Verstedelijking, hete zomers, droogte en zware regenbuien: het veranderende klimaat vormt een uitdaging voor gemeenten. De voorbereiding voor het treffen van maatregelen begint bij het in kaart brengen van gegevens. Zo pakken deze gemeenten het aan.
De gemeente Utrecht doet mee aan een Europees burgerwetenschapsproject en doet in dat kader onderzoek naar de ervaringen van inwoners met hittestress. Het onderzoek vindt deze zomer plaats en de gemeente kijkt in vier wijken met weinig groen in welke mate hier sprake van is. In samenwerking met de Natuur en Milieufederatie, de Provincie Utrecht en andere partijen is de gemeente in deze buurten op zoek naar 160 vrijwilligers die met draagbare meetkastjes deze zomer de temperatuur willen meten.
Europees burgerwetenschapsproject
In het Europees burgerwetenschapsproject UrbanReleaf, wordt in andere Europese steden vergelijkbaar onderzoek gedaan. Naast Utrecht zijn er nog vijf pilotsteden: Riga (Letland), Dundee (Schotland), Mannheim (Duitsland), Cascais (Portugal) en Athene (Griekenland).
Meetkastjes
Tijdens het Utrechtse project ‘Groene Buurt, Koele Buurt’ brengen de vrijwilligers in vier groenarme Utrechtse buurten (Kanaleneiland, Rivierenwijk, Ondiep en Zuilen) de temperatuur en hittestress in kaart. Met de meetkastjes verzamelt de gemeente informatie over hitte en luchtvochtigheid. De kastjes zijn klein, licht, makkelijk te bevestigen aan bijvoorbeeld een tas of sleutelbos en daarmee makkelijk mee te nemen. Daarnaast leggen de vrijwilligers hun persoonlijke ervaring van hitteoverlast vast via de sensor of de app.
Wethouder Schilderman (Openbare Ruimte, Klimaatadaptatie): ‘We weten dat bepaalde delen van Utrecht heel veel warmer worden dan andere delen. Dit heeft te maken met de kleine hoeveelheid groen. Met dit project willen we dit in kaart brengen én onderzoeken hoe de inwoners van onze stad deze hitte beleven. De data die de deelnemers verzamelen kunnen we goed gebruiken om buurten te verkoelen.’
Bewustwording
Ook worden er tijdens het project activiteiten in de buurten georganiseerd, die moeten leiden tot meer bewustwording over hitte en de verkoelende werking van groen. Hier worden bijvoorbeeld de resultaten van het (lopende) onderzoek besproken. Ook leren bewoners er over maatregelen die hitte verminderen en werken ze samen met experts van Natuur en Milieufederatie Utrecht aan een plan om de wijk te verkoelen. Zo worden er onder meer workshops georganiseerd over de aanleg van geveltuinen.
De gemeente Utrecht heeft het onderwerp hoog op de agenda staan. Alleen dit jaar startte de gemeente al met 11 projecten, die de stad meer klimaatbestendig moeten maken.
Opwarming in kaart brengen
Ook in Enschede doet de gemeente onderzoek naar hitte in de stad. Dat gebeurt in samenwerking met de Universiteit Twente. Zo worden er op verschillende plekken in de stad meetkastjes aan lantaarnpalen aangebracht. De kastjes meten de weersomstandigheden op die locaties. Denk aan waarden, zoals de temperatuur en vochtigheid van de lucht, zonnestraling, luchtdruk, windsnelheid, windrichting en de hoeveelheid neerslag. Het proces van de opwarming van de stad wordt op deze manier beter in kaart gebracht, net als verschillen tussen straten en buurten. Dat moet er toe leiden dat de stad meer klimaatadaptief wordt ingericht.
Slim meten
In de gemeente Apeldoorn wordt ingezet op sensoren die gegevens meten. Zo wordt gemeten of de temperatuur daalt en of de lucht schoner wordt door de aanwezigheid van groen en water. De sensoren meten bijvoorbeeld temperatuur, luchtvochtigheid en fijnstof in de lucht.
In de klimaatstraat van Apeldoorn (de Marktstraat) wordt ingezet op meer groen en water, om zo te zorgen voor verkoeling tijdens warme dagen en voor betere afvoer van regenwater. Hiervoor werkt de gemeente samen met ondernemers, pandeigenaren, bewoners en provincie Gelderland. Sensoren meten hier of de temperatuur daadwerkelijk daalt en wat de aanwezigheid van groen en water doet met de luchtkwaliteit. Deze data helpen de gemeente om de juiste maatregelen tegen klimaatverandering in te zetten.
Groen in de leefomgeving
Arnhem is recent gestart met de zogenoemde 3-30-300-regel om wijken en buurten te vergroenen. De 3-30-300-regel houdt in dat je vanuit elke woning 3 bomen ziet, 30 procent van de buurt schaduw van bomen heeft en binnen 300 meter van elke plek een klein park is. Dit is belangrijk in de strijd tegen klimaatverandering en extreme weersomstandigheden. Buurten hebben bijvoorbeeld in een periode van uitzonderlijke hitte voldoende bomen nodig om te zorgen voor verkoeling. De regel is ontwikkeld op basis van wetenschappelijk onderzoek en verschillende gemeenten gebruiken het instrument intussen als uitgangspunt voor vergroening.
Lees ook:
Van bewegend bos tot maailoze meimaand
Gemeenteland vergroent: zes praktijkvoorbeelden
Groene initiatieven rondom jonge inwoners
Geef een reactie