De voorgestelde wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Monumentenwet is zorgwekkend, volgens grote en kleine gemeenten.
Dat laten zij weten in brieven aan de Tweede Kamer. In naam van dertig grote gemeenten schrijft Amsterdam dat zij wel voorstander zijn van een lagere regeldruk voor burgers, maar ook garant moeten staan voor de cultuurhistorische waarde in het land. De vrees bestaat dat deze wordt aangetast door bewoners van monumenten meer vrijheid te geven.
Vereenvoudigen
Minder regels, minder vergunningen. De grote gemeenten geven aan dat zij juist meer details gaan vastleggen als de wijziging door de Kamer komt en meer gebouwen zullen aanwijzen als monument. Zo zou het vereenvoudigen van de regelgeving leiden tot “een paradoxale situatie”.
Utrechtse heuvelrug verwoordt het standpunt van de kleinere gemeenten, en geeft meerdere voorbeelden om te illustreren waar het fout kan gaan. Zowel de grote als de kleine gemeenten pleiten voor een zogeheten servicemoment. In dat geval moeten burgers met verbouwingsplannen deze eerste bespreken met een deskundige ambtenaar. Dit moet voorkomen dat monumentenbewoners na hun verbouwing worden geconfrontreerd met een streng handhavingstraject.
Bespreking
De wijziging wordt 31 januari besproken in de Tweede Kamer.
Geef een reactie