De Eerste Kamer vindt dat minister De Jonge de inwerkingtreding van de Omgevingswet erdoorheen probeert te jassen. De senaat eist nieuw onderzoek naar de stabiliteit van het digitaal stelsel, en is bezorgd over intimidaties vanuit het ministerie.
Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) wil dat de Eerste Kamer uiterlijk 21 juni de knoop doorhakt over de inwerkingtreding van de wet op 1 januari 2023. De deadline voor de besluitvorming is cruciaal, stelt hij, anders komt het resterende half jaar proefdraaien met het digitaal stelsel van de wet – het DSO – in gevaar.
Veel gemeenten maar ook andere overheden hebben nog amper met het DSO, de ‘backbone’ van het stelsel, leren werken.
‘Langer talmen funest’
Overheden, softwareleveranciers en stedenbouwkundig bureaus snakken naar zekerheid, aldus De Jonge. Langer talmen is funest voor ontwikkelingsprojecten en investeringsbeslissingen, schreef de minister vorige week vrijdag aan de Eerste Kamer.
De senaat geeft echter geen krimp, zo bleek dinsdag tijdens de zoveelste commissievergadering over de Omgevingswet. De Eerste Kamerleden zijn kritisch – en niet alleen omdat het DSO steeds verder is uitgekleed en de ambities zijn verschrompeld.
De senaat verdenkt minister De Jonge en zijn voorgangers ervan dat ze niet alle informatie over het geplaagde DSO met het parlement hebben gedeeld. De Jonge beloofde maandag al zo snel mogelijk inzicht te geven in alle niet openbaar gemaakte adviezen, rapporten en onderzoeksresultaten van de afgelopen drie jaar.
De senatoren stellen dat deze informatie boven tafel moet komen om het afrondende debat met de minister over de invoeringsdatum te kunnen voeren. Ook volgt nog een nieuwe vragenronde aan de minister.
Over de antwoorden die De Jonge onlangs naar de Eerste kamer zond, heerst grote ontevredenheid. De aanvullende beantwoording is daarom eveneens onmisbaar voor het plenaire debat over de inwerkingtreding.
Nieuwe toets DSO
De Eerste Kamer wil het Adviescollege ICT-toetsing nogmaals de stabiliteit van het DSO laten toetsen.
Uit eerder onderzoek van dit adviescollege kwam naar voren dat de ICT achter de Omgevingswet niet bedrijfsklaar is. De ondersteunende projectorganisatie bleek onvoldoende in staat de technische mankementen op te lossen. ‘Zeker bij de inwerkingtreding, als er veel nieuwe gebruikers zijn, moet de hele keten in staat zijn om foutsituaties snel te herstellen.’
De Eerste Kamer vreest dat de dienstverlening aan burgers en bedrijven door alle technische haperingen in het geding komt en dat ruimtelijke ontwikkelingen, zoals de bouw van woningen, flink zullen vertragen. De Omgevingswet is daarbij dermate complex, dat een zorgvuldige behandeling vereist is. Anders voorziet men een debacle.
De Jonge wil het functioneren van het DSO echter niet nogmaals toetsen. Na de laatste oplevering van nieuwe software in april is er niet meer aan de onderliggende techniek gesleuteld en is het stelsel in zijn ogen voldoende stabiel.
Het adviescollege zelf is van mening dat nieuw onderzoek te weinig nieuwe informatie zal opleveren. De conclusie hieruit is, stelt senator Mary Fiers (PvdA), dat het eerdere oordeel dat het DSO technisch niet voldoet, nog altijd overeind staat. De senaat wil hier op korte termijn opheldering over. Een actuele beoordeling is daarom gewenst.
Grote twijfels zijn er nog steeds over de uitvoerbaarheid. Ook is de financiering voor gemeenten niet afdoende, aldus de senaat dinsdag. Er komen nog altijd klachten binnen over het DSO.
Intimidatie door ministerie
Opvallend is een kwestie waarover senator Saskia Kluit (GroenLinks) de klok luidt. Zij stelt dat mensen vanuit het ministerie geïntimideerd worden om niet langer kritisch te zijn over het DSO. Kluit zegt berichten te hebben dat medewerkers in het veld op non-actief zijn gesteld.
De Kamerleden dringen er bij De Jonge op aan deze verhalen uit te zoeken en willen de onderste steen boven hebben.
De Eerste Kamer vindt bovendien dat overheden gewoon kunnen oefenen met het DSO. Dat zou losstaan van de eventuele publicatie van de invoeringsdatum in het Staatsblad.
Tijd dringt
Wanneer het afrondende debat in de Eerste Kamer en de stemming over het inwerkingtredingsbesluit plaatsvinden, hangt daarmee van veel punten af. Hoeveel voorbereidingstijd er nodig is, valt op dit moment niet in te schatten. Behandeling op één vergaderdag acht de senaat niet haalbaar; 12 juli begint het zomerreces.
De tijd dringt hiermee voor De Jonge, die vasthoudt aan de invoering op 1 januari 2023. Een krappe meerderheid van de Tweede Kamer ging al in april akkoord met de inwerkingtredingsdatum.
Geef een reactie