Er gaan miljoenen euro’s extra naar de invoering van de Omgevingswet en het bijbehorende digitaal stelsel (DSO). De geldinjectie is onder meer nodig om de invoeringsdatum te halen. Een oplossing voor de technische problemen rond de Omgevingswet-ICT ontbreekt nog.
De invoering van de Omgevingswet staat vooralsnog gepland voor 1 juli 2022. Die datum is in mei dit jaar geprikt. Het betekende een half jaar uitstel, en daarom moet demissionair minister Ollongren (BZK/wonen) nu dieper in de buidel tasten. Er is een extra bedrag van bijna 52 miljoen euro nodig, schrijft ze in een recente Kamerbrief. Dat geld gaat onder meer naar de landelijke organisatie achter het programma Aan de Slag met de Omgevingswet. Het langer in de lucht houden van systemen, zoals het Omgevingsloket Online en Ruimtelijkeplannen.nl, leidt ook tot extra kosten.
30 miljoen naar DSO
Voor het voltooien van de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) door het Rijk, trekt Ollongren 30 miljoen euro extra uit. Dat is nodig om tijdig het vereiste basisniveau van het DSO te realiseren. Voor de invoering van de wet stond bij het Rijk al 76 miljoen euro ’transitiekosten’ in de boeken. Met de bouw van het DSO is in totaal een slordige 200 miljoen euro gemoeid.
Eind van het jaar moeten alle overheden zijn aangesloten op de oefenomgeving van de landelijke DSO-voorziening, die het Rijk ingrijpend gaat vernieuwen. Tot 1 juli 2022 moeten gemeenten en andere overheden daar hun systemen uitproberen voor onder meer het publiceren en wijzigen van omgevingsdocumenten en het ontvangen van vergunningsaanvragen.
Nog niet aangesloten
Volgens het aansluitoverzicht van september zijn nu zo’n 250 gemeenten op het DSO aangesloten. Dat betekent dat zo’n 100 van de ruim 350 gemeenten de ‘preproductie-omgeving’ nog niet gebruiken. En zodoende nog niet hebben kunnen oefenen. Ollongren verwacht dat 85 tot 90 procent van alle overheden einde van het jaar een werkende aansluiting heeft en dan nog een half jaar om de eigen systemen te testen. Wel rapporteert ze dat de nieuwe releases van lokale en landelijke software het aantal nieuwe aanmeldingen voor aansluitingen heeft doen afvlakken en soms zelfs heeft doen teruglopen, doordat overheden zich van het DSO-systeem hebben afgekoppeld.
Drie innovaties voor een behapbare Omgevingswet
Dit najaar rollen de eerste innovaties uit het O-Lab. ‘Van een complex geheel gaan we naar behapbare processen met praktische hulpmiddelen.’
Het DSO kampt nog altijd met met storingen en instabiliteit. Zo kan de ICT ‘zware’ omgevingsdocumenten met complex digitaal kaartmateriaal niet aan. Een snelle oplossing voor de problemen is niet in zicht. Een van de opties waar de organisatie achter het DSO nu op broedt is aanpassing van de technische uitwisselingsstandaard (STOP-TOPD) voor het publiceren van omgevingsdocumenten. Dat is een lastige keuze, want de impact op het ombouwen van het DSO en de eigen software van overheden is moeilijk te overzien.
De geplande invoeringsdatum van de wet kan dan zelfs in gevaar komen. Tot op heden heeft echter nog niemand kunnen oefenen met het wijzigen van gepubliceerde omgevingsplannen en -verordeningen.
Tijdelijke noodmaatregel
Gemeenten die er nog niet in slagen om met het DSO te werken, mogen straks als tijdelijke noodmaatregel gebruik maken van de huidige ‘IMRO-standaard’, die geldt voor het bestaande systeem onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) voor het ontsluiten van omgevingsdocumenten. Om ook deze mogelijkheid in stand te houden, heeft Ollongren extra geld opzijgezet.
Voor haar aanpak van de technische onvolkomenheden van het DSO is minister Ollongren op de vingers getikt door de eigen Auditdienst Rijk (ADR). Begin vorig jaar bracht het onafhankelijk Bureau Gateway een review van het DSO uit met de conclusie dat de techniek achter de Omgevingswet onvoldoende op orde was, wat de tijdige aansluiting van gemeenten en andere overheden flink onder druk zette. De conclusie was ook dat de urgent benodigde ondersteuning van gemeenten en andere overheden achterbleef.
Effect adviezen onduidelijk
In oktober waarschuwde Bureau ICT Toetsing (BIT) , dat op verzoek van de Tweede Kamer bij de doorontwikkeling van het DSO vinger aan de pols houdt, eveneens dat een tijdige en succesvolle invoering van het stelsel problematisch is. Dit omdat de kritieke onderdelen nog altijd onvoldoende kunnen worden beproefd. Volgens de ADR zijn de adviezen van de beide toetsingsinstanties weliswaar opgevolgd, maar is onduidelijk of ze effect hebben gehad. De minister gaat daar nu een extra inspanning voor doen.
Ollongren houdt nog altijd vast aan de inwerkingtreding van de wet medio volgend jaar. Van belang voor de voortgang is een volgend rapportagemoment over het DSO begin november. Vervolgens is het aan de beide Kamers om de invoeringsdatum definitief vast te stellen (de inwerkingtreding van de wet gaat per Koninklijk Besluit, dat de minister formeel nog moet voorhangen).
Geef een reactie