In de afgelopen jaren hebben verschillende grote steden maatregelen genomen om oude diesels uit hun binnenstad te weren. Na de invoering van een sloopregeling in 2014 en een milieuzone in Utrecht in 2015, een jaar later gevolgd door een milieuzone in Rotterdam, is het aantal oude diesels sterk gedaald.
Rotterdam als koploper
Van de vier grootste gemeenten is de daling van het aantal oude diesels in Rotterdam het grootst. Sinds maart 2014 is hier een sloopregeling ter beschikking gesteld die nog tot eind 2017 loopt. Rotterdammers met een oude diesel ontvingen een subsidie voor het laten slopen van hun auto. Sinds begin 2016 is in Rotterdam een milieuzone van kracht voor oude dieselauto’s en is het aantal voertuigen bijna gehalveerd tot 2 200 stuks. Vergeleken met 2010 is de daling 86 procent.
Ter vergelijking, in de overige zeer sterk stedelijke gemeenten daalde het aantal oude diesels met 21 procent ten opzichte van een jaar eerder. In de sterk stedelijke gemeenten was de daling 20 procent. In Nederland verdween vorig jaar 18 procent van de oude diesels uit het straatbeeld.
In de gemeente Utrecht geldt al vanaf begin 2015 een milieuzone voor oude dieselauto’s. Bezitters van zo’n auto hadden tussen eind 2013 en begin 2016 ook de mogelijkheid om hun auto te laten slopen tegen een financiële vergoeding. In deze jaren daalde het aantal oude diesels elk jaar met gemiddeld 32 procent. In 2016 is dit aantal met 20 procent gedaald, vrijwel gelijk aan de landelijke daling. Wel was het aantal oude diesels in Utrecht met 1 500 stuks op 1 januari 2017 het laagst van de vier grootste gemeenten.
In Amsterdam en Den Haag zijn nog geen milieuzones voor personen-en bestelauto’s van kracht. Het aantal oude diesels nam begin 2017 in deze steden af met respectievelijk 24 procent en 20 procent ten opzichte van een jaar eerder. In Amsterdam staan met 5 500 stuks de meeste oude dieselvoertuigen geregistreerd.
Geef een reactie