In de gemeente Westerveld loopt een driejarige proef waarbij de eikenprocessierups wordt bestreden met natuurlijke vijanden, zoals bepaalde insecten en vogels. Nu het tweede jaar erop zit, blijken de uitkomsten veelbelovend: op de proeflocatie werden tachtig procent minder nesten aangetroffen dan op de controlelocatie.
Dat meldt de website Nature Today in een artikel geschreven door een expert die betrokken is bij het Kenniscentrum Eikenprocessierups. De gemeente Westerveld startte vorig jaar het driejarige project ‘Natuurlijke bestrijding eikenprocessierups’ samen met een lokale overkoepelende organisatie voor de agrarische sector. De proef loopt in Wapserveen op drie locaties. Er is een proeflocatie waar natuurlijke vijanden actief worden gestimuleerd. Daarnaast zijn er twee controlelocaties waar geen extra maatregelen worden genomen. Op alle locaties worden 64 halfwas eikenbomen gevolgd die in dezelfde conditie verkeren. De proef bleek in het eerste jaar trouwens ook al successen te boeken.
Inrichting en maatregelen proeflocatie
Op de proeflocatie werden verschillende maatregelen getroffen om de aanwezigheid van natuurlijke vijanden te stimuleren. Zo zijn er onder meer duizenden planten van tientallen soorten geplant voor het aantrekken van sluipwespen en verschillende soorten vliegen, en zijn er nestkasten opgehangen. Vanwege de droge zomer vorig jaar ontwikkelden de bermen zich niet optimaal, waarna werd besloten om te stoppen met maaien. Een bloemrijke berm draagt namelijk bij aan leefgebied voor natuurlijke vijanden.
Resultaat: aanzienlijk minder nesten
De resultaten mogen best veelbelovend genoemd worden. Op de proeflocatie en de eerste controlelocatie verdrievoudigde het aantal aangetroffen nesten ten opzichte van vorig jaar. Dit is vergelijkbaar met het landelijke beeld, veel gemeenten ondervonden dit jaar flinke overlast.
Op de controlelocatie zijn de nesten in 2018 verwijderd. Op de proeflocatie bleven ze hangen, maar daar zorgden vogels en kevers ervoor dat het aantal eikenprocessierupsen flink werd gereduceerd .Eind augustus werden er op de proeflocatie negentig kleine nesten aangetroffen. Dat is tachtig procent lager dan het aantal op de eerste controlelocatie en 74 procent lager dan de tweede controleplek.
De nesten op de controlelocaties waren daarbij veel groter dan op de proefplek. Zo waren er op de controleplekken rupsenpopulaties aanwezig die een halve stam bedekten, soms vijf meter lang. Op de proeflocatie liep het aantal nesten geleidelijk aan iets terug. Daar werd ook bijna negentig procent van de nesten aangevreten door hongerige vijanden, terwijl dit op de controlelocatie maar drie tot zes procent was. Volgens Nature Today komt dat door grote activiteit van de vogels.
Voorwaarden voor deze aanpak
Op 25 september aanstaande worden de resultaten van de proef uitgebreid toegelicht op een landelijk symposium. Kenniscentrum Eikenprocessierups organiseert de bijeenkomst in opdracht van het ministerie van LNV. Dan worden ook de voorwaarden waar een aanpak aan moet voldoen uit de doeken gedaan. ‘Niet alle locaties zijn namelijk geschikt voor een dergelijk project, maar daar waar het mogelijk is, draagt deze aanpak zeker bij aan de beheersing van de eikenprocessierups,’ aldus de organisatie.
Geef een reactie