De Tweede Kamer stemde dinsdag voor de wijzigingen van de Huisvestingwet. Die regelen onder meer dat gemeenten bij de uitgifte van huisvestingsvergunningen vaker voorrang mogen geven aan bepaalde groepen om in een goedkopere huurwoning te wonen. De mogelijkheid voor gemeenten om inkomens boven een bepaalde grens uit te sluiten bij de verkoop van bestaande woningen is afgewezen.
Gemeenten wilden eigen inwoners, mantelzorgers en mensen met een vitaal beroep zoals leraren en agenten, voorrang kunnen geven bij de verkoop van een deel van de bestaande koopwoningen. Woonminister De Jonge wilde een inkomenstoets toestaan voor kopers van bestaande woningen tot 355.000 euro, mits in een gemeente sprake is van schaarste.
VVD-kamerlid Peter De Groot zag daar niets in, zoals hij ook aangaf in het debat over de wetswijziging vorige week. Het is in zijn ogen ‘onwenselijk als gemeenten indirect gaan bepalen aan wie een woning wordt verkocht. Deze woningen zijn destijds ook onder andere voorwaarden gekocht’.
Amendement
De Groot diende samen met D66, JA21 en BBB een amendement in, waarmee bestaande koopwoningen uit de nieuwe Huisvestingswet verdwijnen. Zij maken zich zorgen over de effecten op de woningmarkt. Ook vinden ze het ‘een te vergaande ingreep in de keuzenvrijheid van een particulier om zijn of haar eigendom te verkopen’.
Aangenomen
De VNG gaf aan het amendement ‘te betreuren’. ‘Daardoor wordt het hele doel van de wetswijziging ondergraven en vissen nu vaak kansloze woningzoekenden weer achter het net.’
Maar de bepaling die in de aanpassingen van de Huisvestingswet zou komen sneuvelde. Een ruime meerderheid in de Kamer stemde met het amendement in. De VNG riep de Kamerleden tevergeefs op om tegen te stemmen.
Helft van woningen toewijzen
Wel mogen gemeenten door de wetswijziging maximaal de helft van alle huur- en nieuwbouwwoningen toewijzen. Bijvoorbeeld aan eigen inwoners of aan mensen die werken in beroepen waar tekorten zijn.
Geef een reactie