Naar verwachting treed op 1 januari 2023 de Omgevingswet in werking. Daarna is er nog tijd voor de implementatie, doordat de Omgevingsvisie (langetermijnbeleid) en het Omgevingsplan (de juridische regels) niet direct af hoeven te zijn. Maar hebben VTH-medewerkers de ruimte ervoor? Voor hen verandert er veel.
De Omgevingswet, de grootste wetgevingsoperatie sinds de Grondwet, heeft al vanaf dag één effect op de uitvoering. Veel aandacht gaat uit naar de harde inhoud; waar zijn de regels te vinden, en waar de inhoudelijke duiding? Daarnaast zal echter veel meer nadruk komen te liggen op de houding en het gedrag van de VTH-medewerker. Aan de hand van de volgende zes thema’s wordt nader uitgewerkt wat we ‘op straat’ van de Omgevingswet gaan merken:
- De paradigmawisseling
- Zorgplicht en milieubeginselen
- Denken in de beleidscyclus
- Vergunningen
- Meldingen en informatieplichten
- Nieuwe handhavingsinstrumenten
- ICT
Paradigmawisseling
De Omgevingswet gaat uit van het zoeken naar balans tussen het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving. Vertrouwen in initiatiefnemers dus, en handelen vanuit de ‘ja, mits’-gedachte. Dit zijn niet alleen modieuze termen, het vraagt ook echt verandering van toezichthouders en handhavers: een nieuwe ‘mindset’ in het werk.
Het betekent nadrukkelijk niet dat elke overtreding met gejuich moet worden gedoogd. Maar het vraagt bijvoorbeeld wel dat medewerkers nadenken over de redenen van niet naleven, goed de (landelijke) handhavingsstrategie toepassen en meer vanuit prioriteiten controleren. Durf je er als inspecteur bij een overtreding op te vertrouwen dat het wordt opgelost? Of maak je de situatie meteen heel juridisch?
Hierbij is het belangrijk te realiseren dat de opgave waar de inspecteur bij betrokken is, zich leent voor deze houding. De Omgevingswet roept namelijk ook om een duidelijke en stringente handhaving.
Voorbeeld: een bedrijf vergeet een ontheffing aan te vragen voor een feest. Er zijn geen klachten, het geluidsniveau is akkoord. Als de ontheffing was aangevraagd, zou deze dan ook zijn verleend. Kies je hier voor strikte handhaving, of voor de ‘ja, mits’-houding, waarbij een volgende keer pas handhavend wordt opgetreden? Let wel, er zijn ook onderwerpen waar handhaven altijd nodig is. Bijvoorbeeld als het gaat om directe veiligheid of ondermijning,
Zorgplicht en milieubeginselen
De Omgevingswet heeft veel wetsartikelen die eerder volledig waren uitgeschreven, omgezet in een zogeheten zorgplichtbepaling. Hierop kan direct handhavend worden opgetreden.
Een voorbeeld van een zorgplichtbepaling betreft geurhinder bij horeca. Een van de oplossingen om geuroverlast te beperken is een doelmatige ontgeuringsinstallatie. Maar wat versta je onder doelmatig? Hoe voorkom je dat een collega deze ontgeuringsinstallatie afkeurt, terwijl jij het misschien wel een doelmatig ding vindt?
Wat maakt dat op de ene locatie de zorgplicht anders wordt ingevuld (een stadscentrum vs. buitengebied) en kan dit uitgelegd worden? Zo vraagt de zorgplicht ineens veel méér wat betreft het kunnen uitleggen van de regels, techniek en het waarom. De Omgevingsvisie moet daarbij helpen.
De Omgevingsvisie dient daarbij rekening te houden met milieubeginselen. Onder de milieubeginselen vallen de volgende beginselen:
- Voorzorg
- Preventief handelen
- Bronbestrijding
- De vervuiler betaalt
Zeker de laatste twee beginselen kunnen helpend zijn in de motivatie van handhavingsbeschikkingen.
