De eerste ICT-werkplaatsen die oefenen met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) laten nog veel technische haperingen zien. Menig gemeente vindt het DSO weinig gebruiksvriendelijk. De eigen gemeentelijke software is nog niet klaar.
Om gemeenten te ondersteunen bij de invoering van de techniek achter de Omgevingswet is de de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) verspreid over het land gestart met zogenoemde DSO-ketenwerkplaatsen. Hier wordt alvast geoefend. Zijn de gemeenten in staat omgevingsplannen te publiceren en te wijzigen in het DSO? Kunnen ze via het Omgevingsloket ingediende vergunningaanvragen in behandeling nemen in hun eigen VTH-systeem (vergunningverlening, handhaving en toezicht)? Dat zijn de uitdagingen.
Naar toepasbare regels
Nieuw voor gemeenten is het vertalen van de eigen wet- en regelgeving naar ‘toepasbare’ regels, die ze aan hun plannen moeten koppelen. Deze inhoud is nodig voor het genereren van vragenbomen, die initiatiefnemers bij veelgebruikte type aanvragen op het Omgevingsloket doorlopen. Mensen krijgen dan alleen de voor hun activiteit relevante vragen en indieningsvereisten voorgelegd. Voor deze verschillende omgevingen in de DSO-keten gebruiken gemeenten diverse softwarepakketten. Tijdens een ‘werkplaats’, die zo’n drie weken duurt, is ook de softwareleverancier betrokken. De VNG wil hiermee de aansluiting van gemeenten versnellen.
Dronten beet begin februari het spits af. In maart draaiden ook Drimmelen, Rotterdam en Texel een werkplaats. Eind maart deelden de vier gemeenten op een online bijeenkomst hun ervaringen. In april gaan Almere, Dinkelland en Zoetermeer met een DSO-werkplaats van start. Tilburg begint er een op eigen houtje zonder ondersteuning door de VNG. Dronten vervolgt de werkplaats in april.
‘STOP-TPOD’ te laat
De eerste pilot was maar deels succesvol. Zo kon de gemeente het publiceren en wijzigen van omgevingsplannen niet testen. Dit probleem is veroorzaakt door de late oplevering van softwaretechnische uitwisselingsstandaard STOP-TPOD. Deze standaard kwam in februari pas beschikbaar met een voldoende uitgewerkte mutatiefunctionaliteit voor het omgevingsplan. Nedgraphics, dat in Dronten de plansoftware levert, moest de release nog in zijn software doorvoeren. Eind vorig jaar waarschuwde een Gateway Review dat de STOP-TPOD-standaard een ‘enorme innovatieve opgave’ met zich meebrengt en de implementatie van het DSO flink onder druk zet.
Op de online bijeenkomst bleek dat ook het Brabantse Drimmelen nog niet klaar was om de eigen plansoftware in het DSO te testen. Hier is Tercera de leverancier. De gemeente ging, net als Dronten, als eerste aan de slag met toepasbare regelgeving voor het indienen van een vergunningaanvraag voor kappen van een boom en het in behandeling nemen van de aanvraag via het DSO.
Verdwenen in zwart gat
‘Technisch werkt het allemaal wel’, aldus de accountmanager omgevingsvergunning in Drimmelen, Annemarie Hartman. ‘Maar één keer zagen we een aanvraag verdwijnen in het DSO, als in een zwart gat. Je krijgt ook niets terug en aan de achterkant en zie je niet waar de aanvraag is gebleven. Een aanvraag zonder grote bijlagen kwam wel gewoon in ons VTH-systeem binnen. De keer erna kwam een meervoudige aanvraag met grote bestanden ook zonder problemen aan. Waar dat aan gelegen heeft, kunnen we niet achterhalen. Wij vinden het DSO niet bepaald gebruiksvriendelijk. Een bijlage toevoegen is echt een crime.’
Ook Rotterdam kon nog geen test uitvoeren, omdat leverancier Visma Roxit zijn softwarepakket Rx.base daar nog niet klaar voor had. Verder kon de Maasstad vier andere ketentesten relatief vlekkeloos doen, aldus oefencoördinator Cor Kappers. ‘Alleen de eerste test ging met horten en stoten. Daarna verliep alles boven verwachting, maar de techniek is nog niet klaar zoals het zou moeten. Maar daar is het oefenen en testen ook voor.’
Extra moeilijk
Texel ondervond storingen en fouten bij de synchronisatie van de verschillende softwareomgevingen. ‘Het DSO is zeker nog in beweging’, zo drukt plancoördinator Ilse Boerdijk van de gemeente de onvolkomenheden uit. Wel slaagde Texel erin drie omgevingsplannen te publiceren, maar het kon nog geen plannen wijzigen. Leverancier Giskit had deze functionaliteit nog niet op orde in zijn plansoftware. Het eerste relatief eenvoudige plan (‘uitbreiding zomerhuis’) verliep vlotjes in het DSO. ‘We hebben zo de hele DSO-keten kunnen doorlopen en daar zijn we als kleine gemeente superblij mee.’
‘Daarna hebben we het onszelf opzettelijk extra moeilijk gemaakt’, vervolgt Boerdijk, ‘met een aanvraag voor gestapelde activiteiten voor verschillende woningtypen, waar veel vragenbomen aan hangen. In het derde proces dat we hebben getest, hebben we dat verder opgevoerd. De DSO-keten werkte, maar we liepen wel tegen wat dingetjes aan. Zo werd bij een van de testen het plan niet zichtbaar in de DSO-viewer. Bij de derde test hebben we alles kunnen fixen.’
Succesvolle werkplaatsen
Volgens projectleider Nils Couwenbergh bij de VNG zijn de werkplaatsen zonder meer succesvol. Ze zijn immers bedoeld als leerschool en er is ontzettend veel opgestoken, is zijn logische verklaring. ‘Niet alleen op ICT-vlak is veel geleerd, zoals het maken van koppelingen en het aansluiten van systemen. Ook hebben de gemeenten ervaring opgedaan met de inrichting van processen als VTH. Wel ontdekken de gemeenten die nu in de praktijk bezig zijn, hoeveel het eigenlijk allemaal is. In drie weken tijd komt heel veel op hen af.’
Volgens Couwenbergh moet er in de planketen inderdaad nog veel verbeteren. ‘De plansoftware van gemeenten is nog niet overal af. Bepaalde functionaliteiten zijn niet beschikbaar. We zien dat het niet perfect is. Het publiceren van plannen loopt nog niet vanzelf.’ De werkplaatsgemeenten zijn gestart met een bescheiden plan voor een beperkt geografisch gebied met slechts een handvol regels. Dat is een tip die Couwenbergh startende gemeenten mee wil geven. ‘Begin klein en ga van daaruit naar grotere plannen.’
Beter maar niet optimaal
Ook de ‘viewers’ in de landelijke voorziening van het DSO, waar de plannen zichtbaar op worden, werken nog niet naar behoren, bevestigt Couwenbergh. Hij constateert eveneens dat de technische prestaties richting de landelijke voorzieningen niet altijd goed zijn. ‘Er zijn time-outs en loketten zijn niet continu bereikbaar. Ik zie goede en minder goede kanten. Het wordt elke keer beter, maar het is nog niet optimaal.’
Geef een reactie