Besparingen van tientallen procenten, sterke verhoging van de arbeidsvreugde voor ambtenaren en imagoverbetering voor gemeenten.
Bij het lezen van het artikel van Tjerk Gualthérie van Weezel over shared space moest ik denken aan een voorval van enkele jaren geleden. Een groep toeristen was op safari in de Serengeti. De pick-up stopte op enige afstand van een groep leeuwen die onder een boom lagen. Een man sprong van de truck af om dichterbij te filmen. Waarop de gids hem snel weer terug liet klimmen. Oprecht verbaasd vroeg de man aan de gids: “Dit is toch een georganiseerde reis?” Waarop de gids droog antwoordde: “Klopt, maar dat weten die leeuwen niet”.
Het verkeer lijkt ook wel op een georganiseerde reis. De overheid heeft sterk de neiging om ons denken overbodig te maken. De gedachte is blijkbaar dat ik op het moment dat ik de deur uit ga verander in een hersenloos wezen dat op elke stap van zijn reis door de stadsjungle geholpen moet worden met een woud aan borden, pijlen, geluiden en lichten. Goed, ik geef toe, soms gedraag ik me ook als een zombie. Niet omdat dat mijn aard is, maar alles is toch al geregeld? Als het trage getik van de voetgangerslichten overgaat in een haastiger ritme steek ik echt wel eens over zonder te kijken.
Behalve als ik in de buurt van het centraal station in Nijmegen ben. Dat is al jaren shared space. De toenmalige wethouder Henk Beerten werd overladen met kritiek over zo’n onzinnig plan. Levensgevaarlijk, werd er gezegd. Zijn laconieke reactie was steeds dezelfde: “Er gebeuren wél aanzienlijk minder ongelukken”.
Participatie
Het verbaast me dat er al zoveel jaren bijzonder positieve ervaringen met shared space zijn opgedaan en dat gemeenten nog altijd de openbare ruimte dichttimmeren met borden en andere hulpmiddelen. Zeker in deze tijd waarin burgerinitiatieven als paddestoelen uit de grond schieten en het vertrouwen in overheid en grote ondernemingen tot een minimum lijkt gekelderd. Een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking is zelfstandig. Toch lijkt de overheid maar moeilijk los te kunnen komen van een betuttelende houding.
Participatie wordt door veel politici en ambtenaren nog steeds gezien als een bedreiging. Waar burgers volop bezig zijn met het delen van kennis en goederen schijnt de overheid haar monopolie te willen beschermen. Zonde. Onderzoeken, die door het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn gedaan tonen juist aan dat er op veel gebieden winst te behalen valt. Besparingen van tientallen procenten, sterke verhoging van de arbeidsvreugde voor ambtenaren en imagoverbetering voor gemeenten.
In de retail is het duidelijk dat de tijdsgeest nieuwe concepten vraagt. Verander je niet mee, dan ga je failliet. De wet van Darwin, the survival of the fittest, wordt hier helder in de praktijk getoond. Helaas geldt dat niet voor de overheid. Zelfs als de opkomstpercentages bij verkiezingen onder de 50% zakken, geven we het mandaat van besturen nog altijd aan politici. Wordt het niet hoog tijd om bestuurlijke vernieuwing definitief vorm te geven? Burgerfora, thematische democratie, burgerpanels, het zijn nog altijd experimenten. Laten we ze structureel inbouwen in ons systeem. Want zolang er niet werkelijk naar burgers geluisterd wordt, zal de voedingsbodem voor populisten alleen maar toenemen.
Shared Space in de politiek, het klinkt misschien even gek als de plannen van Hans Monderman, de verkeersfilosoof. Maar ook ik ben er van overtuigd dat er dan aanzienlijk minder ongelukken gebeuren!
Over de auteur: Rob Janssen Initiatiefnemer G1000 Nijmegen en auteur van “Waarom gemeenten niet naar burgers luisteren“
Burgers beter betrekken door anders en effectiever te communiceren. Leer erover op het Congres Het Nieuwe Communiceren voor de overheid >>
PV Vreeke says
Het is zó voor de hand liggend dat je de kennis van je inwoners 'gratis' met twee handen aanpakt, dat je gewoon niet begrijpt waar men bang voor is.