Aan de vooravond van een nieuwe inrichting van het arbeidsmarktbeleid is het goed om lering te trekken uit het in het verleden gevoerde beleid.
– VISIE – Hans Kamps & Bert Otten
Met de komst van de Wet Werk en Bijstand (WWB) in 2004 brak er een nieuwe periode aan de beleid- en organisatiestructuur van het arbeidsmarktbeleid in Nederland.
De gemeenten kregen de regie in handen op een terrein waarin ze voorheen samen met sociale partners moesten optrekken. Hoewel er wel zogenaamd regionale platforms arbeidsmarkt in het leven werden geroepen, bleken dit geen organen die met kracht konden opereren.
De in 2004 ingezette “lokalisering van het beleid” heeft onmiskenbaar veel voordelen met zich meegebracht.
Gemeenten voelden de prikkel om werk te maken van re-integratie dat heeft geleid tot uitstroom en veel vernieuwing. Maar we zagen en zien ook schaduwkanten. Zo is nogal een sprake van “lokaal calculisme”of “onmacht van eigen makelaardij” zoals Pieter Hilhorst dat ooit zo treffend omschreef. Arbeidsmarkten immers komen niet overeen met gemeentegrenzen. Bovenlokale samenwerking is dus een must.
Met mate
Het huidige kabinet zet het decentralisatieproces voort. Zo zullen gemeenten verantwoordelijk gaan worden voorde uitvoering van de Wajong in het kader van de ‘Eén regeling onderkant van de arbeidsmarkt”, de jeugdzorg en delen van de AWBZ. Hoewel decentralisatie een goed proces is, vraagt deze nieuwe beleidscontext op een bezinning op de maatvoering. Hierbij zou het adagium moeten luiden “lokaal wat kan, regionaal wat moet “.
We moeten echter vaststelen dat de regionale governance nog niet adequaat is ingevuld. Hoewel er in tal van regio’s wordt samengewerkt, mede als gevolg van de jeugdwerkloosheidaanpak, kun je nog niet spreken over arbeidsmarktregio’s die vanuit een helder bestuurs- en beleidskader opereren.
In de decentralisatieagenda van het kabinet wordt dit vraagstuk onderkend. Er wordt nu stevig onderhandeld over het komende bestuursakkoord. Decentralisatie vormt hierbij een belangrijk thema. Om de arbeidsmarktproblematiek in de komende jaren goed te kunnen aanpakken is het van belang dat nu stappen worden gezet richting een slagvaardige regionale governance.
Morgen reiken we in een artikel de bouwstenen aan voor een nieuwe richting van het beleid. Maar nu blikken we eerst even kort in het verleden.
Retro
Ongetwijfeld hebt u dat ook als u een tijd meeloopt in de wereld van de arbeidsmarkt: retrogevoelens. Of het nu gaat om nieuwe vormen van gesubsidieerde arbeid, de herintroductie van de wijkzuster. We zouden tevens even kunnen putten uit het verleden als het om de regionale bestuursstructuur die op het terrein van het arbeidsmarktbeleid bestond.
Opvallend is immers dat bij de introductie van de WWB in 2004 snel afscheid is genomen van de structuur die onder de Arbeidsvoorzieningswet bestond. Hebben we de juiste conclusies getrokken uit de evaluatie van de commissie Van Dijk?
Door de energie die er was om te gaan “lokaliseren”en het geringe draagvlak voor Arbeidsvoorziening zijn we wel snel geweest in het opheffen van een regionale structuur, waar nu om gevraagd wordt. En zijn we ook niet heel voortvarend geweest met het opheffen van op zich goed functionerende regionale scholingsinstrumenten als de CVV en CAVV’s ?
Het zou goed zijn als we nu aan de vooravond van een nieuwe inrichting van het regionale beleid met nuchterheid ons zelf een opdracht tot “retro-innovatie” gaan opleggen.
Morgen deel 2: Naar krachtige arbeidsmarktregio’s
Over de auteurs:
Hans Kamps, bestuurslid B&A Groep, voorzitter ABU, en kroonlid SER
Bert Otten, senior adviseur bij Radar Advies
Fred Nagtegaal says
Goed van beide mannen om op deze wijze bestuurders een wijze les te geven. Lag aan het opheffen of in de verkoop doen van de centra, niet ook marktdenken ten grondslag. De markt kon het efficienter en effectiever. Niets mis met marktdenken. Maar wel meewegen dat bij bedrijfscholen die ook werden opgedoekt het anticyclisch denken ook niet sterk was ontwikkeld.
M.a.w. pas scholen als er krapte op de arbeidsmarkt onstond, is achter de markt aanlopen. Wellicht moet elke nieuwe bestuurder en volksvertegenwoordiger bij het begin van z?n functie zich eerst verdiepen in lessen uit het verleden. Nuttige bijbaan voor beide heren
anita seppenwoolde says
Prima artikel ik ben benieuwd naar artikel 2!