De zorgen of gemeenten hun software voor de nieuwe Omgevingswet op tijd beschikbaar en werkend hebben, zijn nog niet voorbij. Medio dit jaar moet voldoende zeker zijn of het landelijke digitaal stelsel eind 2020 goed op de rit staat. Een van de vereisten voor inwerkingtreding van de wet.
De grote belofte van de Omgevingswet is dat er straks één digitale ingang is naar ruimtelijke regels en plannen van de overheid: het Omgevingsloket. Burgers en bedrijven die iets willen ondernemen, kunnen met één klik op een perceel of gebied zien welke regels op die locatie van toepassing zijn. Nu moeten ze daar slecht doorzoekbare bestemmingsplannen, verordeningen en andere documenten voor doorvlooien.
Via het nieuwe digiloket komt de omgevingsregelgeving van gemeenten én andere overheden beschikbaar. Nu zijn dat alleen nog de rijksregels. Bij circa 160 veelgebruikte aanvraagtypen kunnen initiatiefnemers ‘vragenbomen’ gebruiken. Via een interactief digitaal formulier krijgen ze alleen de voor hun activiteit relevante vragen en indieningsvereisten voorgelegd. Met een check kunnen ze zien of een vergunning of melding nodig is.
Verplicht digitaal ontvangen
Gemeenten zijn wettelijk verplicht vanaf 1 januari 2021 vergunningaanvragen en meldingen digitaal te ontvangen. Daarvoor moet nog veel gebeuren. Uit de Monitor Invoering Omgevingswet van vorig jaar september blijkt dat ongeveer een derde van de 355 gemeenten bezig is met het aanpassen of aanschaffen van systemen. Om nieuwe plannen en regels te kunnen publiceren, moeten overheden hun systemen voor vergunningverlening koppelen aan de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV).
Voor het publiceren van wijzigingen van het omgevingsplan (het nieuwe ruimtelijk plan), moeten de gemeenten ook hun plansoftware aan het DSO koppelen. Voor aansluiting op de inmiddels beschikbare ‘pre-omgeving’, die later door de echte productieomgeving van het DSO opgevolgd wordt, zijn zo’n 180 gemeenten aangemeld door softwareleveranciers Centric en Roxit. Maar allemaal moeten ze zelf nog kenbaar maken dat ze er technisch klaar voor zijn. Na aansluiting gaan deze organisaties de omgeving vullen met hun eigen informatie en oefenen.
‘Totaal nieuwe puzzel’
Dat is veel werk, weet zelfstandig ICT-expert Roland van de Boel. Hij ondersteunt een aantal gemeenten, omgevingsdiensten en waterschappen bij het koppelen van systemen aan het DSO. ‘Deze puzzel is totaal nieuw voor gemeenten,’ zegt de kenner. ‘Bovendien kan slechts een handvol leveranciers alle functionaliteiten bieden. Dus de keus is beperkt. Ook kunnen gemeenten alvast wel een pilot draaien met hun huidige leverancier, maar voor het vernieuwen van software zijn ze vaak verplicht tot een aanbesteding en dat zijn tijdrovende projecten.’
Terwijl de tijd dringt: medio dit jaar al moet helder zijn of het totale DSO op het vereiste basisniveau functioneert. Dat is een van de voorwaarden voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet begin 2021. Uiterlijk eind maart moet uit een ‘gateway review’ blijken of de kwaliteit van de pre-omgeving voldoende is voor gemeenten om te beginnen met oefenen. Het interbestuurlijke acceptatieteam beoordeelt in dezelfde periode of het DSO aan de gestelde wensen voldoet.
Kritisch tijdpad
‘De alarmbellen gaan nog niet af, maar het tijdpad is kritisch,’ stelt Van de Boel. ‘De ondergrens is dat gemeenten via het DSO plannen bekend kunnen maken en aanvragen in ontvangst kunnen nemen. Dat gaat per 1 januari 2021 wel lukken. De uitdaging is meer te bereiken, zoals een geoliede dienstverlening met de interactieve vragenbomen. Deze functionaliteit moet niet alleen goed zijn gebouwd, het beheer ervan moet vlekkeloos verlopen.’
