Tot verrassing van velen werd op 17 januari een bestuursovereenkomst getekend over de implementatie van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Het wetgevingstraject is hiermee in een stroomversnelling gekomen. De implementatie is chefsache en verdient een prominente plek op de ‘bestuurlijke tafel’.
Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken tekende de overeenkomst met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Overeengekomen is onder andere dat de wet gelijktijdig met de Omgevingswet op 1 januari 2021 in werking treedt. Hoewel de wetswijziging op het eerste gezicht technisch van karakter lijkt, raakt deze – mede door de samenloop met de Omgevingswet – grote delen van de gemeentelijke organisatie en zijn de financiële consequenties groot.
Papieren toets
Wat verandert er? Kort gezegd knipt de Wkb het bouwproces op in tweeën: een ruimtelijke component (toets aan omgevingsplan en -veiligheid) waarvoor de gemeente bevoegd gezag blijft, en een bouwtechnische component die bij private partijen wordt belegd. Het bouw- en woningtoezicht zoals gemeenten dat nu uitvoeren, wordt met andere woorden een taak van marktpartijen. De gemeente voert straks – wat gechargeerd – slechts een ‘papieren toets’ uit.
Maar let op: de gemeente blijft verantwoordelijk voor het toezicht op de bestaande bouw en omgevingsveiligheid. Verder gaat de wet gefaseerd in: eerst de eenvoudigere bouwprojecten, daarna de complexe.
Op het eerste gezicht lijken de gevolgen opgevangen te kunnen worden door een personele ingreep. De afdeling bouw- en woningtoezicht (BWT) verliest wat taken, maar krijgt het administratieve toezicht op de kwaliteit van het bouwproces daarvoor terug. Echter, de impact van de Wkb reikt veel verder. De implementatie is daarmee ingewikkelder dan gedacht.
Formatie en financiën
Dat marktpartijen het bouwtechnische toezicht voor hun rekening gaan nemen stuit op veel scepsis. Zonder te willen generaliseren, constateren wij echter regelmatig dat gemeenten zo zwaar hebben bezuinigd op BWT dat vraagtekens gezet kunnen worden bij de uitvoeringskwaliteit. Aanvragen worden marginaal getoetst, inspecties vinden minder plaats en het toezicht op de bestaande bouw is incidentgestuurd. De afdelingen kampen met ondercapaciteit en voldoen soms niet meer aan de wettelijke robuustheidsvereisten.
In plaats van slechts een verschuiving van medewerkers kunnen gemeenten daarmee voor een uitbreiding komen te staan. BWT-inspecteurs zijn immers onmisbaar voor het toezicht op de bestaande bouw, het realiseren van complexe bouwprojecten en het uitvoeren van ‘reality checks’ op de proceskwaliteit. Daarbovenop komt de formatie voor het vaststellen van de proceskwaliteit, waarvoor andere dan de aanwezige competenties nodig zijn. Wij voorzien daarom forse investeringen. En daarmee felle politiek-bestuurlijke discussies.
Listigheid en leges
Een andere listigheid zit in de bouwvergunningen die onder het oude systeem zijn vergund, maar pas na 2021 gerealiseerd gaan worden. Dit is inefficiënt, omdat een gemeente dan langere tijd met twee verschillende stelsels moet werken. Wij raden aan deze situatie zoveel mogelijk te voorkomen. Tot slot geldt dat de leges terug zullen lopen, tenzij de legesverordening tijdig wordt aangepast.
Grofweg hebben gemeenten drie keuzen. Ze kunnen de taken in eigen beheer blijven uitvoeren, maar ook elders beleggen (inhuur of regionaal). Wanneer een gemeente tot dat laatste besluit, is daarbij cruciaal dat niet alle expertise op BWT-gebied wegvloeit. De bouwopgave raakt bovendien aan grote thema’s als verduurzaming en de energietransitie. De input van ervaren bouwinspecteurs bij dergelijke dossiers is onmisbaar. Ook moet niet vergeten worden dat de BWT-inspecteurs vaak een rol spelen in de aanpak van ondermijning en het aanpakken van misstanden in het sociaal domein.
Gratis Whitepaper | VTH – Wat is het en hoe staat het met de uitvoering?
Willem Dijsselhof belicht in deze gratis whitepaper vergunningen, toezicht en handhaving. Met name vanuit het perspectief van gemeenten. Lees meer
Tot slot heeft de gemeente een groot belang bij een goed inzicht in nieuwbouwactiviteiten, maar ook in ontwikkelingen in de bestaande bouw. Lokale belastingen vinden daarin vaak hun grondslag. Het is dan ook zaak dit goed te regelen.
Wat te doen?
Om goed zicht te krijgen op wat de Wkb betekent voor jouw gemeente, pleiten wij voor het uitvoeren van een brede impactanalyse die hoog in de organisatie belegd wordt. Betrek hierbij niet alleen collega’s van BWT, maar ook andere afdelingen, de veiligheidsregio en de omgevingsdienst. Het resultaat van deze impactanalyse is dat het bestuur een afgewogen besluit kan nemen hoe de Wkb het beste ingevoerd kan worden.
Belangrijk daarbij is dat wordt aangesloten op de implementatie van de Omgevingswet. Niet alleen dient de bouwopgave een prominente plaats te krijgen in de omgevingsvisie en het omgevingsplan, ook de werkprocessen en het Digitaal Stelsel Omgevingswet dienen aan te sluiten op de Wkb.
Kortom: gemeenten staan opnieuw voor een forse opgave!
André Oostdijk (sectorleider fysieke leefomgeving) en Daniël Huisman (senior managing consultant) zijn verbonden aan Berenschot.
Geef een reactie