De aanpak woondiscriminatie blijft nodig, ondanks dat woningzoekenden op de huurmarkt minder kans lopen om gediscrimineerd te worden. Dat blijkt uit de meest recente resultaten van de derde landelijke monitor ‘discriminatie bij woningverhuur.’
Demissionair minister De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening stuurde de resultaten van deze derde monitor, uitgevoerd door het Verwey- Jonker Instituut, recent naar de Tweede Kamer. Daaruit blijkt dat woningzoekenden op de huurmarkt minder kans lopen om gediscrimineerd te worden, maar desondanks blijft woondiscriminatie een hardnekkig probleem en is een stevige aanpak nodig.
Fictieve woningzoekenden
Voor dit onderzoek werd op ruim 3000 huuradvertenties van woningsite Pararius gereageerd uit naam van fictieve woningzoekenden. Er is onderzocht of er discriminatie is van profielen met een Marokkaans- of Pools-klinkende naam (nationaliteit), vrouwen met een Nederlands-klinkende naam (gender) en profielen waarbij het ging om een homoseksueel stel (seksuele voorkeur). Daarnaast werd er in 203 mystery calls getoetst in hoeverre een verhuurbemiddelaar bereid is om mee te werken aan een discriminerend verzoek van een fictieve verhuurder.
Marokkaanse naam minder kans op bezichtiging
De resultaten geven aan dat er een lichte daling zichtbaar is van de discriminatiecijfers. In de vorige monitor (2021/2022) bleek dat alle onderzochte profielen met niet-Nederlands klinkende namen (Pools en Marokkaans) een aanzienlijk lagere uitnodigingskans hadden op een bezichtiging dan mensen met Nederlands klinkende namen. Dit blijkt nu minder het geval.
Maar personen met een Marokkaans klinkende mannennaam blijven een significant lagere kans houden (18 procent minder) om uitgenodigd te worden voor de bezichtiging van een woning, dan personen met een Nederlands klinkende naam. Wel is ook voor die profielen sprake van een daling ten opzichte van de vorige resultaten.
Mystery calls
Uit de resultaten van de mystery calls blijkt dat er minder discriminatie plaatsvindt dan in de voorgaande jaren. Het aandeel verhuurbemiddelaars dat direct of indirect bereid is om mee te werken om mensen met een bepaald profiel te weren, is van 80 procent (2021/2022) gedaald naar 73 procent. Toch is dit nog steeds een substantieel deel van de bemiddelaars.
Aanpak woondiscriminatie door wetgeving
Een nieuw onderdeel in deze monitor is het onderzoeken van de effectiviteit van beleid op het tegengaan van woondiscriminatie. Hierbij komt onder andere naar voren dat het aantonen van de effectiviteit van beleid complex is, maar dat de gezamenlijke aanpak van woondiscriminatie mogelijk invloed heeft gehad op de daling van de discriminatiecijfers. Het heeft het onderwerp meer onder de aandacht gebracht en mensen bewuster gemaakt.
De bewustwording werd ook vergroot door de voorlichtings- en bewustwordingscampagne ‘Wijs discriminatie de deur’. En ook de eerdere tweejaarlijkse monitoren en de lokale en branchegerichte aanpak, waarbij veel en vaak contact was met relevante partners, droegen bij aan het op de kaart zetten van woondiscriminatie.
Wet goed verhuurderschap
Ook de Wet goed verhuurderschap die per 1 juli 2023 in werking trad, deed een duit in het zakje. In de wet is een basisnorm voor goed verhuurderschap opgenomen met algemene regels. Deze gelden voor alle verhuurders en verhuurbemiddelaars en zien onder andere toe op het voorkomen van discriminatie. Als aan deze norm niet wordt voldaan, dan zijn gemeenten bevoegd hierop te handhaven.
Proef met anoniem platform voor eerlijke verhuur
Om deze wet goed uit voeren, is de gemeente Rotterdam overigens in september begonnen met een proef van zes maanden voor eerlijke verhuur van particuliere huurwoningen. Kandidaten die een woning zoeken kunnen vanaf nu anoniem terecht op een nieuw woonplatform, om zo woondiscriminatie tegen te gaan. Bij succes kan de werkwijze uit de pilot makkelijk en snel uitgerold worden in meerdere gemeenten, aldus Rotterdam.
Geef een reactie