Tijdens een tweede deskundigenbijeenkomst in de Eerste Kamer kwamen opnieuw de problemen rond de Omgevingswet op tafel. Grote gemeenten zijn ongeduldig, kleinere groeit de implementatie boven het hoofd. ‘Het moet gaan over de inhoud en of je er klaar voor bent, en ons antwoord daarop is nee.‘
Op deze tweede expertmeeting van de senaat, vlak voor kerst, zijn nadrukkelijk provincies en gemeenten uitgenodigd. Symone de Bruin, themadirecteur Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling van de gemeente Apeldoorn, ziet de invoeringsdatum van 1 juli 2022 zitten. Wel heeft ze een klemmend verzoek richting het Rijk gelet op het herhaalde uitstel van de inwerkingtreding van de Omgevingswet. ‘Stop met het alsmaar verplaatsen van de finishlijn. Neem een onomkeerbaar besluit en zorg dat de wet zo snel mogelijk Den Haag verlaat en naar de uitvoering gaat.’
Budget droogt op
Volgens De Bruin wil bijna geen enkele van de middelgrote en grote gemeenten dat de wet nog een keer wordt uitgesteld. De reden is een praktische, want het budget droogt op om nog langer een projectorganisatie in de benen te houden. ‘Anders gaat de vaart eruit, en de Omgevingswet is allang niet meer de belangrijkste opgave voor gemeenten.’
Niet haalbaar
Programmamanager Fysieke Leefomgeving André Putker van de relatief kleine gemeente Oude IJsselstreek, laat een kritischer tegengeluid horen, gesteund door een grote groep gemeenten uit de Achterhoek, de regionale omgevingsdienst en stedenbouwkundige bureaus. ‘Invoering per 1 juli 2022 is niet haalbaar en niet realistisch,’ stelt hij. Daar geeft Putker uiteenlopende redenen voor. Door de grote schaarste aan gekwalificeerd personeel komen kleine gemeenten handen tekort om nijpende opgaven als de woningnood en de energietransitie aan te pakken.
Zelf heeft Oude IJsselstreek 250 woningbouwplannen in behandeling. ‘Mijn collega’s geven aan dat dit het slechtste moment is om de grootste stelselherziening in het omgevingsrecht en misschien wel in onze wetsgeschiedenis door te voeren. En daar ben ik het volledig mee eens. De winkel moet intussen open blijven en daar zijn we razend druk mee.’
Lekkages
Ook de complexiteit van de wet speelt kleine gemeenten parten, aldus Putker. ‘Het wordt er niet eenvoudiger op, wat wel wordt gesteld. Alle spelregels zijn op een andere plek gezet. Elke planfiguur en procedure hebben een nieuwe naam gekregen. We zijn het wiel opnieuw aan het uitvinden in de gehele keten, terwijl de ondersteuning nog niet klaar is.’ Als teken aan de wand geeft Putker de vertraging vanuit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) van de basismodellen voor omgevingsplannen die zijn gericht op de woningbouw en de energietransitie. De door gerenommeerde adviesbureaus opgestelde modellen vertonen juridische lekkages, aldus de VNG.
Ook stelt Putker dat het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) als fundament onder de wet nog altijd niet goed werkt. ‘De geluiden die wij horen maken ons erg onzeker. Fouten moeten nog worden hersteld en aanvullingen nog verwerkt. We dreigen ongeoefend van start te gaan.’ Minimaal nog een jaar oefenen is volgens Putker pure noodzaak, vooral om de keten te testen.
‘Aangezien de meeste softwareleveranciers nog niet zover zijn dat alle gemeenten vanaf januari kunnen oefenen, halen we niet eens een half jaar oefentijd. Het argument vanuit het Rijk dat we het momentum niet moeten verliezen, is wat ons betreft het slechtste wat je kunt bedenken. Het moet gaan over de inhoud en of je er klaar voor bent, en ons antwoord daarop is nee.’
Stresstesten
Concerndirecteur De Bruin van Apeldoorn bevestigt de problemen met het DSO: ‘Een randvoorwaarde is wel dat aanvragen digitaal kunnen worden ingediend, beoordeeld en afgehandeld, en dat omgevingsplannen ontsloten en gewijzigd kunnen worden. Op dit moment kunnen we, ook in de testomgeving, nog geen delen van een omgevingsplan publiceren. Voor zover we weten zijn er nog geen grote stresstesten voor het DSO uitgevoerd, waarbij het systeem realistisch is belast door een grote groep gebruikers.’
Eind november liet de Eerste Kamer zich al bijpraten over de technische stand van het digitale stelsel. De meeste DSO-experts zeiden toen dat het onverantwoord is om op 1 juli van start te gaan.
Bij Cora Smelik, gedeputeerde in Flevoland, bestaan eveneens twijfels. ‘Invoering op 1 juli is alleen acceptabel als de gebiedsontwikkeling onverstoord doorgang kan vinden en de dienstverlening aan inwoners niet door het ijs zakt.’ Over de kwaliteit van het DSO is ook Smelik allesbehalve tevreden. Een vol jaar oefenen, zoals eerder toegezegd door de DSO-organisatie, was er voor Flevoland al niet bij.
