Kennis van het vakgebied, ervaring en deel uitmaken van het ‘collectieve geheugen’ doen kennelijk niet meer ter zake.
– blog – Friso de Zeeuw
De ingrijpende Omgevingswet treedt pas in 2019 in werking maar werpt nu al zijn schaduwen vooruit. Bij de nieuwe wet horen een andere werkwijze, houding en gedrag van gemeentebestuur en ambtelijke organisatie. Enkele kernbegrippen van deze ‘cultuurverandering’ zijn: niet sectoraal, maar integraal werken, een ‘ja tenzij’ mentaliteit jegens initiatieven van burgers en bedrijven en verbetering van externe communicatie. Op zichzelf prima, maar met de introductie van de ‘universele ambtenaar’ dreigt dit veranderingsproces compleet te ontsporen.
Marieke van Leeuwen, verbonden aan een opleidingenbedrijf voor overheden, bracht in Binnenlands Bestuur het profiel die ‘universele ambtenaar’ perfect onder woorden. Het maakt niet meer uit in welk domein hij of zij werkzaam is, het gaat om persoonlijke vaardigheden. “Een groot verschil met vroeger is dat de benodigde informatie veel gemakkelijker toegankelijker is, er is een open aanbod. Specifieke inhoudelijke kennis kan met korte trainingen worden aangeleerd. Overigens kom je al een heel eind als je een analyse van het beleidsstuk of collegevoorstel maakt.”
Dit wil ik kenschetsen als rampzalig voor de kwaliteit en slagvaardigheid van de ambtelijke organisatie. Kennis van het vakgebied, beschikken over ervaring en deel uitmaken van het ‘collectieve geheugen’ van de gemeente doen kennelijk niet meer ter zake. Nee, de inhoudelijke kennis haalt de universele ambtenaar binnen met wat googelen en het volgen van een training. Dat informatie vergaren wordt vereenzelvigd met kennis en de toepassing ervan, vormt nog de meest onschuldige vergissing in deze redenering.
Deskundigheid en ervaring
In de afgelopen jaren hebben gemeenten al veel vakinhoudelijke deskundigheid en ervaring verloren. In mijn vakgebied – ruimtelijke ordening, wonen, grondbeleid, vastgoed, milieu – is dat evident. Verschillende grote gemeenten hebben dat versterkt door voor topfuncties een gemeentebrede ‘carrousel’ te organiseren, waarbij louter managementcompetenties tellen en men geen waarde hecht aan affiniteit met en passie voor het vakgebied: het prototype van de universele ambtenaar.
Met de introductie van de universele ambtenaar manoeuvreert de gemeente verder zich naar de marge. Men maakt zich nog afhankelijker van regionale diensten en externe adviesbureaus. Burgers, marktpartijen en maatschappelijke organisaties krijgen te maken vlotte, extern gerichte, communicatieve types die zichzelf ongetwijfeld ‘verbinder’ zullen noemen, ook zo’n uitgeholde modekreet. Maar vraag ze niet iets inhoudelijks; vraag ze niet om een woonvisie op te stellen, vraag ze niet om een intentieovereenkomst met een projectontwikkelaar op te stellen. Erfpacht? Wat is dat? Even googelen.
Procesclub
Moet er dan niets veranderen met de komst van de Omgevingswet? Zeker wel. De kern daarvan is dat ambtenaren hun sectorale kennis en ervaring tijdig inbrengen in de (integrale) besluitvorming over, bij voorbeeld, het omgevingsplan. En dat zij openstaan voor de inbreng van andere disciplines, daarover open van gedachten wisselen en niet blijven ‘hangen in hun eigen koker’. Gemeentebestuur en ambtelijke leiding doen er tegelijkertijd goed aan de expertise van hun deskundige mensen, in het bijzonder die met veel externe contacten, beter te benutten. Als je hen bij voorbeeld vraagt hoe vergunningaanvragen vlotter, met minder bureaucratische rompslomp, kunnen worden afgehandeld, komen zij zelf met ideeën. Dat is mijn ervaring.
