Niet begin 2022 maar een half jaar later. De invoering van de Omgevingswet is opnieuw vertraagd. Grote boosdoener blijft de haperende ontwikkeling van de ICT achter de nieuwe wet. Gemeenten zullen tal van kosten zien stijgen.
Het uitstel van de invoeringsdatum is het resultaat van het bestuurlijk overleg gisteren tussen de vier overheidslagen. Demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft de beide Kamers vandaag van de vertraging op de hoogte gebracht. Het uitstel van de Omgevingswet was onvermijdelijk en komt dan ook niet als een verrassing.
Digitaal stelsel
Gemeenten en andere overheden hebben met name meer tijd nodig om het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) werkend te krijgen. Uit een recent gepubliceerde test blijkt dat de software nog steeds niet af is. De door gemeenten gestarte DSO-werkplaatsen brachten de verschillende mankementen van de ICT al aan het licht. De problemen doen zich vooral voor bij het publiceren en wijzigen van omgevingsplannen. Op zijn vroegst in oktober, zo schrijft Ollongren, zullen de softwareleveranciers hun systemen op orde hebben. Dan pas kunnen de laatste gemeenten gaan oefenen.
Mochten gemeenten tegen de nieuwe deadline alsnog problemen ervaren met de software, dan belooft de minister een noodvoorziening beschikbaar te hebben om de gemeentelijke dienstverlening in de lucht te kunnen houden. Gemeenten kunnen omgevingsplannen dan tijdelijk nog met de huidige ICT-standaarden publiceren en muteren. Uiterlijk een half jaar voor inwerkingtreding van de wet moeten deze tijdelijke voorzieningen beschikbaar zijn voor gemeenten om mee te oefenen.
Landelijke voorziening
Ook de landelijke voorziening van het DSO is nog altijd niet stabiel. Eind april uitten de Tweede Kamerfracties van GroenLinks, VVD en SGP in schriftelijke vragen hun zorgen over de dreigende crisis in de woningbouw die de haperende landelijke DSO-voorziening zou kunnen veroorzaken. Ook stedenbouwkundige adviesbureaus hebben nog geen aansluiting op het landelijke systeem, hoewel ze gelden als onderdeel van de keten van omgevingsplannen. Wat de ontwikkeling van de landelijke DSO-voorziening nog gaat kosten, laat Ollongren momenteel in kaart brengen.
Het uitstel betekent voor gemeenten dat ze weer een half jaar extra bezig zijn met de implementatie en met het overeind houden van hun bestaande ICT. Onlangs waarschuwden lokale overheden wederom voor de hoge invoeringskosten die de wet met zich meebrengt. Volgend jaar moet een financiële evaluatie uitwijzen hoe hoog de extra kosten precies uitvallen, zo heeft Ollongren in het bestuurlijk overleg afgesproken.
Strenge geluidsregels
De wetgeving zelf is volgens Ollongren inhoudelijk bijna afgerond. Politiek wordt nog wel aan de zogeheten aanvullingssporen gesleuteld, bedoeld om de laatste losse eindjes van de Omgevingswet weg te werken. Een van de hindernissen zijn de strenge geluidsregels voor spoor en vliegverkeer die op veel plekken in het land gevolgen voor woningbouw hebben.
Het half jaar uitstel van de Omgevingswet betekent ook dat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) pas per 1 juli in werking treedt. Beide voorstellen zijn inhoudelijk gekoppeld. De laatstgenoemde wet beoogt privatisering van het bouwtoezicht, ook dit voorstel kan gemeenten op kosten jagen.
Wkb-proefprojecten
Daarnaast wil het niet vlotten met het benodigde aantal Wkb-proefprojecten. Om de knelpunten aan te pakken, zijn pilots nodig waar gemeenten én marktpartijen aan deelnemen. Maar tot nu toe zijn er alleen kleinschalige pilots geweest. De ambitie is om 180 van dit soort proeven op te zetten, voorlopig bleef het bij een handvol. Ollongren erkende tegenover de Eerste Kamer dat er ook nog geen pilots met een gedegen evaluatie zijn afgerond.
In een recent YouTube-filmpje werden de voorzitters van VNG, Bouwend Nederland en installateurskoepel Techniek Nederland opgetrommeld om hun achterban tot proefprojecten te bewegen. Ook daar is nu dus een half jaar extra voor.
Dirk Rood says
Helemaal mee eens. Het is deels oude wijn in nieuwe zakken. Voor een integrale afweging van plannen van de inwoners,bedrijven en gemeenten, is geen nieuwe wetgeving nodig. Je bent nu al verplicht om gedegen onderzoek te doen en een gedegen afweging en beoordeling te maken. Voor de houding van meedenken en meewerken aan plannen van de inwoners en bedrijven ontbreekt ook de noodzaak van wetgeving. Een gemeente en haar bestuurders en medewerkers moeten die houding al hebben.
Mr. A.W. (Noud) Klaassen, directeur Klaver BV says
Ik probeer al een tijdje een forum te vinden voor een commentaar op de Omgevingswet. Ik hoop dat u onderstaande tekst in uw volgende nieuwsbrief kunt opnemen. Het wordt hoog tijd dat er aan de bel wordt getrokken om gemeenten (waar ik me op focus) te behoeden voor deze volstrekt overbodige wet.
