Gemeenten die een bijdrage willen uit de ‘woningbouwimpuls’ van bijna een miljard euro, krijgen dit geld niet zomaar toegeworpen. Goedkeuring is nodig van de provincie, een speciale commissie én minister Van Veldhoven voor Milieu en Wonen.
Dit blijkt uit de uitwerking van de steunmaatregel die het kabinet op Prinsjesdag aankondigde. Het gaat om een concept van het Besluit Woningbouwimpuls 2020. Dit bevat de belangrijkste voorwaarden waaraan gemeenten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit de pot, en een beschrijving van de procedure. Reageren op de plannen kan tot 8 februari.
Grondige selectie
Het kabinet gaat niet over een nacht ijs. Er vindt een grondige selectie plaats, op basis van regels en toetsing. Van Veldhoven kondigt ook nog een ministeriële regeling aan. Aanvragen hebben straks in ieder geval steun van de provincie nodig. Ook een ‘aanjaagteam’ en ‘ambtenaren van het Rijk’ hebben daarbij wat in de melk te brokkelen. Na deze ronde is de nieuwe Toetsingscommissie Woningbouwimpuls de volgende stop.
‘De toetsingscommissie, bestaande uit technische experts, toetst vervolgens de voorstellen aan onder andere de voorwaarden voor een rijksbijdrage, de financieel-technische uitgangspunten van het voorstel en de doelmatigheid van het woningbouwproject,’ schrijft Van Veldhoven. De exacte beoordelingscriteria volgen later in de aangekondigde regeling.
Weigeringsgronden
Vindt de commissie de aanvraag ook in orde, dan buigt tot slot de minister zelf zich erover. Zij kan de aanvraag alsnog afkeuren, dan wel goedkeuren uiteraard. ‘Op basis van de weigeringsgronden en het advies van de toetsingscommissie komt de minister tot een besluit of het project in voldoende mate voldoet aan de doelstellingen van dit besluit.’
Gemeenten die glansrijk door alle drie de hoepels springen, kunnen een zogeheten specifieke uitkering ontvangen. De middelen moeten de kosten dekken die de gemeente niet kan terugverdienen bij gebiedsontwikkeling. Het geld vloeit dan bijvoorbeeld naar compenserende maatregelen, zoals aanleg van extra groen, die nodig zijn vanwege het stikstofbeleid.
Na het doorlopen van de procedure moeten gemeenten zelf zien te voorkomen dat ze verboden staatssteun verstrekken. De minister zal voor de zekerheid uitleggen ‘waar zij in dit kader op moeten letten en hoe zij daarmee om dienen te gaan’.
Betaalbare woningen
De impuls moet zorgen voor de versnelling van projecten: ‘zonder bijdrage zou de bouw niet of niet op deze manier zijn gestart’. Verder zijn alleen plannen met ‘betaalbare woningen’ kansrijk. Op dat punt lijken er géén voorschriften vanuit Den Haag te komen. ‘Gemeenten kunnen in een doelgroepenverordening benoemen wat zij lokaal verstaan onder een starter of huishouden met een middeninkomen.’
Geef een reactie