De Eerste Kamer heeft ingestemd met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024. Na vijf keer uitstel van de grootse wetgevings- en ICT-operatie is er dan eindelijk groen licht voor de in 2016 aangenomen Omgevingswet.
De Omgevingswet bundelt 26 wetten en tal van regels en voorschriften over de fysieke leefomgeving in één wet. Na een hoofdelijke stemming bleek dat 41 leden van de Eerste Kamer voor de inwerkingtreding in 2024 zijn, en 29 leden tegen.
Na veel problemen en uitstel verklaarde minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening eind januari in antwoorden op Eerste Kamervragen dat hem dit keer geen ‘moedeloosheid’ bekroop. Want: alle voorwaarden voor de inwerkingtreding zijn ditmaal ‘voldoende ingevuld’. Bovendien is 1 januari 2024 afgekaart met de koepels voor decentrale overheden. ‘Ook het bedrijfsleven staat achter deze datum.’
DSO
Omdat de Eerste Kamer hiervan nog niet overtuigd was, werd er op 7 maart over gedebatteerd. De kritiek richtte zich vooral op het zogeheten Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) dat de uitvoering van de Omgevingswet technisch ondersteunt.
Het Rijk gaat de kosten van lagere overheden die het gevolg zijn van ‘aan het Rijk toe te rekenen onvolkomenheden in het DSO’ niet op zich nemen. Een motie daartoe haalde geen meerderheid.
Geen voorbehoud
De Eerste Kamer ging vorig jaar nog akkoord met inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2023. Maar met een ingebouwde noodrem. Als de digitalisering in oktober nog steeds haperde, kon alsnog uitstel volgen. Dat gebeurde vervolgens ook.
Een dergelijk voorbehoud is er dit keer dus niet. Op verzoek van de Eerste Kamer wordt de participatie van burgers in het nieuwe stelsel wel verder concreet gemaakt.
Het kabinet moet voor 1 juli 2023 een integraal, financieel beeld maken voor gemeenten, provincies en omgevingsdiensten. De Eerste Kamer wil voor de zomer weten hoe deze kosten de komende jaren gedekt worden. Ook moet het kabinet zorgen dat alle gemeenten voor de ingangsdatum van de wet een milieueffectrapportage maken voor de omgevingsvisies en/of het omgevingsplan.
Bijzonder moment
De invoering markeert een bijzonder moment in het omgevingsrecht. Maar het is meer dan een bundeling van wetten en een digitaal stelsel, stelt minister De Jonge. ‘De wet staat vooral voor een nieuwe manier van denken en doen in de gebiedsontwikkeling. In plaats van vraagstukken over de fysieke leefomgeving per sector te benaderen, biedt de Omgevingswet de mogelijkheid om meer integraal en met meer samenhang ons werk te doen. Dit is broodnodig voor de grote opgaven waar we voor staan.’
Geef een reactie