Pleidooi voor het voortbestaan van de stadsdelen. Misschien wel de meest effectieve bestuurslaag.
– COLUMN –
Volgens de minister van Binnenlandse Zaken zijn de stadsdelen een experiment dat we beter kunnen beëindigen. Met ingang van de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 moeten ze verdwijnen. Dit is de eerste concretisering van het nobele kabinetsvoornemen om de overheid te verkleinen (de provincies durven ze waarschijnlijk nog niet aan).
In Amsterdam zijn de eerste stadsdelen begin jaren tachtig ingesteld. Het doel was burgers en bestuur dichter bij elkaar brengen. Daar was alle rede toe. Bestuurders richtten hun aandacht destijds vooral op het stadscentrum. Logisch, want daar staat het stadhuis. Veel buitenwijken waren echter flink verpauperd. Maar daar kwamen bestuurders en ambtenaren zelden.
Door de stadsdelen werd de bestuurlijke en ambtelijke aandacht over de stad uitgesmeerd. De stadsdeelpolitici wilden in hun gebied van alles bereiken. Niet alleen een betere woonomgeving. Maar ook nieuwe gebouwen en voorzieningen. Dit heeft Amsterdam goed gedaan. Veel wijken zijn tot bloei gekomen. Dit is niet uitsluitend aan de stadsdelen te danken. Maar ze hebben er wel aan bijgedragen.
Natuurlijk zijn stadsdelen niet het meest efficiënte systeem. Maar het is wel effectief. En effectiviteit heeft nu eenmaal een prijs. Dankzij de stadsdelen hebben inwoners niet alleen beter toegang tot de politiek. Het is ook louterend als een aantal politici met hun poten in de modder staan. Zo vervulden Dominic Schrijer (Rotterdam Charlois) en Ahmed Marcouch (Amsterdam Slotervaart) een cruciale rol bij het landelijk onder de aandacht brengen van probleemwijken.
Wil dit kabinet werkelijk de bestuurslaag weghalen die het dichtst op de wijken zit? Hebben afgelopen jaren niet geleerd dat er een kloof gaapt tussen veel stadsbewoners en de ‘hoge heren’ (en in mindere mate dames) te Den Haag? Geachte minister, u bent een intelligent man. Gooi het kind niet met het badwater weg. Of trek samen met uw collega’s de laarzen aan en zoek de modder op.
Bernadette de Wit says
Ik had mijn twijfels over de onafhankelijkheid van het onderzoek waaruit zou blijken dat de afschaffing van de stadsdelen erg duur wordt.
De reactie van het college van b. en w. vond ik een aaneenschakeling van straw men en zelfbewieroking. Hetzelfde geldt voor bovenstaand stukje.
Dat de overheid inmiddels een belangenkaste is geworden, een mutual admiration society van mensen die menen in dienst van het goede te zijn begrijp ik, maar kan de discussie zakelijk worden gevoerd? D.w.z. kan er a.u.b. gesproken worden over behoud van simpel georganiseerde decentrale dienstverlening maar dan zonder beleidsambtenaren. En zeker ook zonder stadsdeelraden. Er zijn gemeenten waar de centrale wethouders elk een wijk in hun portefeuille hebben. Zo kan het ook.
Voor lokaal contact met ondernemers en burgers denk ik aan de herinvoering van de voortreffelijke voorpostambtenaar. Werkte perfect. Tot slot: gelukkig zijn de oude schoenen niet weggegooid en bestaan de wijkraden nog!
margriet dirks says
Ooit te maken gehad met het eigen beleid van de stadsdelen ? Bijv in zuid die wethouder Egbert de Vries kiest vwb het toestaan van hoogbouw…. Prioriteit ligt per saldo helemaal niet bij de bewoners, maar de eigen agenda van dergelijke bestuurders, ieder keizers in hun eigen rijkjes, hopend dat ze ontdekt worden door de landelijke politiek en daar hun carriere verder kunnen doorzetten. Een kweekvijver, wordt dat ook wel genoemd.
Niets kwaads over de ambtenaren, die doen gewoon hun werk. Maar de aansturing deugt niet.
Afschaffen, al die stadsdelen, en het liefst zo snel mogelijk !
en een tip voor de schrijver van dit stuk, kijk eens in de spiegel, met dan met een andere bril op.