Ondanks geruchten over uitstel staat de Omgevingswet vooralsnog gewoon gepland voor 2021. Aan gemeenten de taak om verstandige keuzes te maken. Wat we nodig hebben, is veel meer oog voor de gezondheid van mens en organisatie. Onszelf blindstaren op een datum is onzinnig.
De alarmistische toon is eensgezind en duidelijk: gemeenten zijn ‘nog lang niet klaar’ voor de Omgevingswet. Wat is er aan de hand? Meer dan de helft van de gemeenteambtenaren denkt dat hun gemeente niet op schema ligt voor tijdige invoering. Verder bestaat er grote zorg over de functionaliteit van het Digitaal Stelsel voor de Omgevingswet (DSO). Ambtenaren vrezen dat dit stelsel onvoldoende ondersteuning biedt aan initiatiefnemers. Ten derde zijn inwoners en bedrijven zijn nog niet voldoende voorbereid. En tot slot zijn er zorgen over de afstemming tussen overheden.
‘Minimaal’ klaar zijn voor de wet?
Na eerste lezing van de onderzoeksuitkomsten springen alle seinen op oranje. Dat gaat niet goed. Met de moeizame decentralisaties in het sociaal domein nog in gedachten, zullen veel programma- en projectmanagers opdracht krijgen hun plannen verder aan te scherpen, risicoanalyses uit te voeren en een second opinion te laten opstellen. Voordat je het in de gaten hebt zijn de ‘minimale voorwaarden’ van de VNG het criterium voor succesvolle invoering van de wet. Volgens mij betekent ‘klaar zijn voor de wet’ iets heel anders.
Ik werk als programmamanager Omgevingswet en herken de uitkomsten. Dat geldt ook voor de programmamanagers die ik hierover heb gesproken. Maar zij nuanceren het onderzoek ook. De invoering van de Omgevingswet is een complex vraagstuk: veel is nog onduidelijk, de beleidswerkelijkheid wijkt af van de uitvoeringspraktijk, de middelen zijn beperkt en professionals verkeren nog in onzekerheid over de situatie op 1 januari 2021.
Bijna de helft van de ambtenaren in het onderzoek geeft aan te (moeten) werken in de geest van de wet (ja, tenzij). Ik vraag mij af hoe zij dat doen. De transformatie komt net op gang. De risico’s en knelpunten uit het onderzoek gaan vooral over de systemen, protocollen en procedures. Dat is opvallend. Er lijkt bovendien sprake van een ‘externe locus’: het is de ander die moet veranderen (inwoner, medeoverheid en DSO). Dit is in combinatie met financiële onzekerheid zorgwekkend.
Cultuurverandering donderdagmiddag
Als de systemen maar beschikbaar komen en de ander verandert, dan komt het wel goed met de transformatie: echt waar? Het doet mij denken aan de ironische Fokke & Sukke-comic over organisatieverandering: ‘op donderdagmiddag om 15.00 uur vindt de cultuurverandering plaats’. Op 1 januari 2021 is de nieuwe werkwijze ingevoerd. Als we de invoering van de Omgevingswet zien als een transformatie, dan is 1 januari een belangrijke mijlpaal, maar ook niet meer dan dat. Laten we het belang van de precieze datum dus niet overdrijven.
Een transformatie is een taai proces; een ontdekkingsreis met kracht en tegenkracht, vooruitgang en stagnatie, hoop en verlies, kansen en bedreigingen, visie en verstarring. Gemeentemedewerkers moeten er zelf mee aan de slag! Niet wachten op de ander, het systeem of de boekhouder, maar met collega’s en het bestuur in gesprek gaan over de doelen van de wetgever. Met partners de mogelijkheden voor nieuwe initiatieven ontdekken. De consequenties voor financiën, taken en processen inventariseren.
Angst om het anders te doen
Dit vraagt een klimaat waarin professionals hun meerwaarde voor de samenleving als uitgangspunt nemen. Belangstelling hebben voor elkaar. Oog hebben voor zorgen en risico’s, die er ook zijn. Op hun handen zitten en oordelen uitstellen. Beschikbare kennis (her)gebruiken, samen onderzoeken, experimenteren en uitdagen. Niet eindeloos praten over financiële risico’s, maar kleinschalig uitproberen. Een gezond klimaat waarin verschillen mogen bestaan en waar gelegenheid is voor reflectie en evaluatie.
Dit vraagt kennis van en oog voor de gezondheid van professionele leerprocessen binnen gemeenten. Helaas weten we ook dat de angst ‘om het anders te doen’ nogal eens de overhand neemt. Vooral bij politici zou die voorzichtigheid groot zijn, zo komt naar voren uit onderzoek. Dat doet mij helaas het ergste vrezen voor de gezondheid van het klimaat.
Michiel Louweret werkt als zelfstandig adviseur, interimmanager en trainer voor opdrachtgevers bij de overheid.
wim tijssen says
De Ow herijkt de verantwoordelijkheidsverdeling tussen samenleving en overheid. Als overheden moeten wij daar al mee bezig zijn. De Ow is niet meer dan een zetje in de rug, maar ook niet meer dan zet. En dan is de datum weinig interessant meer.