In twee derde van de gemeenten was minder dan de helft van de verkochte woningen nog betaalbaar voor lage en middeninkomens. Dat blijkt uit het meest recente Kwartaalbericht Woningmarkt van het Kadaster.
In de week dat minister Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening haar beleidsplannen moet toelichten in de Tweede Kamer, volgen berichten over flink doorstijgende huizenprijzen en de slechte betaalbaarheid elkaar op. Het hele politieke spectrum van links tot rechts is het erover eens dat de woningbouwproductie snel op gang moet komen. De vraag is hoe?
Woningtekort
Het doel van de vorige minister voor Volkshuisvesting De Jonge om in 2030 900.000 nieuwe woningen erbij te hebben, is alweer naar boven bijgesteld tot 981.000. Het huidige woningtekort is 401.000, aldus schattingen van het ministerie. In 2022 werd het dit tekort nog beraamd op 291.000.
Volgens de VNG hebben gemeenten om de woningbouw te versnellen 5’voldoende geld, meer inzet op betaalbare koop, indamming van grondspeculatie en behoud van bouwkwaliteit bij het schrappen van bouweisen nodig’. In het position paper voor de begrotingsbehandeling VRO zet de gemeentekoepel de inzet verder uiteen.
Betaalbare woningen schaarser
Waar het woningtekort zich traditiegetrouw vooral in grote steden manifesteerde, blijkt dat intussen voor een groot deel van de gemeenten. Niet alleen is er sprake van een tekort, ook de betaalbaarheid van de beschikbare woningen daalt. Jongeren en jonge werkenden bijvoorbeeld die graag in de gemeente willen blijven wonen waar ze zijn opgegroeid, lijken steeds minder kans te maken op een eigen huis. Lange wachtlijsten en een tekort aan betaalbare huurwoningen gaan hand in hand met met een dalend aantal betaalbare koopwoningen.
Uit de laatste cijfers van het Kadaster blijkt nu dat in 2 op de 3 gemeenten minder dan de helft van de verkochte woningen betaalbaar is voor de lage en middeninkomens. De rijksoverheid bepaalt jaarlijks de grens tot waaraan een woning betaalbaar is. In 2024 is die gesteld op 390.000 euro. In het 3e kwartaal van 2024 lag in bijna 200 van de 342 gemeenten minder dan 50 procent van de transacties onder deze betaalbaarheidsgrens. In 12 gemeenten was minder dan 10 procent van de verkochte woningen betaalbaar. In 10 gemeenten was juist meer dan 80 procent van de woningen betaalbaar.
Aan de randen van het land
Gemeenten waar weinig woningen onder de betaalbaarheidsgrens werden verkocht, liggen in de buurt van grote steden zoals Amsterdam, Eindhoven en Den Haag. Gemeenten met een groot aandeel betaalbare woningen liggen vooral aan de randen van Nederland. Woningen onder de betaalbaarheidsgrens werden vaak gekocht door koopstarters. In het 3e kwartaal van 2024 kochten starters 61,5 procent van deze betaalbare woningen. Van de woningen boven deze grens werd 32,6 procent door starters gekocht.
Meer woningtransacties
Vooral in de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) steeg het aantal transacties met 24 procent sterk vergeleken met een jaar geleden. In Rotterdam was de stijging het grootst, bijna 35 procent. In de andere 3 gemeenten van de G4 steeg het aantal transacties met ruim 20 procent. Bijna 1 op de 6 woningtransacties vond plaats in de G4. Dat is veel meer dan in bijvoorbeeld het 3e kwartaal van 2020, toen het nog 1 op de 8 was.
In de 40 middelgrote stedelijke gemeenten (de G40) steeg het aantal met 14,7 procent. In de rest van Nederland nam het aantal toe met 13,3 procent.
Huizen in G4 gemiddeld het duurst
Ook werden huizen door het hele land duurder. In de 4 grootste gemeenten stegen de prijzen het hardst met 13 procent tot gemiddeld 542.000 euro. In Amsterdam was de stijging het grootst, met 16,7 procent tot gemiddeld 658.000 euro. In Den Haag steeg de prijs het minst, met 9,7 procent tot gemiddeld 464.000 euro. Rotterdam had de laagste gemiddelde prijs in de G4, met 425.000 euro. Die ligt echter nog steeds boven de betaalbaarheidsgrens van 390.000 euro.
Gemiddelde koopsom omhoog
In meer dan 300 van de 342 gemeenten was de gemiddelde koopsom hoger dan een jaar geleden, 57 gemeenten hadden een gemiddelde woningprijs van 550.000 euro of meer. Nooit eerder waren dat er zo veel. In 198 gemeenten lag de gemiddelde prijs lager dan het landelijke gemiddelde. Dat bedroeg in het 3e kwartaal van 2024 gemiddeld 463.000 euro. Dit is 10,9 procent meer dan in hetzelfde kwartaal in 2023 en 5,1 procent meer dan een kwartaal geleden. De gemiddelde woningprijs stijgt nu alweer een jaar lang elk kwartaal, wat steeds meer betaalbaalbare woning buiten bereik van woningzoekenden brengt.
Geef een reactie