Programmamanager Invoering Omgevingswet Annemieke van Brunschot van de VNG beaamt dat het krap is. ‘Daarom is het zaak dat gemeenten zo snel mogelijk aansluiten op de pre-omgeving. Dan is er meer tijd voor vullen en oefenen. Als de resterende gemeenten pas op het laatste moment in actie komen, ontstaat er filevorming. We willen niets forceren, maar alles draait erom dat we medio dit jaar een verantwoord besluit kunnen nemen.’
Gemeenten die aanbestedingen hebben lopen, zouden in tijdnood kunnen raken en de deadline voor 2021 missen. Daar zit haar grootste zorg, zegt Van Brunschot. ‘Al kunnen ze wellicht meeliften op de systemen van hun omgevingsdienst, die een deel van de VTH-taken voor hen doet. Alle omgevingsdiensten hebben aangegeven dat zij hun systemen tijdig gereed hebben. Het belangrijkst voor gemeenten is continuïteit van de dienstverlening.’
Haarlem: aanbestedingen lopen
In Haarlem zegt projectleider digitalisering Omgevingswet Chris van Rossum dat zijn gemeente op schema ligt. Eind vorig jaar is de aanbesteding van de applicatie voor het behandelen van omgevingsaanvragen gestart. Ook is een begin gemaakt met het aanbesteden van de software voor wijzigingen van het omgevingsplan en voor het toepasbaar maken van regels.
De vragenbomen, die het indieners makkelijker moeten maken, vereisen het omzetten van de oorspronkelijke regelgeving in begrijpelijke taal. Zodat mensen snappen wat er nodig is, en ze het juiste formulier met passende vragen voor hun locatie en activiteit krijgen voorgeschoteld.
‘Het punt is vooral dat we voldoende tijd moeten reserveren om ambtenaren te laten oefenen met de nieuwe applicaties. Daar kunnen we pas mee beginnen, als de aanbestedingen zijn afgerond. Ook helpt het niet dat nog niet alle technische standaarden definitief zijn,’ legt Van Rossum uit.
Vertraging STOP-standaard
Om koppelingen tussen lokale systemen en het DSO te maken, zijn uitwisselingsstandaarden nodig. Twee noodzakelijke standaarden (voor vergunningen en meldingen en het zoeken via vragenbomen) zijn al enige tijd beschikbaar. Een belangrijke standaard die vertraging heeft opgelopen, is de STOP-standaard voor het wijzigen van omgevingsplannen via de landelijke voorziening voor bekend maken en beschikbaar stellen (LV-BB).
Deze landelijke voorziening maakt regelgeving bekend via wetten.nl en het Gemeenteblad en levert regels, werkingsgebieden en wijzigingen aan het DSO-LV. Van de STOP-standaard zijn twee functionaliteiten (geometrie en muteren) nog niet gereed. ‘We hadden deze standaard eerder compleet willen hebben, maar dat is niet gelukt,’ zegt Heleen Groot, directeur van het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet. ‘Dat zal zo snel mogelijk gebeuren.’
Landelijk deel DSO werkt
De beslissing medio 2020 of de wet op 1 januari 2021 in werking treedt, zal volgens Groot sterk afhangen van de ervaringen van gemeenten zelf. ‘Het komend halfjaar moet uitwijzen of de landelijke en lokale systemen stabiel genoeg zijn. Uit de harde gegevens die wij zelf registreren, weten we dat het landelijk deel van het DSO werkt. Het is uitgebreid getest overheidsbreed met maar liefst 123 praktijkproeven, voordat het oefensysteem werd vrijgegeven. Het stelsel is nog niet af, maar iedereen kan er nu mee aan de slag.’
Het uiteindelijke gebruik, benadrukt Groot, dát geldt natuurlijk als ’the proof of the pudding’. De komende maanden wordt het koppelen aan en werken met het DSO-LV gemonitord. ‘Zo zullen we zien welke gemeenten problemen ondervinden. Zijn dat er 10 of 150? Als het maar een klein aantal is, vinden we daar ongetwijfeld een oplossing voor.’
Geef een reactie