Behalve aan de uitvoerings-AMvB’s van Omgevingswet wordt er in Den Haag momenteel ook hard gewerkt aan de zogenaamde “aanvullingswetten”: wetgevingstrajecten voor beleidsvelden die tezijnertijd ook in de Omgevingswet worden opgenomen.
Onlangs heeft Staatssecretaris Wilma Mansveld (I&M) de Tweede Kamer een brief gestuurd over beleidsontwikkelingen op het gebied van bodem, geluid, ammoniak en veehouderij
Het beleidsveld Bodembescherming is – net als geluidhinder – “aanvullingswetgeving”. De Wet bodembescherming vormt sinds de jaren ’80 de sectorale milieuwet voor bodemsanering – en bescherming en deze zal te zijner tijd worden ingetrokken. In de brief zijn onder meer de volgende uitgangspunten vermeld:
- uitgangspunt blijft het bereiken van een goede bodemkwaliteit door het voorkomen van nieuwe verontreinigingen en opruimen van bestaande verontreinigingen;
- preventieve algemene regels voor activiteiten om bodemverontreinigingen te voorkomen worden overgenomen in de uitvoeringsregelgeving van de Omgevingswet;
- voor bestaande bodemverontreinigingen wordt meer gestreefd naar algemene regels voor de aanpak daarvan. Slechts in uitzonderingsgevallen zal nog behoefte bestaan aan een vergunning (nu: saneringsplan en goedkeuring door bevoegd gezag);
- het bevoegd gezag wordt belegd bij de gemeente. Nu zijn dat de provincies en een groot aantal grotere gemeenten;
- de normering van de Wet bodembescherming is solide en zal in de Aanvullingswet worden gehandhaafd. Wel zal het bestaande gebruik en de risico’s voor de mens een grotere rol gaan spelen;
- tussen de maximale waarde en de voorkeurswaarde krijgt de gemeente beleidsvrijheid om gebiedsgericht af te wegen welke eisen zij stelt aan de bodemkwaliteit voor ontwikkelingen.
De beleidsbrief gaat verder in op het beëindigen van de taken van de Technische Commissie Bodembescherming (TCB) en op de vereenvoudiging van het publieke toezicht (normering met certificatie en accreditatie). Ondanks dat nog niet geheel duidelijk hoe de aanvullingswet er uit komt te zien, is al wel duidelijk dat de basisprincipes van de Wet bodembescherming grotendeels overeind blijven. Met name voor (kleinere) gemeenten zal er veel gaan veranderen nu zij meer bodemtaken krijgen en sowieso bodem en ondergrond in het omgevingsplan en omgevingsvisie een volwaardig en integraal onderdeel gaan vormen.
(Bron: Omgevingsweb via Xpert Omgevingszaken)
Geef een reactie