Het Digitaal Stelsel Omgevingswet, het DSO, is niet stabiel en betrouwbaar genoeg om per 1 januari live te gaan. Daarmee lijkt de Omgevingswet op het zoveelste uitstel af te stevenen.
Gemeenten en andere overheden hebben nog onvoldoende gelegenheid gehad om het DSO te testen. Deze ‘ketentests’ bieden daardoor onvoldoende zekerheid of de software bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet goed werkt.
Dat is de conclusie van het Adviescollege ICT-toetsing, dat maandag zijn definitieve rapport naar de Eerste Kamer stuurde.
Kwaliteit onduidelijk
Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) is niet in staat objectief vast te stellen of de kwaliteit van het DSO aan de acceptatiecriteria voldoet voor ingebruikname, concludeert het college. Ook kan het ministerie niet objectief inschatten wanneer dat wél het geval is.
Testen van het DSO is van cruciaal belang om technische problemen te beperken met de publicatie van wettelijke instrumenten, zoals het omgevingsplan. De ICT-adviseurs merken op dat nog niet alle functionaliteiten zijn getest.
Er zijn ook geen testontwerpen aangetroffen die de gehele keten integraal, van planvorming tot vergunningverlening, afdekken. De eerder door het adviescollege geadviseerde ketentestomgeving is niet gerealiseerd.
Het DSO-onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de Eerste Kamer, die binnenkort de knoop doorhakt over de geplande invoering van de Omgevingswet.
In juli ging de senaat weliswaar akkoord met de ingangsdatum van 1 januari 2023, maar met een ‘noodknop’. Als het DSO blijft haperen, zou alsnog uitstel volgen. Haperingen zijn er onmiskenbaar, zo blijkt uit het advies.
Geen adviesdatum
Het college spreekt zich alleen niet uit over de gewenste datum van inwerkingtreding. Daarvoor is de opzet van het onderzoek te beperkt. De besluitvorming hierover omschrijft het college als een ‘dilemma’.
Mocht de Eerste Kamer groen licht geven, dan adviseren de onderzoekers nadrukkelijk in te zetten op het oplossen van tekortkomingen van het DSO, en maatschappelijke risico’s te beperken. Het onderzoek is uitgevoerd tussen 22 augustus en 30 september.
Vorige week zong nog rond dat het advies twee jaar de tijd zou aanbevelen voor een acceptabel niveau van de software. Dat kwam uit het gelekte conceptadvies. In het definitieve advies wordt dit uitstel niet heel stellig gebracht, maar als mogelijk scenario.
Lappendeken gemeenten
Wel velt het rapport een oordeel over de tijdelijke alternatieve maatregelen, die de minister voor achterblijvende gemeenten in petto zegt te hebben. Lokale overheden die niet direct naar de DSO-omgeving kunnen overstappen, zouden nog een jaar lang hun huidige software kunnen blijven gebruiken.
Het adviescollege stelt dat deze oplossingen de risico’s van de inwerkingtreding weliswaar verlagen, maar dat ze daarbij ‘extra complexiteit’ introduceren. Zo dreigt een lappendeken van werkwijzen voor gemeenten te ontstaan, die ten koste gaat van de gebruiksvriendelijkheid, begrijpelijkheid en bruikbaarheid van het systeem voor inwoners en bedrijven.
Eerder werd al gewaarschuwd dat gemeenten ook aan tijdelijke oplossingen veel werk zullen hebben, en dat de resterende tijd erg krap is om die route te bewandelen.
De alternatieve technische maatregelen zijn zodoende door slechts een klein aantal gemeenten beproefd. Op dit punt zou er onvoldoende centrale regie zijn.
Informatie minister
De Jonge heeft zich tot zover ingespannen om de ingangsdatum van 1 januari 2023 door te zetten. De minister komt vrijdag met een reactie op het laatste advies, zo schrijft hij aan de Eerste Kamer.
Vrijdag volgen tevens bevindingen van de bewindsman zelf: de uitkomst van een enquête naar de stand van zaken bij de bevoegde gezagen, én de resultaten van de tweede periode van ketentests.
De eerste fase van ketentesten wijst uit dat het testen nog ver onder de maat is.
De Eerste Kamer debatteert op 1 november met De Jonge over de definitieve inwerkingtreding.
Hugo kan niks says
Hoeveel rode seinen heeft die pannenkoek nodig?