De Europese dienstenrichtlijn bepaalt onder meer de vrije vestiging van detailhandel. Vormt dit een belemmering voor bestemmingsplannen?
Dat kan, antwoordt advocaat Bart de Haan in zijn analyse op Vastgoed Journaal. De uit 2006 daterende richtlijn van de Europese Unie verzekert de vrijheid van vestiging. Dit om de interne markt te stimuleren. Daarom mogen geen belemmerende vergunningsstelsels worden bedacht tenzij deze discriminerend werken, zij worden gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang en het doel niet door minder beperkende middelen kan worden bereikt.
Dus, hoe zit het dan met bestemmingsplannen en de vestiging van detailhandels.
Volgens De Haan is vooral het tweede criterium van belang voor het bepalen van een bestemmingsplan. De crux is een dwingende reden van algemeen belang. En ruimtelijke ordening is natuurlijk in het algemene belang, waarmee niet is gezegd dat een vergunningstelsel zonder criteria in het leven kan worden geroepen. Aan de hand van de dienstenrichtlijn betekent een non-discriminatoir stelsel zonder nationaliteits- en inschrijvingseisen.
Ruimtelijke ordening
De richtlijn is niet van toepassing als het gaat om voorschriften voor ruimtelijke ordening en stedenbouw. De vraag is dan nog wel of binnen een planologische maatregel zoals een bestemmingsplan helemaal geen eisen mogen worden gesteld aan het vestigen van een detailhandel. Het antwoord is: nee, stelt De Haan in zijn analyse.
Voor ruimtelijke ordening mag dan wel een vergunningstelsel worden ontworpen, maar uit de richtlijn “volgt ook dat de vergunning niet van economische criteria afhankelijk mag worden gesteld. Dat betekent dat strijd met de dienstenrichtlijn wordt voorkomen als geen economische criteria worden gehanteerd en geen economisch motieven aan planologische maatregelen ten grondslag worden gelegd.”
Marktordening
Conclusie? Ruimtelijke ordening is prima en kent weinig belemmeringen binnen de Europese richtlijn. Marktordening is verboden. Gemeenten kunnen enkel eisen stellen aan de vestiging van detailhandel als het gaat om de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving.
Kennislink
Bestemmingsplannen en de vestiging van detailhandel >> |
---|
Remko Bak says
Ik vind de concusie ook niet helemaal helder. Het omvallen van een winkel als gevolg van (nieuwe) concurrentie is volgens mij geen argument meer. Hoe vertalen we ruimtelijke kwaliteit? We moeten zoeken naar zaken als: afstand tot winkels en keuzevrijheid van de consument.
Marc Majolee says
Dit is een belangrijk en heikel onderwerp op dit moment in de detailhandelsector. Zowel bij marktpartijen (retailers, ondernemers, projectontwikkelaars en beleggers/eigenaren) als de overheid. Duidelijk is dus geboden zodat ambtenaren weten wat nu wel en niet mag. Deze (juridische) toelichting lijkt helder, maar is dat maar beperkt. Het gaat om de uitwerking van het begrip ‘ruimtelijke kwaliteit’ wat in Nederland met zijn fijnmazige detailhandelsstructuur vrijwel onvermijdelijke gepaard gaat met economische effecten (congestie, verdringing etc.). Bovendien is de praktijk weerbarstig: retailers proberen het, wethouders op zoek naar grondopbrengst werken soms mee, maar de broondnodige visie ontbreekt vaak. Iets wat wel nodig is om de ruimtelijke kwaliteit (wat is nu kwaliteit en wat wil de consument, anders komt hij er gewoon niet!) vorm te kunnen geven.