Het verzakken van huizen neemt sneller toe dan verwacht. Woningeigenaren zijn tonnen kwijt om funderingsproblemen aan te pakken. Maar het Funderingsherstelfonds van het Rijk biedt weinig soelaas. Een handvol gemeenten biedt daarom een eigen financieringsproduct.
Uit 203 van de 355 gemeenten komen meldingen binnen van verzakkende huizen, aldus het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF). Vorig jaar waren dat er nog maar 83.
Dat heeft alles te maken met de enorme droogte van de afgelopen drie zomers, die het grondwaterpeil heeft doen dalen. Bodemdaling is niet meer het probleem van alleen veenweidegebieden. Ook op de zandgronden in het noorden, oosten en in delen van Brabant worden woningen getroffen.
Kwart miljoen probleemwoningen
Het kenniscentrum schat dat zo’n 250.000 huizen met urgente problemen kampen. In potentie krijgen circa een miljoen woningen ermee te maken, aldus het KCAF, dat huizen vanaf 2021 van een funderingslabel zal voorzien.
Voor woningeigenaren is het aanpakken van schade aan de fundering erg kostbaar. Schattingen gaan richting 65 duizend tot 100 duizend euro. Maar rekeningen van meer dan twee ton komen ook voor. En de gemeente kan eigenaren niet zomaar ondersteunen.
‘Inwoners met problemen kloppen bij hun gemeente aan, maar de oplossing valt voor een deel buiten onze invloedssfeer,’ zegt wethouder Hilde Niezen van Gouda, tevens voorzitter van het Platform Platform Slappe Bodem en het bestuurdersnetwerk Klimaatadaptatie van de VNG.
‘Wettelijk gezien is een huiseigenaar zelf verantwoordelijk voor de fundering onder zijn woning. We willen dat het Rijk de regie neemt en dat inwoners ook echt worden geholpen,’ schetst Niezen.
Onverzekerbaar
Ook verzekeraars zouden volgens de wethouder in actie komen moeten door huiseigenaren de mogelijkheid te bieden hun fundering te verzekeren. ‘Dat kan nu niet. Maar juist het Rijk kan hier wat aan doen. Een funderingslabel kan daarbij helpen.’
Het Rijk zit beslist niet stil, vindt minister Ollongren van BZK. Al in april wees ze per Kamerbrief nogmaals op het Fonds Duurzaam Funderingsherstel. In dit in 2017 door haar eigen ministerie ingestelde fonds zit 100 miljoen euro aan ‘funderingsleningen’ voor huiseigenaren.
Een voorwaarde is dat de betreffende gemeente aan het fonds deelneemt. Tot nu toe zijn Haarlem, Rotterdam en Zaanstad de enige deelnemers. Die gemeenten hebben dertig leningen verstrekt. Gouda heeft proefgedraaid met het funderingsfonds, maar besloot van deelname af te zien.
‘Weinig aantrekkelijk’
‘Wij hadden niet de indruk dat onze inwoners hierop zitten te wachten,’ verklaart Niezen. ‘De voorwaarden zijn weinig aantrekkelijk. Gemeenten moeten voor hoge rentepercentages garantstaan. Dat het fonds niet echt loopt, verbaast mij niets. Dit is niet de oplossing.’
In de drie gemeenten die meedoen aan het fonds doet het financieringsproduct precies wat het moet doen, reageert fondsmanager Robert Boom van Stichting Volkshuisvesting (SVn), dat het Funderingsherstelfonds van het Rijk beheert. ‘Woningeigenaren die vergeefs bij de bank voor een lening aankloppen, kunnen zo toch financiering voor het herstel van hun fundering krijgen.’
De drie gemeenten samen hebben volgens Boom meer dan honderden woningen ‘in de pijplijn’ zitten op weg naar funderingsherstel. Maat vooralsnog is de animo om aan te sluiten bij het fonds beperkt, geeft hij toe. ‘Een aantal gemeenten is afwachtend. Ze willen eerst zien hoe groot de behoefte aan financiële hulp is. Ook zien we dat de politieke aandacht in gemeenten naar de bouw- en verduurzamingsopgave uitgaat.’
Het fonds is en blijft beschikbaar voor toetreding van gemeenten, aldus Boom. ‘Zodra een gemeente aansluit, realiseer je een hefboom. Eén funderingslening zorgt er namelijk al voor dat een heel bouwblok kan starten met herstelwerkzaamheden.’
Eigen fonds
Een handvol gemeenten is intussen met eigen financiële regelingen gekomen. Schiedam biedt langlopende en laagrentende leningen aan. Zo zijn al ruim 300 woningen hersteld. Deze leningen worden overigens óók beheerd door SVn. Een eigen gemeentelijk fonds is een alternatief, aldus Boom, maar de drie deelnemende gemeenten aan het landelijke Funderingsherstelfonds hadden in het verleden ook elk een eigen fonds.
‘Gezien de enorme omvang van de herstelopgave is toen de roep om een landelijk fonds met een rijksbijdrage ontstaan met aanmerkelijk minder kapitaalbeslag voor de deelnemende gemeenten.’
Wethouder Niezen hoopt dat het fonds in Schiedam andere gemeenten zal inspireren. ‘Het is goed dat inwoners een perspectief geboden wordt. De verzakkingsproblematiek is in laaggelegen Nederland met veel woningen op houten palen al jaren politiek geagendeerd.’
Ook Schiedam is zich daar al heel lang van bewust. ‘Maar niet in elke gemeente is de situatie zo. Soms moet je ook de conclusie kunnen trekken dat sloop en nieuwbouw een beter alternatief is.’
Geef een reactie