Fysieke winkels hebben het door lockdowns, maatregelen en de tijdelijke verplichte sluiting al 17 maanden zwaar. Tegen de verwachting in heeft dit landelijk gezien niet geleid tot extra winkelleegstand.
Integendeel, het aantal leegstaande winkelpanden daalde zelfs licht van 7,5 procent begin dit jaar tot 7,2 procent afgelopen maand. Dat blijkt uit cijfers van Locatus, een onderzoeksbureau dat winkeldata analyseert. Ook ten opzichte van maart 2020 toen de coronacrisis begon, is de leegstand licht lager. ‘Alleen in het begin van de corona crisis zagen we een nog een heel licht oplopende leegstand. Die ging van 7,4 procent in maart 2020 naar 7,5 procent in juli 2020’, aldus Gertjan Slob van Locatus.
‘De rest van het jaar 2020 bleef de leegstand rond dat percentage schommelen. Om vervolgens in 2021 elke maand te dalen, tot 7,2 procent op 1 augustus van dit jaar.’ In absolute aantallen stonden er op 1 augustus 600 panden minder leeg dan op 1 januari 2021.
Dagelijkse boodschappen in de lift
Hoewel het landelijk beeld relatief positief is, zijn er wel duidelijke verschillen in branches en type winkelgebieden. Zo doen de winkels en winkelcentra voor dagelijkse boodschappen het goed. Ze mochten al die tijd wel hun deuren open houden en zagen mede door de langdurige horecasluiting in veel gevallen zelfs een aanzienlijke omzetgroei.
Het gevolg is dat in winkelgebieden die zich vooral op dagelijks aanbod richten, de leegstand daalde van 9,1 procent begin dit jaar tot 8,4 procent nu.
Ook doe-het-zelf- en meubelwinkels kennen goede tijden. Zo maakten thuiswerkers hun huis geschikt om te werken. Ook besteedden consumenten het geld dat ze normaal gesproken in vakanties stoppen nu aan hun huis. Op de meubelboulevards daalt de leegstand dan ook snel, van 6,7 procent begin dit jaar, tot minder dan 6,3 procent nu. De winkelgebieden voor dagelijkse boodschappen en de meubelboulevards zijn daarmee de voornaamste aanjagers van de dalende winkelleegstand.
Binnensteden in zwaar weer
Aan de andere kant zien we in de 17 grootste binnensteden van Nederland een veel minder rooskleurig beeld. In deze centra steeg de leegstand juist van 7,9 procent begin dit jaar naar 8,3 procent nu. Voor corona waren dit volgens Locatus juist centra die het relatief goed deden. ‘De toename van online aankopen, het mijden van drukke plekken en het wegblijven van internationale toeristen wordt nu hier het hardst gevoeld’, aldus Slob. Sinds de winkels weer open zijn is er wel herstel te zien van het aantal bezoekers aan binnensteden, maar door de nog geldende beperkende maatregelen ondervinden winkeliers nog steeds hinder.
Transformatie drukt leegstand
Een volgens de dataverzamelaar minstens zo belangrijke reden voor de gemiddelde landelijk teruglopende leegstand, is de ombouw van winkelpanden naar andere functies (vaak een woning of kantoor). In de eerste maanden van dit jaar heeft bijna 5 procent van de leegstaande winkels een andere functie gekregen. Ook hier is een verschil te zien tussen de grote binnensteden (4 procent) en de centra van de iets kleinere steden (6 procent).
‘Oorzaak is dat in veel middelgrote centra de afwaardering van het winkelvastgoed al voldoende heeft plaatsgevonden’, zegt Slob. ‘Op die plekken ontstaat de mogelijkheid voor een alternatieve invulling van winkelpanden. In de grote binnensteden liggen de huurprijzen van winkels nog op een veel hoger niveau en is een alternatieve invulling veel lastiger.’
Geef een reactie