Wat is er nodig om met de nieuwe Omgevingswet te werken? Deze vraag staat centraal in het O-Lab van Sdu. Een innovatieve plek waar wetenschappers, juristen en beleidsmakers samen concrete werkoplossingen ontwikkelen voor iedereen die met de nieuwe regels aan de slag gaat. Prototypes van de eerste drie innovaties worden in het najaar gepresenteerd. ‘Van een complex geheel gaan we naar behapbare processen met praktische hulpmiddelen.‘
Aangeboden door
In gemeenteland breekt iedereen zich het hoofd over de uitvoering van de nieuwe Omgevingswet, die 1 juli 2022 in werking treedt. De invoering vervangt 24 bestaande wetten en honderden uitvoeringsregels. Een ongekend grote operatie voor gemeenten, omgevingsdiensten en waterschappen.
‘Of je nu alles uitbesteedt of alles in eigen hand houdt, je zult als lokale overheid met specialistische thema’s uit deze wet aan de slag moeten en hierbij bedenken hoe je de processen organiseert,’ stelt Willeke de Groot, directeur Sdu Overheid.
Instrumenten op maat
De grote uitdaging bij de invoering van de Omgevingswet schuilt volgens De Groot in het werkbaar maken van de vele ingewikkelde processen en systemen. ‘Niemand heeft op dit moment een eenduidige werkwijze of een duidelijk houvast hoe je moet werken met deze allesomvattende wet. Het werkveld is zoekende, dat merk je aan alles. Reden voor het O-Lab om samen met het werkveld praktische hulpmiddelen en standaarden te ontwikkelen. We bieden gemeenten de mogelijkheid tools afgestemd op de eigen organisatie te maken. Daarmee pak je meteen een voorsprong bij de invoering,’ stelt De Groot.
Samen de Omgevingswet werkbaar maken met praktische hulpmiddelen en standaarden ”
Eerste prototypes
Verschillende wetenschappers, juristen en beleidsmedewerkers hebben zich aan het O-Lab verbonden. Dit najaar presenteren zij de eerste drie innovaties. ‘Deze prototypes zijn op verzoek vanuit de praktijk ontwikkeld. Het gaat om digitale producten waar we de afgelopen maanden hard aan hebben gewerkt. Samen gaan we dit nu verder inrichten.’ De prototypes hebben de werknamen: Collectie Toepasbare Regels, Omgevingsplanwijzer en Routeplanner. De Groot licht ze toe.
Collectie Toepasbare Regels
‘Het eerste prototype is een hulpmiddel met een praktische set toepasbare regels voor gemeenten, omgevingsdiensten en waterschappen. Hier is veel vraag naar. Gemeenten schaffen regelsoftware aan, maar nog zonder de inhoud. Met deze tool stel je snel en simpel toepasbare regels op, met uitleginformatie. Een importkoppeling vereenvoudigt dit. Het taalgebruik is daarbij helder en consistent. En het resultaat is óók toegankelijk voor inwoners en ondernemers. Gemeenten kunnen met dit hulpmiddel direct hun dienstverlening aan burgers verbeteren. Een mooie tool dus om meteen aan je ambities te werken.’
Omgevingsplanwijzer
‘De Omgevingsplanwijzer maakt het voor beleidsmedewerkers eenvoudig om volgens een stappenplan het ingewikkelde proces rond een omgevingsplan te doorlopen. Bij elke stap vindt de gebruiker relevante informatie zoals artikelen, goede voorbeelden, standaarden et cetera. We ontsluiten informatie uit onze juridische kennisbanken, maar ook kwalitatieve informatie van open bronnen op internet. Dankzij de Omgevingsplanwijzer is het ook mogelijk om per stap overzichtelijk kennis te ordenen. Een slim alternatief voor ingewikkelde mappenstructuren die gemeenten zelf optuigen rondom het omgevingsplan.’
De coördinatie van het O-Lab is in handen van Marc Stekelenburg, Innovation Lead Omgevingswet bij Sdu. ‘Samen doen we bijvoorbeeld een online sessie over de zogenoemde bruidsschat,’ vertelt hij. ‘We kijken welke vragen er leven en hoe je processen aanpakt. Door met elkaar in gesprek te gaan, doe je ongelooflijk veel kennis op. De informatie uit deze sessies verwerken we in de Omgevingsplanwegwijzer. Zo gidsen we je met deze tool uiteindelijk door het enorme aanbod van informatie en reiken we relevante gereedschappen aan om het proces foutloos te doorlopen.’
Routeplanner
De derde tool is de Routeplanner. ‘Door de Omgevingswet verandert het stelsel ten opzichte van de huidige sectorale wetgeving. Het is hierdoor een hele puzzel om nieuwe juridische artikelen snel terug te vinden,’ stelt professor Frans Tonnaer. De wetenschapper ontwikkelde de Routeplanner als een netwerk met diverse centrale wetsartikelen als knooppunten. In de praktijk is er volgens hem op dit punt veel behoefte aan begeleiding.
De prototypes werken we uit tot bruikbare instrumenten ”
‘De Routeplanner brengt regels over inhoudelijke thema’s op sectorale basis bijeen en maakt zo een samenhangend geheel rond bepaalde activiteiten. Juristen en beleidsmakers moeten snel de juiste wetsartikelen kunnen vinden. Dit doen we onder meer door in online bijeenkomsten praktijkvoorbeelden en juridische casussen samen uit te werken volgens het nieuwe systeem. Op die manier wordt de Routeplanner een bruikbaar instrument,’ aldus Tonnaer.
Toetsen aan praktijk
Het O-Lab nodigt na de presentatie van de prototypes iedereen uit om de drie producten te proberen, hun kennis en ervaring bij de specifieke onderwerpen te delen, zaken te valideren, en aan te vullen. De Groot: ‘Zo ontwikkelen we uiteindelijk samen producten die bij organisaties en processen passen, omdat ze aan de praktijk getoetst en aangepast zijn.’
Toegang kennisbanken
Deelname aan het O-Lab is kosteloos en vrijblijvend. Deelnemers kiezen zelf bij welke module(s) ze aanhaken, hoeveel tijd ze erin steken en met welke mensen van de organisatie. Wie zich aansluit, krijgt volgens De Groot ‘gegarandeerd meer inzicht én de mogelijkheid concrete hulpmiddelen op maat te ontwikkelen’. Niet alleen werk je samen concrete vraagstukken uit, ook hebben deelnemers toegang tot de achterliggende kennisbanken. ‘Je bent hier dus echt een partner van Sdu.’
Geef een reactie