Input in beleidscyclus
Wie kent het niet: regels die knellen in de uitvoering. Vaak omdat meerdere regels vanuit verschillende oogmerken worden opgesteld. Los van elkaar zijn de regels prima uitlegbaar, maar de combinatie kan problemen geven. De Omgevingswet vraagt daarom een integraal beleid met voldoende decentrale afwegingsruimte. Juridisch krijgt dit vorm in het Omgevingsplan. Voor de VTH-medewerker is het dus belangrijk zicht te hebben op het Omgevingsplan en de aanstaande wijzigingen.
Het allerbelangrijkste is echter dat de VTH medewerker input gaat leveren in de gehele beleidscyclus.
Blijf jij van zaak naar zaak lopen of kun je intern in gesprek over het nut en de noodzaak, en over andere oplossingen? Stel, in een wijk staan overal schuttingen die te hoog zijn. Formeel sta je helemaal in je recht om handhavend op te treden. De andere optie is dat je het gesprek aangaat met de beleidsafdeling over het waarom van deze regel en het eventueel aanpassen er van. Hierdoor wordt beleid echt uitvoerbaar en zijn de regels beter uit te leggen.
Vergunningvrij is niet regelvrij
Het aantal vergunningplichtige activiteiten zal afnemen met de Omgevingswet. Zonder vergunning vooraf, vindt de belangenafweging rondom activiteiten al plaats op het moment dat de algemene regels gesteld worden in het Omgevingsplan. Dan is dus de vraag: ben jij daar als VTH-medewerker voldoende bij betrokken? Dit betekent ook dat meer overlastsituaties dan voorheen niet opgelost kunnen worden door te verwijzen naar ‘de vergunning’.
Vergunningvrij betekent niet regelvrij. Onder de Omgevingswet moeten initiatiefnemers veelal vier weken voor de start van een vergunningvrije activiteit een melding indienen. Is de melding niet of niet volledig gedaan, dan kan er direct handhavend worden opgetreden. Formeel gezien moet dan de activiteit gestaakt worden en kan deze pas vier weken na het indienen van de volledige melding weer opgestart worden.
Bij informatieplichten gaat het om een iets lichtere vorm. Dit is veelal een administratieve verplichting: de activiteit mag wel al uitgevoerd worden. Op beide instrumenten is geen bezwaar en beroep mogelijk; hoe communiceer je hierover met de omwonenden?
Nieuwe handhavingsinstrumenten
De last onder bestuursdwang en last onder dwangsom zijn nu al bekend. Door de Omgevingswet komen er meer opties om ook de bestuurlijke boete in te zetten. Die laatste is een bestraffende sanctie die het bestuursorgaan oplegt. Meestal als herstel niet meer mogelijk is. De sanctie heeft een preventief oogmerk. De bestuurlijke boete valt onder het bestuursrecht. Voor de volgende regels uit het Omgevingsplan kan de bestuurlijke boete worden ingesteld:
- Op het gebied van het gebruik of de staat van open terrein.
- Op het gebied van het gebruik of de staat van erven.
- Op het gebied van het gebruik van een gebouw.
- Bij het tegengaan van hinder.
- Bij de rijksregels op het gebied van bouw, sloop en in stand houden van een bouwwerk.
Veel regels uit lokale verordeningen zullen omgezet worden in het Omgevingsplan. Zo kan een deel van de afvalstoffenverordening terecht komen in het Omgevingsplan. Alle regels die opgenomen zijn in het Omgevingsplan zijn via de Wet op de economische delicten strafbaar gesteld. Ook de strafrechtelijke handhaving biedt dus meer instrumenten.
De vraag is voor welk instrument je wanneer gaat kiezen. Hoe stem je dit af met ketenpartners? Hier ligt de uitdaging om met elkaar slagvaardiger op te treden als het vertrouwen wordt geschonden.
Geef een reactie