet wordt een ‘ten minste gelijkwaardig beschermingsniveau’ geboden, maar dan eenvoudiger.
Voer voor specialisten
‘De Wet geluidhinder is sinds de inwerkingtreding vele malen gewijzigd. Ook de uitvoeringsregelgeving is vaak gewijzigd. Onder andere door deze vele aanpassingen wordt de geluidregelgeving ervaren als bijzonder complexe regelgeving die alleen nog voor specialisten te doorgronden is,’ schrijven de verantwoordelijke staatssecretaris Van Veldhoven (Infrastructuur en Milieu) en minister Ollongren (Binnenlandse Zaken).
Meer herrie?
Puur op basis van de toegestane normen zou onder de nieuwe wet meer herrie worden toegestaan. ‘Het enkel beoordelen van het nieuwe systeem aan de getalswaarden zou het nieuwe stelsel geen recht doen,’ schrijven de bewindslieden daarover. ‘Naast de getalswaarden gaat het immers ook om andere aspecten, zoals het moment van toetsing aan de normen en de wijze waarop het bevoegd gezag een afweging zal maken.’
Permanente bescherming
Bovendien biedt het nieuwe stelsel ‘permanente bescherming’ volgens het kabinet. De huidige regels ‘worden alleen toegepast bij bepaalde ontwikkelingen, zoals besluitvorming over veranderingen aan een weg of spoorweg, en over de bouw van geluidgevoelige objecten nabij de geluidbron’.
Geef een reactie