Als een gemeente in een bestemmingsplan uitbreiding van veehouderijen mogelijk wil maken, dan moet worden onderzocht wat het extra vee betekent voor de natuur. Daarbij horen ook de stikstofgevolgen van de weidegang van de dieren. Dat heeft de Raad van State vandaag bepaald in een zaak over een bestemmingsplan in de Brabantse gemeente Halderberge.
Dat plan moet worden aangepast: de gemeente moet de uitbreidingsmogelijkheden voor veehouderijen schrappen. Volgens de hoogste bestuursrechter is onvoldoende in kaart gebracht wat de gevolgen voor beschermde natuurgebieden in de omgeving zijn als meer vee in de wei komt te staan.
Schadelijk voor plantensoorten
Dieren produceren mest, daarin zit stikstof en te hoge stikstofconcentraties kunnen schadelijk zijn voor bepaalde plantensoorten. Daarom moeten gemeenten goed onderzoek doen voordat ze in een bestemmingsplan ruimte bieden voor meer vee. ‘Dat wil niet zeggen dat vee altijd op stal moet staan en niet meer de wei in zou mogen,’ benadrukt de rechter.
Over de weidegang van koeien en andere dieren is veel te doen sinds de veelbesproken stikstofuitspraak van de Raad van State. In die uitspraak werd al gezegd dat dieren in de wei ook onder het vergunningenstelsel vallen. Boeren moeten een natuurvergunning aanvragen bij de provincie voor activiteiten die kunnen leiden tot meer stikstof in zogeheten Natura 2000-gebieden. Ruim 160 gebieden hebben die beschermde status.
Geen controles en boetes
Voorheen hield de overheid hierin geen rekening met de weidegang. Minister Carola Schouten (Landbouw) schreef eind juni aan de Tweede Kamer dat hard wordt gewerkt aan de invulling van vergunningen voor beweiden en bemesten. Voorlopig worden boeren hier niet op gecontroleerd en beboet.
De afgelopen jaren stimuleerden de overheid en de sector juist dat koeien zoveel mogelijk in de wei moeten staan. Dat blijft zo wat Schouten betreft. Ze hoopt voor volgend voorjaar een oplossing te hebben. Want nu komt het erop neer dat de overheid gedoogbeleid voert.
Geef een reactie