Startersleningen bieden voordelen voor huiseigenaren, maar brengen ook risico’s met zich mee.
Dat staat in de notitie ‘Startersleningen; is het beleidsinstrument in balans?’ van de rekenkamercommissie van de gemeente Hengelo. Het gaat om een onderzoek naar het gemeentelijke beleid rond startersleningen.
Volgens de commissie krijgen huishoudens door de starterslening extra hypothecaire lasten. ‘Zij lenen als het ware boven hun stand. De bank geeft hen niet voor niets een plafond mee´, aldus de rekenkamercommissie.
Ook bestaat volgens de rekenkamercommissie binnen de gemeentelijke organisatie het beeld dat de regeling voor de gemeente volkomen risicovrij is. Maar de commissie ziet dat niet zo. ´De gemeente kan er bij gedwongen verkoop en schuldsanering niet vanuit gaan dat de vergoeding die ze van het Waarborgfonds Eigen Woningen krijgt even hoog zal zijn als de restschuld´, stelt de rekenkamercommissie.
‘De enige risico beperkende maatregel die de gemeente heeft genomen is het besluit niet meer dan 45 leningen per jaar te verstrekken. Daarmee wordt het open einde karakter van de regeling opgeheven. Maar er is geen limiet gesteld aan het totaalbedrag dat de gemeente heeft uitstaan. Bij andere gemeenten is dit veelal wel het geval.’
De rekenkamercommissie constateert dat de gemeente tot nu toe haar beleid rond de startersleningen niet heeft geëvalueerd. Ze beveelt aan dit alsnog te doen, zodat duidelijk wordt hoe effectief dit instrument is.
Geef een reactie