Het wetsvoorstel Opkoopbescherming van demissionair minister Ollongren gaat de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven (G4+) niet ver genoeg. Het biedt te weinig mogelijkheden om slecht verhuurderschap aan te pakken. Ook geldt de opkoopbescherming slechts voor een duur van drie jaar.
De G4+ heeft dit in een gezamenlijke brief aan Ollongren, demissionair minister van Binnenlandse Zaken, laten weten. Het wetsvoorstel Opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur uit november 2020, maakt het mogelijk om een opkoopbescherming in te voeren voor betaalbare koopwoningen in een gebied. Zo wordt voorkomen dat deze woningen in groten getale worden opgekocht door beleggers, die de woningen vervolgens gaan verhuren. Met de aanpak van dit fenomeen, buy-to-let, verbetert de positie van starters en doorstromers op de woningmarkt. Zij hoeven namelijk niet langer te concurreren met beleggers.
Stevigere aanpak nodig
De vijf steden zijn blij dat beleggers straks niet alle betaalbare huizen meer weg kunnen kapen. Buy-to-let werkt prijsopdrijvend en zet de positie van de koopstarter in de oververhitte woningmarkt nog verder onder druk. Ook komt het niet ten goede aan de leefbaarheid in buurten waar veel huizen worden opgekocht.
Het wetsvoorstel gaat de steden echter niet ver genoeg. Ze kampen alle vijf met vergelijkbare problemen op de woningmarkt: hoge huren, grote vraag naar woonruimte en veel huizen die door beleggers worden opgekocht. Met het huidige voorstel kan het probleem van malafide verhuurders niet worden opgelost. ‘Het voorstel is een eerste stap om starters en doorstromers weer een goede positie te geven op de koopwoningmarkt. Het biedt echter nog onvoldoende basis voor de, in mijn ogen noodzakelijke, brede aanpak van slecht verhuurderschap,’ aldus de Utrechtse wethouder Wonen Kees Diepeveen.
Algehele verhuurvergunning
De G4+ vraagt daarom aan Ollongren om de invoering van een algehele verhuurvergunning. Nu kan de verhuurvergunning alleen in uitzonderingssituaties ingezet worden en bij nieuwe verhuringen. Aan een vergunning die overal in de stad geldt en waarmee ook de hoogte van de huur kan worden aangepakt, kunnen gemeenten voorwaarden voor goed verhuurderschap verbinden. ‘We willen echt iets kunnen doen tegen verhuurders die te weinig onderhoud plegen, te hoge huren vragen of discrimineren bij de selectie van huurders’, zegt de Amsterdamse wethouder Ivens (Wonen) in Het Parool.
Onbepaalde tijd
De termijn waarvoor de opkoopbescherming gaat gelden is door het ministerie vastgesteld op drie jaar. Dit terwijl de vijf steden verwachten dat de schaarste op de woningmarkt dan zeker nog niet voorbij is. Zij pleiten daarom voor een opkoopbescherming voor onbepaalde tijd. Dit omdat het even duurt en kosten met zich meebrengt, voordat de gemeentelijke bureaucratie is opgetuigd en de maatregel daadwerkelijk zijn nut kan bewijzen. Ook zouden woningen dan alsnog na drie jaar doorverkocht kunnen worden aan beleggers, wat de sociale cohesie in een buurt negatief zou kunnen beïnvloeden.
Wijzigingen snel doorvoeren
Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven zien volgens de Utrechtse wethouder Diepeveen graag dat Ollongren de door hen voorgestelde wijzigingen op het wetsvoorstel snel invoert. Slecht verhuurderschap zou daarmee binnenkort tot het verleden behoren. ‘Wij zijn bereid om mee te denken en te helpen waar dit kan. Wij zien de reactie vol verwachting tegemoet’, aldus Diepenveen.
Geef een reactie