De doelgroep ouderen stond de afgelopen week hoog op de landelijke politieke agenda. Nieuwe adviezen en plannen, zoals van de commissie ‘Toekomst zorg thuiswonende ouderen’, lijken niet zonder lokale gevolgen te blijven. Zo moeten gemeenten meer aan de slag met nieuwe vormen van wonen en zorg voor de bewoners op leeftijd.
De lokale aanpak van eenzaamheid onder ouderen heeft een flinke impuls gekregen, blijkt uit een voortgangsrapportage. Maar er is meer te doen. Extra aandacht voor de combinatie van wonen en zorg moet helpen om langer zelfstandig te wonen, mede in het licht van oplopende wachtlijsten voor verpleeghuizen.
Dat zegt onder meer de commissie Toekomst zorg thuiswonende ouderen. Voorzitter Wouter Bos overhandigde het advies Oud en Zelfstandig in 2030 aan minister De Jonge van Volksgezondheid. De commissie ziet verder behoefte aan ‘digitalisering van dagelijks leven en zorg’, evenals lokale en regionale samenwerking bij zorg en ondersteuning.
Ga verbouwen
Veel van de verantwoordelijkheid in het rapport wordt bij de burger gelegd. ‘We pleiten voor vergroting van het vermogen van ouderen om voor zichzelf en voor elkaar te zorgen en voor vanzelfsprekende inzet van digitale middelen.’ De belangrijkste opdracht voor gemeenten is: ‘ga (ver)bouwen!’ Op dit moment wordt er volgens de commissie voor senioren veel te weinig gebouwd en verbouwd. ‘Terwijl nieuwe woonvormen, tussen het aloude eigen huis en het verpleeghuis in, een oplossing kunnen bieden om zelfstandig te kunnen blijven wonen en zo min mogelijk afhankelijk te worden van zorg.’
Wellicht was het sluiten van bejaardentehuizen achteraf dus niet zo’n goed idee, reageerden critici op sociale media. ‘Herwaardering van collectieve en semi-collectieve (of semi-zelfstandige) woonvormen voor ouderen is volgens ons geboden,’ zegt ook het rapport. Voorbeelden van nieuwe woonvormen die de afgelopen jaren in op opkomst zijn: hofjes, geclusterde woningen, woongemeenschappen, woonzorgcentra en -complexen, gestippelde woonzorggroepen, zorgvilla’s en kangoeroewoningen.
Ook werken betrokken partijen niet altijd optimaal samen, omdat de verhoudingen gebaseerd zijn op grondgedachte van onderlinge concurrentie. Dat moet anders, vinden de onderzoekers. ‘Om de schaarse beschikbare mensen en middelen doelmatig te kunnen inzetten is lokale en regionale samenwerking de komende jaren belangrijker dan keuzevrijheid en concurrentie.’
Draagvlak gemeenten
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft over de breedte een positief beeld van het advies: ‘Ga (ver)bouwen! Ga digitaal! Werk samen!, het bevat voor gemeenten heel herkenbare punten.’ Een groot deel van de aanbevelingen wordt herkend en kan rekenen op het draagvlak van gemeenten, schrijft de VNG in reactie. Maar er is ook een deel waarover de VNG ‘graag het gesprek aangaat met Rijk en samenwerkingspartners. Ook juichen we toe dat de Tweede Kamer over dit belangwekkende advies in debat gaat.’ Ter voorbereiding daarop en op de consultatieronde, wordt het advies besproken met gemeenten. Op een later moment komt de VNG nog met een uitgebreidere reactie op het rapport.
Groot gat
‘Nederland is op dit moment niet in staat om de groeiende groep ouderen voldoende te faciliteren in hun woon- en zorgbehoeften. Er gaapt een groot gat tussen zelfstandig wonen en het verpleeghuis,’ aldus de speciale Taskforce Wonen en Zorg die op 20 januari van start ging. Het is een initiatief van VNG, Aedes (woningcorporaties), Actiz (zorgorganisaties) en de ministeries van Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken. De komende twee jaar ondersteunt de stuurgroep gemeenten en lokale partners ‘bij het overbruggen van dit gat’.
Volgens Hans Adriani, wethouder wonen in Nieuwegein en voorzitter van de taskforce, is het niet vanzelfsprekend dat gemeenten samen met woningcorporaties en zorgorganisaties aan één tafel zitten. ‘Vanaf vandaag is dat precies wat wij aanjagen,’ zei hij bij de start. De taskforce moet zorgen dat dit jaar in alle gemeenten een analyse wordt gemaakt van de woonzorgopgaven. En dat in 2021 gemeenten samen met hun lokale partners afspraken maken op het thema wonen, zorg, welzijn en leefbaarheid. ‘We leggen de lat hoog. Met als uiteindelijk doel dat er in alle gemeenten passende woonzorgvormen gerealiseerd worden,’ aldus Adriani.
Wachtlijsten
Bij het bouwen van nieuwe woningen zouden we voorrang moeten geven aan huizen voor ouderen met een zorgbehoefte, vindt Tweede Kamerlid Lenny Geluk van het CDA. Ze wil onder andere dat er meer kangoeroewoningen komen, zodat het verlenen van mantelzorg eenvoudiger wordt. Dat zei ze in het Tweede Kamerdebat met minister De Jonge over het probleem dat de wachttijd voor een plek in een verpleeghuis langer is geworden.
Ouderen moeten maanden tot soms een jaar wachten voor ze een terechtkunnen. ‘De vraag is sneller gegroeid dan verwacht,’ zegt De Jonge, die onderzoek wil doen naar de oorzaken. De minister had wel verwacht dat meer mensen een beroep zouden doen op de Wet langdurige zorg (Wlz), waar zware zorg voor kwetsbare ouderen onder valt. Maar het tempo van die groei heeft hem verrast, zei hij. De Jonge moet volgens de meeste partijen in de Kamer meer doen om het tij te keren. ‘Er zal gewoon meer plek moeten komen,’ erkent ook de bewindsman, ‘er moet inderdaad meer gebeuren’.
Bij het maken van nieuwe afspraken met gemeenten en zorgkantoren ziet De Jonge een regierol voor zichzelf, maar hij temperde ook de verwachtingen over hoe snel dat kan. ‘Dat akkoord zal er komen. Ik vraag wel een beetje begrip. Het zijn heel erg veel partijen. Daarmee heb je echt niet zomaar eventjes morgen een concreet akkoord. Een aantal gemeenten is volop aan de slag met woningcorporaties en zorginstellingen om allerlei nieuwe vormen van wonen en zorg te creëren. Daar gebeurt een hele hoop. Laten we dus niet doen alsof er niks gebeurt.’
Geef een reactie