Naar aanleiding van reacties van gemeenten op zijn rapport over standplaatsen voor woonwagens, heeft de Nationale ombudsman aandachtspunten voor het nieuw te vormen beleid meegegeven aan minister Ollongren. Zo vragen diverse gemeenten aandacht voor ‘het probleem om nieuwe woonwagenlocaties te ontwikkelen’ en om maatwerk en duidelijkheid.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken komt binnenkort met een nieuwe handreiking voor het gemeentelijke woonwagenstandplaatsenbeleid. Hoogstwaarschijnlijk mogen gemeenten niet langer een beleid voeren dat is gericht op het verminderen van het aantal woonwagenstandplaatsen. Het zogenoemde nuloptie- of afbouwbeleid zou de woonwagencultuur, volgens onder meer het College voor de Rechten van de Mens, in de kern aantasten.
Niet betrouwbaar
Ook de Nationale ombudsman riep vorig jaar in het rapport ‘Woonwagenbewoner zoekt standplaats’ op met een andere bril naar de standplaatsen te kijken. ‘Aandacht voor de behoeften van woonwagenbewoners is niet vrijblijvend, maar heeft een mensenrechtelijke basis. Niet alle gemeenten zijn zich daarvan voldoende bewust. Zij handelen daardoor niet betrouwbaar in het borgen van de woonwagencultuur.’ De ombudsman gaf aan dat het kabinet het voortouw moet nemen en het ministerie de regie moet voeren in het beleid..
Standplaatsen
Inmiddels hebben gemeenten reacties gegeven op het rapport en de aanbevelingen. In een brief aan minister Ollongren (pdf) geeft de ombudsman een aantal punten van aandacht voor het nieuwe beleid mee. Diverse gemeenten zien het als een probleem om standplaatsen uit te breiden en binnen hun gemeentelijke grenzen nieuwe woonwagenlocaties te ontwikkelen. Bijvoorbeeld omdat er simpelweg geen ruimte voor is.
Sommige gemeenten zien een spanning tussen de bijzondere behandeling van de wensen van woonwagenbewoners en het landelijke beleid dat niet in een doelgroepenbeleid voorziet. Het is voor een gemeente soms lastig om de behoefte aan standplaatsen en woonwensen goed in kaart te brengen, omdat ze niet kan vaststellen of iemand een culturele identiteit als woonwagenbewoner heeft.
Nieuwe kaders
Een geluid dat steeds terugkeert in de reacties is dat van het Rijk meer duidelijkheid verwacht wordt over nieuwe kaders voor het standplaatsenbeleid. ‘De reacties van gemeenten geven blijk van een grote verscheidenheid aan praktijken en opvattingen over het omgaan met woonwagenbewoners binnen de eigen gemeente. Een nieuw standplaatsenbeleid vergt daarom maatwerk voor situaties waarin de handreiking niet altijd kan voorzien. De Rijksoverheid moet daarom zijn regierol blijven nemen om gemeenten hierin te kunnen ondersteunen,’ aldus ombudsman Reiner van Zutphen.
Niet instemmen
Van de gemeenten die een reactie gaven, is ongeveer twee derde het eens met de kern van het rapport: het recht doen aan de culturele identiteit van woonwagenbewoners door middel van een passend standplaatsenbeleid. Maar niet alle gemeenten daarvan zullen de aanbevelingen uit het rapport opvolgen. Andere gemeenten geven expliciet aan dat zij geen nuloptiebeleid voeren, maar evenmin het aantal standplaatsen zullen uitbreiden. Ook zijn er gemeenten die met het grootste deel van de aanbevelingen uit het rapport expliciet niet instemmen.
Geef een reactie