Elektrische (bak)fietsen, fatbikes, speedpedelecs: de komst van nieuwe vervoersmiddelen zorgt voor andere uitdagingen in het verkeer en beleid. Want hoe kunnen de fietsen, die vaak een (veel) hogere snelheid hebben, veilig invoegen in het verkeer van nu? Deze gemeenten experimenteren ermee.
Drukkere fietspaden, verschillende soorten elektrische fietsen, grotere snelheidsverschillen tussen de voertuigen: onveilige situaties liggen op de loer door de opkomst van elektrische vervoersmiddelen. Dit zijn 4 gemeentelijke proeven om in de gaten te houden.
Lokaal op de rijbaan
In Amsterdam loopt tot en met 19 juli een proef waarbij het verkeer wordt ingedeeld op snelheid. Snelle fietsers mogen op een geselecteerde route naar de rijbaan. ‘We kozen voor een locatie met veel fietsverkeer en een smal fietspad dat afgesloten is van de 30 km/uur-rijbaan,’ zo schrijft de gemeente. ‘Inhalen is op deze fietspaden moeilijk. Maar vanwege de toenemende verschillen in snelheid van de voertuigen is de behoefte om in te halen juist groot. Dat zorgt voor een gevoel van onveiligheid en een groter risico op onveilige situaties’. De proef is gebaseerd op de winnende inzending van de Fietsinnovatieprijs van Amsterdam Bike City.
Wethouder Melanie van der Horst (Verkeer): ‘Eerder al hebben we met succes de snorfietsers naar de rijbaan verplaatst, waardoor het fietspad rustiger werd. Maar door de snelle opkomst van verschillende elektrische fietsen is het nu weer nodig om ruimte te maken op het fietspad voor mensen die langzamer rijden.’
Landelijke regelgeving in ontwikkeling
Het Rijk is bezig met regelgeving rondom de Licht Elektrische Voertuigen. Daarin wordt bijvoorbeeld gekeken naar technische eisen aan voertuigen, maximumsnelheid, vermogen, minimumleeftijd en rijbewijs. Volgens die regelgeving is de plaats van deze vervoersmiddelen het fietspad. De 4 grote steden (G4) vroegen daarom om lokaal te kunnen afwijken. In drukke steden is tenslotte vaak minder ruimte op de fietspaden.
Tijdens de proef wordt onderzocht hoeveel fietsers op de rijbaan fietsen, hoe het auto- en fietsverkeer mengen op de rijbaan en of het fietspad rustiger wordt. Ook verkeersdeelnemers worden gevraagd naar hun ervaringen. Als de proef een succes is, onderzoekt de gemeente het vervolg. De inzichten uit de Amsterdamse proef worden meegenomen in de gesprekken met het Rijk.
Slimme snelheid
Daarnaast loopt in Amsterdam een andere proef, namelijk met ‘intelligente snelheidsaanpassingen.’ Hierbij wordt onderzocht of een systeem dat de snelheid van een fiets automatisch aanpast aan de omgeving kan bijdragen aan verkeersveiligheid. Via een apparaat op de elektrische fiets kan de snelheid begrensd worden. Door de techniek kunnen hoge snelheden in bepaalde gebieden, zoals schoolzones of drukke parken worden beperkt, en in minder drukke gebieden juist worden verhoogd. De techniek is overigens zo gemaakt dat de gebieden en de adviezen altijd kunnen worden aangepast als de situatie daarom vraagt, bijvoorbeeld bij weersomstandigheden of een afsluiting. Deze staat in verbinding met de digitale infrastructuur van de stad.
De intelligente snelheidsaanpassing wordt eerst getest op een drukke fietsroute. Als Amsterdam dit wil invoeren, moeten er afspraken worden gemaakt met fabrikanten van elektrische fietsen en de Europese Commissie. Ook moet dan voor de hele stad bepaald worden waar er langzamer gefietst moet worden. Daarnaast wordt ook onderzocht of er een maximale snelheid kan worden ingesteld op fietspaden.
Proef met speedpedelecs
In de provincie Utrecht loopt er ook een proef met speedpedelecs, als onderdeel van een samenwerking van de provincie, gemeenten en Regio Foodvalley. Wageningen is een van de deelnemende gemeenten. Hier kunnen eigenaren van een speedpedelec vanaf 1 juli 2024 tot 30 juni 2025 kiezen of zij op de rijbaan of het fietspad rijden.
Speedpedelecs zijn elektrische fietsen met trapondersteuning tot 45 kilometer per uur. Volgens de gemeente voelen veel bestuurders van dit type fiets zich kwetsbaar tussen de auto’s en vrachtwagens. Per 1 juli 2024 kunnen deze bestuurders daarom een ontheffing aanvragen om ook op het fietspad te rijden. Zij moeten dan wel hun snelheid aanpassen naar maximaal 30 kilometer per uur. Die ontheffing kan gebruikt worden in alle gemeenten die meedoen en op fietspaden langs provinciale wegen (N-wegen), om zo woon-werkverkeer met een speedpedelec makkelijker te maken. Tijdens de proef worden de voor- en nadelen onderzocht. Daarna wordt bepaald of de regeling wordt voortgezet.
Gevarenmelder
Ook in de gemeente Enschede loopt een fietsonderzoek, uitgevoerd door de Universiteit Twente, onder de noemer Smart Connected Bikes. Deelnemers testen hierbij een elektrische fiets met een gevarenmelder en krijgen hiervoor een vest aan met sensoren aan. Ze maken verschillende ritten op een e-bike met zo’n gevarenmelder. Het experiment moet bijdragen aan het ontwikkelen van systemen die fietsen veiliger en aantrekkelijker maken. Wie ouder is dan 18 jaar en wekelijks fiets, mag meedoen. Het onderzoek vindt plaats op de Universiteit Twente in april.
Geef een reactie