De Eerste Kamer worstelt met de beperkte informatie die ze krijgt van minister De Jonge over het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). De eerste testresultaten zijn ronduit mager. Zijn toezegging om de opzet van een enquête te delen, kwam de minister niet na.
De kritiek kwam dinsdag naar voren tijdens een commissieoverleg over de stand van zaken van de Omgevingswet en het DSO. Sinds april wordt het DSO door gebruikers getest op het vereiste basisniveau voor inwerkingtreding van de wet volgens planning, op 1 januari 2023. De senaat wil betrouwbaar inzicht in de resultaten.
De tests moeten uitwijzen of de ICT achter de Omgevingswet robuust genoeg is. Zo wordt de publicatie van cruciale wettelijke instrumenten getest, zoals het omgevingsplan, het projectbesluit en verordeningen.
‘Indringend ketentesten’ is een van de maatregelen waar het Adviescollege ICT-toetsing in februari op heeft aangedrongen.
Eerste test stelde weinig voor
Van april tot juli liep de eerste fase van deze testperiode. Er deden slechts zeven gemeenten mee, naast een handvol medeoverheden en omgevingsdiensten. In de rapportage die De Jonge naar de Eerste Kamer stuurde, concludeert de DSO-organisatie dat er te weinig bevoegde gezagen aan de tests hebben meegedaan. De representativiteit zou daar niet onder lijden.
Inhoudelijk stelden de tests onvoldoende voor, omdat niet alle wetsinstrumenten zijn getest. De reden hiervoor is dat de functionaliteiten nog niet in de software van gemeenten en andere overheidslagen beschikbaar zijn. De eerste testfase biedt hiermee geen uitsluitsel over de werking van het DSO. De tweede testfase loopt tot 1 november.
Onderzoekers van Deloitte trokken in augustus geen conclusie over de stabiliteit en de werking van het digitaal stelsel, waar de senatoren wel op hadden gehoopt. Ze toetsten slechts of bevindingen van het Adviescollege ICT-toetsing correct zijn opgevolgd door de minister. Dat bleek het geval.
Alternatieve maatregelen
De Eerste Kamer wil ook inzicht in de tijdelijke alternatieve maatregelen die De Jonge in petto heeft voor gemeenten die straks bij de inwerkingtreding nog niet naar de nieuwe DSO-software over kunnen stappen. Deze gemeenten kunnen dan nog een jaar lang hun oude computersystemen voor het ontsluiten en wijzigen van omgevingsplannen gebruiken.
Een groot deel van de technische maatregelen hiervoor is nog niet gereed en wordt bovendien door slechts een beperkt aantal gemeenten beproefd. Dit staat gepland voor de huidige tweede testfase. Of de tijdelijke alternatieve maatregelen haalbaar zijn, moet dus nog blijken. Voorzien wordt dat gemeenten ook hieraan veel werk zullen hebben.
In juli ging de Eerste Kamer akkoord met de ingangsdatum van de Omgevingswet, weliswaar met een ingebouwde ‘noodknop’. Als het DSO in oktober blijft haperen, kan alsnog uitstel volgen.
In de tweede week van oktober verschijnt het door de senaat gevraagde geactualiseerd onderzoek door het Adviescollege ICT-toetsing naar het DSO.
Onderzoeksopzet niet gedeeld
In de loop van september komt De Jonge met de resultaten van een enquête onder overheden. Dit onderzoek moet licht werpen op de ervaringen met de implementatie van de Omgevingswet in de praktijk, heeft De Jonge aan de Eerste Kamer toegezegd.
In de senaat klinkt kritiek op de gang van zaken rond het onderzoek. ‘De minister zou ons de opzet vooraf sturen. We hebben er een paar zinnen over gezien in een Kamerbrief. Inmiddels is de enquête verstuurd,’ zegt PvdA-senator Fiers. ‘Ons doel was een representatief beeld te krijgen van de uitvoeringspraktijk. Is die er klaar voor?’
Of daar een helder antwoord op komt, is twijfelachtig, aldus Fiers. ‘De reactietijd is zeer beperkt. Voor het invullen is bestuurlijke afstemming nodig. Onduidelijk is of er vragen worden gesteld of er met het DSO is getest en wat de resultaten hiervan zijn.’
Planning blijft krap
De planning blijft krap. Op 1 november staat het beslissende debat met De Jonge op de agenda, terwijl de senaat nog altijd worstelt met beperkte informatie vanuit het ministerie.
Meer dan de helft van de gemeenten heeft nog niet met de DSO-software kunnen oefenen. Volgens de Aansluitmonitor zijn op dit moment 197 gemeenten in staat een omgevingsplan te publiceren. Met de kanttekening dat dit doorgaans vrij eenvoudige omgevingsplannen zijn, die desondanks veel tijd vergen in het DSO.
In de zogeheten planketen doen zich veel technische problemen. Daarin ligt ook de hoofdreden voor het veelvuldige uitstel van de invoering van de Omgevingswet. De wetgeving zelf is door beide Kamers aangenomen, alleen de ingangsdatum blijft een heikel punt.
In augustus kwam naar buiten dat het ministerie en de DSO-organisatie de ICT-problemen onder het tapijt schoven, en dat De Jonge de Eerste Kamer te rooskleurig informeerde. De software was in april niet zo stabiel als de minister voorspiegelde. Dat bleek uit de overleggen tussen de DSO-organisatie en softwareleveranciers.
‘Te kort door de bocht’
In antwoorden op Kamervragen hierover stelt de minister dat hij hooguit ‘te kort door de bocht is gegaan’. Van manipulatie was naar zijn oordeel beslist geen sprake.
Transparanter wordt het niet. Zo besloot het ministerie de overleggen tussen softwareleveranciers en de DSO-organisatie niet langer op te nemen. Deze stukken zijn dus niet langer opvraagbaar voor de buitenwacht.
De Eerste Kamer verweet het kabinet al vaker onvolledige en onduidelijke informatie te verstrekken over met name het functioneren van het DSO. De hamvraag is dan ook of de senatoren in november over voldoende voortgangsinformatie beschikken voor een verantwoorde besluitvorming.
Integer escalatiegedrag
De Jonge probeert intussen ook de ophef over vermeende intimidaties vanuit het ministerie van BZK en de DSO-organisatie weg te nemen. De hoogste ambtenaar op zijn departement moet met medewerkers het gesprek aangaan over omgangsvormen en grenzen van ‘integer escalatiegedrag’.
Ook met de melders zelf heeft de secretaris-generaal gesprekken gevoerd. Half september verwacht De Jonge de Eerste Kamer hierover te kunnen informeren.
Eerder schreef De Jonge dat hem niet bekend is dat ambtenaren die het parlement moeten informeren over de voortgang van de Omgevingswet vooraf gevraagd wordt of ze ‘goed kunnen liegen’.
Geef een reactie