De functie om omgevingsplannen te ‘muteren’ is er nog altijd niet, zodat de provincie niet kan testen of oefenen. Voor Flevoland en ook andere provincies geldt verder dat ze andere instrumenten uit de Omgevingswet, zoals het projectbesluit en het omgevingsprogramma, nog helemaal niet hebben kunnen beproeven in het digitale stelsel.
Meer omgevingen
Smelik vindt het kwalijk dat de landelijke DSO-organisatie, softwareleveranciers en decentrale overheden allemaal in één ICT-oefenomgeving laat testen, waardoor iedereen gehinderd wordt in zijn ontwikkeling. Er zouden meerdere testomgevingen moeten komen.
Verder zijn er nog steeds problemen met het laden van complexe omgevingsverordeningen met zware geometrieën. ‘De vraagstukken zijn complex en oplossingen kosten tijd. Er is zeker sprake van verbetering. Knelpunten worden opgelost, maar er komen weer nieuwe bij. Dus we zijn er nog lang niet,’ aldus Smelik, die uiterlijk 31 januari de garantie wil hebben dat de basisvoorzieningen van het landelijke DSO-systeem op orde zijn.
Met nog geen half jaar te gaan voor de invoering van de wet lijken de problemen nog altijd niet opgelost. Een stevige uitdaging voor de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge, die het dossier sinds het aantreden van het nieuwe kabinet onder zijn hoede heeft. Afgelopen zaterdag werd de definitieve portefeuilleverdeling bekend.
Jeroen Kwint says
Ik vind het wel een beetje een gekleurd artikel. Een mager zinnetje, maar toch veelzeggend, dat vrijwel alle (middel)grote gemeenten wel willen dat het doorgaat.
Daarnaast het verhaal van Cora Smelik. Die wordt heel negatief neergezet, omdat alleen de kritische noot over het DSO eruit wordt gepikt. Een veel groter deel van haar verhaal is dat ze in Flevoland al ver zijn in de voorbereiding en zo snel mogelijk echt van start willen.
Dat er bij gemeenten urgentie mist en door de drukte van de dag niet toegekomen wordt aan een goede voorbereiding is wel begrijpelijk, maar gaat ervoor zorgen dat we nooit kunnen starten. Als we blijven uitstellen komt de urgentie nooit.
Gemeenten zijn er ook echt op 1-1-2023 nog niet klaar voor.
Mijn pleidooi, klaar of niet, gewoon starten! De wet biedt veel kansen en mogelijkheden. En dat het aan de start niet vlekkeloos gaat, dat is duidelijk.
Maar zeg nou zelf, die kinderziektes komen toch wel, óók op 1 januari 2023.
G.W. Koning says
Heer Kwint, met enig respect voor uw mening en evt. kennis op dit dosssier: ik denk dat u werkelijk niet beseft wat de gevolgen zijn op het gebied van de nederlandse RO en plannend en bouwend NL als deze gigantische wetsherziening wordt ingevoerd zonder een goedwerkend softwaresysteem, getest en wel en een behoorlijke droogoefenperiode voor de tienduizenden medewerkers die er in NL mee zouden moeten werken. U heeft écht geen idee !
met vr. groet
Ger Koning
Utrecht
Okko Schook says
Ook wij als kleinere gemeenten (17.000 inwoners) zijn nog lang niet klaar met de implementatie van de Omgevingswet. Daarbij kunnen we aansluiten bij de opmerkingen van Oude IJsselstreek. We lopen ver achter met allerhande zaken inzake de Omgevingswet. we zijn zeker nog niet klaar om aanvragen per 1 juli 2022 te kunnen oppakken. Oorzaken zijn het ontbreken van de urgentie te moeten werken aan de Omgevingswet, de focus die blijft liggen op het voorrang geven aan ‘reguliere aanvragen en ontwikkelingen’, een structureel gebrek aan ‘handen aan de ploeg van de Omgevingswet’ en het geen ‘echt tijd vrij krijgen’ voor het werken aan de Omgevingswet. Kortom; ingeschat wordt dat we verre van klaar zijn op 1 juli 2022. Het DSO nog een grote black box. Onontgonnen terrein. We hebben nog geen gelegenheid gehad om ook maar één minuut er mee te oefenen. Zeer zorgelijk. Uitstel zal evenmin baten, omdat de focus van urgentie, voor zover die er al was, wederom verloren gaat. De waan van de dag laat de implementatie van de Omgevingswet wederom in de mist verdwijnen. Dat heb ik als programmacoördinator Omgevingswet al meerdere malen bij uitstel opgemaakt. Kortom: de implementatie van de Omgevingswet is een zeer zorgelijk dossier, dat roept om urgentie, maar dat hier niet (mag) krijg(en)t.