Op dit moment voltrekken zich op het nationale en internationale toneel diverse taferelen en dagelijks staan deze (terecht) in de spotlights. Maar er wordt totaal geen aandacht besteed aan de Omgevingswet die per 1-1-2022 eindelijk eens een keer in werking zou treden. Zojuist las ik in de kamerbrief van heden (27 mei) dat de inwerkingtreding voor de zoveelste keer weer is opgeschort naar 1 juli 2022. Als het aan mij zou liggen, zou ik zeggen: stop met deze onzinnige wet. Het is oude wijn in nieuwe zakken en de beoogde meerwaarde is er niet. Er worden 24 wetten gebundeld in één wet. De bedoelingen (integratie van alle beleidsvelden in het omgevingsrecht) zijn goed, maar het resultaat is een drama. Dat er integraal moet worden gewerkt is prima, maar dat kan ook met de huidige regelgeving. Daarvoor hoeft niet alles op zijn kop te worden gezet. En het is een illusie om te denken dat er met wetgeving een cultuurverandering kan worden bewerkstelligd. Kortom, het wordt een groot fiasco en een financiele ramp. De implementatie van deze wet bij rijk, provincies en gemeenten wordt geschat op meer dan 1 miljard euro. Niemand heeft ooit gevraagd om deze wet, maar bij het rijk is een batterij aan ambtenaren dagelijks bezig om deze veel te pretentieuze wet aan de man te brengen.
Ik heb jarenlang gewerkt bij gemeenten en een provincie en weet van de hoed en de rand als het gaat om de juridische aspecten van de ruimtelijke ordening en aanverwante beleidsvelden. Vanaf 1980 heb ik een eigen adviespraktijk en heb als docent/inleider vele cursussen en congressen verzorgd voor met name beleidsmedewerkers van gemeenten. Ook nu doe ik dat nog met regelmaat en richt ik me op de implementatie van deze nieuwe wet bij gemeenten. Ik maak me grote zorgen nu ik dagelijks merk dat gemeenten geen raad weten met deze wet. Je moet echt van alle markten thuis zijn op vele terreinen om het geheel te kunnen overzien. En aan bestuurders, laat staan ‘gewone’ burgers, is die nieuwe wet niet uit te leggen. Alleen al de term ‘omgevingswet’! En op het ministerie denken ze met die Omgevingswet problemen op te lossen op het gebied van energietransitie, klimaat, stikstof en noem het allemaal maar op.
Geen gemeente is er klaar voor en de stroom aan literatuur, cursussen, congressen, draaiboeken, factsheets en allerlei materiaal dendert doodleuk maar door. Ik hoop dat die Omgevingswet ook in de formatie wordt betrokken. Een laatste kans om deze geld verslindende wet te stoppen. Ik besef dat er zaken spelen die veel en veel belangrijker zijn, maar misschien is dat juist de reden dat deze mega-operatie er gewoon tussendoor fietst. Het is een juridisch monster dat een behoorlijke puinhoop aan het veroorzaken is.
Als deze wet er komt, kan dit voor elke burger die iets wil realiseren, consequenties hebben. De begrippen ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en milieu (zie ook het voormalige ministerie van VROM) maken plaats voor ‘omgevingsrecht’. Niemand snapt dit begrip en alles wordt daar aan opgehangen. Nu er een woningtekort is, wordt er ineens weer gesproken over een nieuwe minister van volkshuisvesting, dus weer terug naar af. Waarom geen nieuwe omgevingsminister? Omdat dit nergens op slaat. En om het woningtekort op te heffen is dat echt niet nodig. De huidige wetgeving zit goed genoeg in elkaar, maar er moeten geen oplossingen worden gezocht via nieuwe wetgeving. Mijn alternatief is om ervoor te zorgen dat er sneller kan worden gewerkt en dat procedures worden verkort. En dat wordt niet bereikt met weer nieuwe regels waar gemeenten geen chocola van kunnen maken. Ik vraag me echt af wie dit idiote circus heeft verzonnen.
Alles wat beweegt in Nederland moet in regels worden gegoten. Te weinig huizen, dan maar permanente bewoning toestaan op recreatieterreinen om maar eens een voorbeeld te noemen. De oorspronkelijke wet op het gebied van ‘ruimte’ dateert al van 1901 (Woningwet). Nadien is deze wet talloze malen aangepast en is nieuwe wetgeving tot stand gekomen. En ook die is weer talloze malen gewijzigd. Ik kan me niet voor de geest halen dat de wetgeving er één keer beter van is geworden. Voor de gewone burger is het echt abacadabra. Wil je bijvoorbeeld een tuinhuis bouwen, dan moet je een omgevingsvergunning aanvragen voor de activiteit bouwen, maar dan moet je wel eerst bekijken of het niet vergunningvrij is, dan wel of die vergunning nodig is voor het technisch deel of het ruimtelijk deel van de aanvraag. En dat kan ook nog per gemeente verschillen. Als het bouwplan niet kan via een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, kan het mogelijk wel via een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Dat is aan de balie niet meer uit te leggen.
Mr. A.W. (Noud) Klaassen)
Directeur Klaver BV
H.J. van Zelst says
Hier kan ik kort over zijn, helemaal met de spreker (dhr. Klaassen) eens.