Een paar rappe intellectuele babbelaars die makkelijk kunnen ‘verbinden’ en impasses kunnen doorbreken, zijn misschien wel nuttig in de ambtelijke organisatie. Maar als dit soort types de overhand gaat krijgen, degenereert de gemeente tot een machteloze, inhoudsloze procesclub.
Over de auteur: Prof. mr. Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft
Congres 17 november
Omgevingswet in Uitvoering: Praktijk en inspiratie om aan de slag te gaan. Meer informatie >>
Jan de Vries De Vries says
Wie brengt dit onder de aandacht van de landelijke politiek?
A.M. Schepers says
Chef de Dossier is "zegen" voor vakspecialist
Het staat buiten kijf dat er vakinhoudelijke expertise in het ruimtelijk domein nodig is. Planologen en stedebouwkundigen zullen altijd betrokken zijn. De kern van het debat zou niet moeten gaan over de vraag op welke loonlijst deze vakspecialisten zouden moeten staan. Wij van Volutie denken dat de Omgevingswet vooral een reactie is op een sociaal-culturele ontwikkeling (burgeremancipatie) en dat je de vakspecialist beter in positie kunt brengen door hem uit zijn spagaat van inhoud- én procesverantwoordelijk te halen. Voeg een rol toe aan het proces. Die van Chef de Dossier of procesbegeleider met een groot hart voor de publieke zaak. Niet iemand met een intellectuele babbel, maar iemand die weet hoe het is om op het snijvlak van samenleving én politiek/bestuur te opereren. Voor de volledige blog: http://www.volutie/blog.
P.J. Westerhof says
Ik kan het nóg zo eens zijn met het artikel, maar ik kan het toch weinig anders zien dan de logische consequentie van de overgang van de democratische rechtsstaat naar de sociale rechtsstaat. Het laatste wordt vooral gekenmerkt door effectiviteit, efficiency, cliëntgerichtheid en burgerparticipatie.
De ambtenaar wordt daardoor niet langer afgerekend op de inhoudelijke (juridische) kwaliteit van het proces en het resultaat, maar op de soepele totstandkoming van en de 'klanttevredenheid' over het resultaat.
Tel daarbij op dat zijdens B&W en Gemeenteraad hetzelfde plaats vindt en je krijgt een zichzelf versterkend effect van 'etalagebestuur' dat zich verheven acht boven elke elementaire vorm van toetsing.
Zoals een gemeente in het centrum van het land dat een pilot met zondagsopening begint, maar de succescriteria van de pilot pas na afloop wil vaststellen.
Frits van Vugt (Public Consultancy) says
Deze blog is uit mijn hart gegrepen.
Helaas is deze ontwikkeling niet alleen te zien op het ruimtelijke vlak, maar ook in het sociaal domein. Ook hier zien we dat er de afgelopen jaren veel kennis is weggevloeid (o.a. via 57-jarigen-regelingen) en dat er te weinig geïnvesteerd wordt in gedegen kennis en analyse van de materie. Voor een belangrijk deel zie je dat bij de managers, die meer geïnteresseerd lijken in afvinklijstjes, planningen en andere zaken die te maken hebben met de processen, en nauwelijks in de inhoud. Voor de transities in het sociaal domein werden busladingen externen ingehuurd, en niet alleen omdat er handjes tekort kwamen, maar vooral omdat de nodige kennis ontbrak. Het waren eventjes goede tijden voor de adviesbureaus en transitiebureaus die handleidingen rondstrooiden en korte seminars organiseerden en voor kwartiermakers die implementatietrajecten opzetten. De chaotische wijze waarop de sociale teams in sommige gemeenten tot stand kwamen, en de gebrekkige wijze waarop de eerste 2 jaar zorg is ingekocht, waren daar het gevolg van. Plus veel onduidelijkheid hoe de transformatie opgezet moest worden. De procesdenkers konden dit niet aan, en de inhoudelijk deskundigen werden vaak gemist. Niet overal was dat het geval, maar wel op veel plaatsen, zo blijkt uit menig onderzoek over de sociale transities. 'Lean' lijkt het sleutelwoord binnen gemeenten, waar 'toegevoegde waarde' zou moeten klinken.