
Het wetsvoorstel van minister Keijzer om huurwoningen te redden van de verkoop door huurverhogingen toe te staan, is kritisch ontvangen. Zo maken Amsterdam en Utrecht zich ‘grote zorgen’ voor de betaalbaarheid van huurwoningen.
De aanpassingen die de minister van Volkshuisvesting voorstelt voor de huurregels, zijn niet genoeg om de verkoopgolf van particuliere huurwoningen te stoppen. Dat zegt belangenvereniging Vastgoed Belang. Volgens de organisatie voor particuliere verhuurders is het nodig dat de belastingen omlaaggaan. De Woonbond sluit zich bij dat laatste aan en stelt dat de plannen ‘over de ruggen van huurders’ lijken te gaan.
Wet betaalbare huur
Vorig jaar ging juli trad de Wet betaalbare huur in werking, waardoor meer woningen onder het zogenoemde puntenstelsel vielen. Met haar aanpassingen wil Keijzer ervoor zorgen dat de huur bij bepaalde woningen tóch omhoog kan, om verhuurders tegemoet te komen. De afgelopen tijd zijn namelijk veel woningen van de huurmarkt verdwenen. Verhuurders verkochten ze liever omdat ze er te weinig aan zouden kunnen verdienen.
‘Uit cijfers van het Kadaster blijkt dat in 2024 meer dan 30.000 huurwoningen zijn uitgepond,’ schrijft het ministerie van Keijzer. ‘Daarnaast zijn er ook nieuwe woningen bijgekomen, bijvoorbeeld door nieuwbouw. Onderaan de streep is de private huurmarkt in 2024 gekrompen met 413 woningen, terwijl het aanbod zou moeten groeien gezien de onverminderd grote vraag naar betaalbare huurwoningen.’
Woning fors duurder
Wethouders Zita Pels (Amsterdam, GroenLinks) en Dennis de Vries (Utrecht, PvdA) zeggen dat de voorstellen grote gevolgen hebben voor de betaalbaarheid van middenhuurwoningen. ‘In Amsterdam wordt bijvoorbeeld een kwart van de middenhuurwoningen fors duurder. Ook in Utrecht, met na Amsterdam de hoogste WOZ-waarden, gaan deze voorstellen grote consequenties hebben voor de betaalbaarheid van middenhuurwoningen.’
De wethouders vinden dat Keijzer onrust creëert door de plannen nu aan te passen: ‘Er is een breed gedragen oproep van gemeenten, investeerders en corporaties tot rust en stabiliteit in de huurregelgeving. Toch gaat de minister sleutelen aan de huurregelgeving, ze creëert daarmee onrust, maakt de wet nodeloos ingewikkelder en verslechtert de positie van toch al kwetsbare huurders.’
Dat die dure huurwoningen verkocht worden zou geen probleem hoeven zijn als we voldoende betaalbare huurwoningen bijbouwen. Daar zit het probleem. Als mw. Keijzer daarmee aan de slag gaat en zorgt dat de vereiste percentages aan sociale woningen overal gehaald worden gaat het de goede kant op. Desnoods door zelf de ontwikkeling en bouw van grootschalige bouwplannen op zich te nemen. Want de commerciele bouwers houden zich niet aan die percentages.
De regels hoeven nauwelijks veranderd te worden maar moeten eindelijk echt afgedwongen worden.