Gemeenten ontwijken massaal de STOP-TPOD-standaard achter de Omgevingswet om omgevingsplannen en -besluiten te publiceren. De softwarestandaard is te complex en foutgevoelig.
Een van de digitale opgaven voor gemeenten vanuit de Omgevingswet is het opbouwen van een volledig integraal omgevingsplan volgens de STOP-TPOD-standaard. Die koppelt de systemen van gemeenten met de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De technisch lastig te implementeren standaard is nog altijd een groot zorgpunt bij veel gemeenten.
Verplicht
Met ingang van 2026 is de STOP-standaard verplicht. Eind dit jaar valt namelijk het doek voor de Tijdelijke Alternatieve Maatregelen (TAM). Dit noodverband maakt het mogelijk omgevingsplannen en -besluiten met de oude IMRO-softwarestandaard te publiceren. Gemeenten mogen deze vertrouwde standaard na de jaarwisseling alleen nog gebruiken voor ontwerpbesluiten die ze vóór 1 januari 2026 ter inzage hebben gelegd.
TAM
Uit een recente analyse van ontwerp-omgevingsplannen door overheidsinitiatief Wegwijzer TPOD blijkt dat de TAM-IMRO-route vele malen populairder is dan toepassing van de STOP-standaard. Gemiddeld werden in 2024 maandelijks 10 van deze plannen in TAM opgesteld en slechts 3 in STOP-TPOD. Dat is een uitzonderlijk laag aantal en een teken aan de wand voor de ICT-perikelen die gemeenten bij deze standaard tegenkomen.
Parallel wijzigen
Een aanpalend probleem is dat het voor veel gemeenten erg lastig is via de STOP-standaard in het omgevingsplan aan meerdere planwijzigingen tegelijk te werken. Onmogelijk is parallel wijzigen van plannen niet, maar het is ongelooflijk complex en foutgevoelig. Bij het opstellen van de standaard is geen rekening gehouden met de samenloop van planwijzigingsprocedures. Zodoende is het probleem nu pas aan het licht gekomen. Een oplossing is geboden, want vanaf 2026 moeten gemeenten ook ontwerp-wijzigingsbesluiten met de STOP-standaard publiceren.
Omgevingsplan
Een extra complicatie voor gemeenten is de verplichting vanuit de Omgevingswet dat ze één omgevingsplan voor hun hele grondgebied moeten maken. Dat hebben de opstellers van de wet zo bedacht, omdat initiatiefnemers van bouwprojecten dan niet in meerdere plannen hoeven te sprokkelen, zoals bij de vroegere bestemmingsplannen. Bij één omgevingsplan werkt elke planwijziging echter door in de volgende. De Omgevingswet heeft het hiermee nodeloos complex en ingewikkeld gemaakt om dat geheel in de software goed werkend te krijgen.
Irritatie
De irritatie in het werkveld over de nieuwe plansoftware met de STOP-standaard is groot. Onder het oude regime van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) werden maandelijks honderden ontwerp-bestemmingsplannen online gezet. Twee op de drie gemeenten vallen terug op de TAM-route, omdat ze liever vertrouwen op het systeem onder het oude recht nu ook de doorontwikkeling van de nieuwe plansoftware onder de Omgevingswet hapert.
Ook zijn er gemeenten die gelijktijdig met de STOP-standaard en TAM-IMRO werken, omdat ze niet alle dossiers met STOP-TPOD kunnen behappen. Dit geeft echter extra werk en extra kosten, want deze gemeenten moeten twee systemen in de lucht houden.
Overgangsrecht
Het Adviescollege ICT-toetsing waarschuwde in 2022 al voor problemen in het deel van het DSO dat gebruikmaakt van de STOP-TPOD-standaard. Gemeenten zouden onvoldoende tijd krijgen om hun processen en ICT-systemen op de lastige standaard aan te sluiten.
Een waarschuwing die gemeenten beslist ter harte hebben genomen. Ze zijn in grote getale het overgangsrecht toe gaan passen en hebben voor de invoering van de wet in januari 2024 zoveel mogelijk ontwerp-bestemmingsplannen ter inzage gelegd, zo bevestigt de analyse van Wegwijzer TPOD. Zo gingen er ruim 3700 ontwerp-bestemmingsplannen in procedure in de laatste twee maanden van 2023. Dat zijn enorme uitschieters.
BOPA
Vervolgens zijn gemeenten na de inwerkingtreding van de Omgevingswet zoveel mogelijk met de omgevingsvergunning voor buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) gaan werken. En als dat juridisch niet mogelijk was, voor de meer tijdrovende en complexere ontwerp-omgevingsplanwijziging gegaan, maar dan om via de TAM-route de vermaledijde STOP/TPOD-standaard te vermijden.
In 2024 zijn er volgens de analyse door Wegwijzer TPOD tot oktober zo’n 2162 BOPA’s gepubliceerd. Voor gemeenten is de BOPA interessant omdat ze planafwijkingen niet meteen hoeven te verwerken in het omgevingsplan. Recent klonk echter de kritiek door dat dit instrument ook niet zaligmakend is.
Verlengen
Vanuit gemeenten klonk eerder het pleidooi door om de TAM-termijn tot 2032 te verlengen, het jaar waarin ze voor hun hele grondgebied één omgevingsplan moeten hebben. Minister Keijzer (volkshuisvesting en ruimtelijke ordening) wil echter beslist vasthouden aan de TAM-deadline eind 2025.
Directeur-generaal ruimtelijke ordening Marjolein Jansen gaf tijdens een eerder congres aan dat gemeenten de strubbelingen met de digitalisering achter de wet deels aan zichzelf te wijten hebben. Het veelvuldige uitstel van de Omgevingswet, stelde ze, heeft ertoe geleid dat gemeenten hun inspanningen hebben afgeschaald, vandaar de achterstand. Daarom wil het ministerie van VRO de druk erop houden en wordt er niet aan de deadline van eind dit jaar getornd.
Geef een reactie