Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten heeft op verzoek van het ‘Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen’de Blijverslening ontwikkeld. Ouderen kunnen hierdoor wat gemakkelijker geld lenen om in hun eigen huis blijven wonen en hebben zo wat middelen voor aanpassingen
Gemeenten en provincies vinden het belangrijk dat bewoners hun woning aanpassen en stimuleren steeds vaker inwoners om vroeg na te denken over ‘later’ en hun woonsituatie. Met de Blijverslening biedt SVn gemeenten een aantrekkelijk financieel instrument om eigenaren-bewoners te faciliteren bij het levensloopbestendig maken van hun woning.
Marnix Norder, voorzitter van het Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen, is blij dat de Blijverslening nu uitgerold kan worden richting de gemeenten. ‘Als gemeenten ervoor kiezen een fonds te openen, kunnen er vanuit dit fonds leningen worden verstrekt aan de inwoners. Dit kan een belangrijke impuls zijn om de woning aan te passen. Ouderen beschikken vaak wel over vermogen, maar in veel gevallen zit dat vast in hun huis. De Blijverslening kan dan een mooie financieringsoplossing zijn. Het gemeentelijke fonds voor Blijversleningen is bovendien revolverend. Dit is een duurzame vorm van financieren. Rente en aflossing op de Blijverslening kunnen steeds weer opnieuw worden ingezet voor nieuwe leningaanvragen’.
Maatwerk -en geduld- per gemeente
Jan Willem van Beek, directeur van SVn: ‘SVn heeft de Blijverslening ontwikkeld in nauwe samenwerking met het Aanjaagteam, gemeenten, provincies en belangenorganisaties, zoals bijvoorbeeld de ANBO. De Blijverslening heeft een duidelijk kader waarbinnen gemeenten ‘op maat’ zelf de voorwaarden bepalen. Zo kunnen gemeenten de lening bijvoorbeeld beschikbaar stellen voor specifieke maatregelen, een bepaalde wijk of doelgroep. Er zijn veel gemeenten die interesse hebben getoond. In de Tweede Kamer is al een motie aangenomen om te onderzoeken hoe de rijksoverheid zou kunnen bijdragen. Ouderen die denken dat ze morgen een lening kunnen aanvragen moet ik echter teleurstellen. Eerst zal de gemeenteraad van hun gemeente moeten besluiten hiervoor een fonds bij SVn te openen.’
Consumptieve en hypothecaire variant
SVn stelt de Blijverslening zowel in een consumptieve als hypothecaire variant aan gemeenten en provincies beschikbaar. Beide varianten hebben hun eigen voorwaarden. Zo moet bijvoorbeeld voor een consumptieve lening één van de aanvragers jonger zijn dan 76 jaar. Bij een hypothecaire lening geldt geen leeftijdsgrens, tenzij de gemeente zelf een leeftijdsgrens instelt. Ook de hoogte van het leenbedrag verschilt. Bij een consumptieve lening geldt een maximum bedrag van € 10.000,-, bij een hypothecaire lening is dat maximum € 50.000, – (de gemeente kan kiezen voor een lager maximum bedrag). Het minimale leenbedrag van € 2.500, – geldt voor beide varianten
Geef een reactie