Foto: Bahreddine Belhaj, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden
Het kabinet en de VNG zetten gemeenteraden onder druk om voor de verkiezingen in maart 2022 de vereiste acties voor de Omgevingswet uit te voeren. Onterecht en ondoordacht, stelt voorzitter Bahreddine Belhaj van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. Hij ziet maar één oplossing: ‘Stel de Omgevingswet uit.’
Belhaj uit scherpe kritiek op de gang van zaken rond de Omgevingswet. Kort na de publicatie van het vraaggesprek hier, concludeert hij in een tweet wat politiek Den Haag dient te doen: ‘Stel de Omgevingswet uit. De gemeenteraad moet er klaar voor zijn om dit besluit goed te nemen. Raden zijn er niet voor om te tekenen bij het kruisje. Een serieus dossier als de Omgevingswet verdient een gedegen democratisch besluit. Dat kan in dit tijdsbestek niet.’
Kabinet wil tempo
Met de vorige maand gelanceerde Route 2022 willen het kabinet en de VNG het tempo in de gemeenteraad juist flink opvoeren. De koepelorganisatie zette de noodzakelijke acties voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet al in juni op een rij. Het gaat om actiepunten die gemeenteraden nog vóór de jaarwisseling moeten uitvoeren. De verwachting is dat vanaf januari de lokale politieke besluitvorming grotendeels stil komt te liggen in de aanloop naar de raadsverkiezingen.
Vervolgens is het verloop in de gemeenteraden en colleges steevast groot. Hiermee verdwijnt belangrijke kennis van de nieuwe wet en de implementatie ervan. Haast is dus geboden, zo is de gedachte. Want voordat de Omgevingswet in juli volgend jaar in werking treedt, moet een aantal cruciale raadsbesluiten zijn genomen. Maar voorzitter Belhaj van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden vindt het niet goed dat de raden zo onder druk komen te staan.
Slechte timing
Belhaj: ‘Zelf doen ze al heel erg lang over deze wet. Recent kwam het weer tot het zoveelste uitstel. Dat is nu al drie keer gebeurd. En opeens is het aan de lokale politiek om onder stoom en kokend water de problemen op te lossen.’
De timing van de invoerdatum is hoe dan ook ongelukkig, oordeelt de voorzitter. ‘Je hebt ofwel een raad die door nu zware ingrijpende besluiten te nemen, over haar termijn heen gaat regeren. Of je zit met een nieuwe en onervaren raad, die niet kan overzien wat voor besluiten ze neemt. Terwijl daar gigantische consequenties aan vastzitten voor de komende tien jaar. Dit is niet het proces wat we zouden moeten willen. De nieuwe raadsleden worden zo met besluiten van hun voorgangers geconfronteerd.’
Volgens Belhaj is de termijn waarbinnen de raad de ‘minimaal noodzakelijke’ besluiten moet nemen, daarbij eveneens onhaalbaar. ‘De ambtenaren die ik spreek, zeggen duidelijk dat de ICT-systemen waar de besluitvorming moet landen, niet werken. Dus de ICT is er niet klaar voor en de ambtenaren zelf ook niet. Daarom behoor je dit soort besluiten gewoon helemaal niet te nemen op dit moment. De raden zijn nu niet in staat dit te doen. Ik ben bang dat dit voor gemeenten heel schadelijke gevolgen gaat hebben.’
Grote projecten
Een van de cruciale raadsbesluiten gaat over de ‘buitenplanse’ activiteiten. Daar vallen onder meer grote woningbouwprojecten onder. De raad heeft adviesrecht voor ontwikkelingen die afwijken van het bestemmingsplan of omgevingsplan, en kan verplicht bewonersparticipatie voorschrijven aan initiatiefnemers. Alleen zo kan de raad sturen op dit soort plannen. Zonder deze betrokkenheid van de volksvertegenwoordigers hebben projectontwikkelaars vrij spel, vreest Belhaj.
‘De financiële belangen van dit soort partijen zijn enorm. Als er een manier is om projecten sneller te kunnen realiseren, zullen ze die benutten. Je praat over grote bedrijven die een leger aan juridische adviseurs in kunnen huren. Terwijl woningbouw voor de samenleving zwaar weegt. We weten allemaal hoe groot de woningnood in Nederland is. Dit is dus niet een onderwerp waar de raad snel even een besluit over kan nemen, hoe belangrijk dit gezien de planning van de wet ook is.’
‘We zien het wel’
Belhaj constateert dat de meeste raadsleden inmiddels wel min of meer op de hoogte zijn van wat de Omgevingswet behelst en wat er van hen verwacht wordt. Veel raadsleden hebben vanwege het laatste uitstel van de inwerkingtreding echter een pas op de plaats gemaakt met het dossier, constateert hij. ‘Die zeggen nu: we zien het wel. Niemand gelooft er nog echt in. De wet wordt immers telkens opnieuw uitgesteld en de raad zit intussen bijna aan het einde van haar periode. Maar uitgerekend nu moet de raad ineens aan de bak. Zoiets kun je niet verwachten.’
Het opbouwen van kennis over de Omgevingswet bij nieuwe raadsleden is geen sinecure, stelt Belhaj. ‘Na een verkiezing is ruwweg 40 procent van de raadsleden vertrokken. De Omgevingswet is zeer complex. Het is een constructie met oneindig veel dominostenen. Als je er een omgooit, kunnen er meer stenen omgaan. Er is een effect op planvorming, op milieuaspecten zoals geluid en ga zo maar door. Dus je moet als raadslid heel goed snappen wat de implicaties van deze nieuwe wet kunnen zijn. Zoiets vereist dat je je intensief en langdurig in de wet verdiept. Daar is minstens een vol jaar voor nodig.’
Financiële schade
Ook de invoeringskosten voor gemeenten zullen verder stijgen, aldus Belhaj, als de kennis aan een nieuwe lichting raadsleden moet worden overgedragen. ‘Nog een jaar uitstel zal de implementatie voor gemeenten duurder maken. Maar als we vasthouden aan de datum van 1 juli zal de financiële schade nog veel groter zijn.’
Raaf says
Gooi je oude en nieuwe schoenen maar weg. De oude zijn uit de mode en de nieuwe zijn veel te groot voor ontwikkelaars en informatici. Ze bakken er nu al niets van. De burgers zullen nog langer moeten wachten. De raad is als de tennisvereniging van Flodder. Dat kàn toch niet opschieten? Laat Nederland ordenen, beoordelen, MAKEN door inhoudelijke vakmensen, niet slopen door snelle Henkies.