Woonwijken zijn nog onvoldoende voorbereid op extreme weersomstandigheden, zoals hitte, droogte en zware regenval. Experts trekken aan de bel en geven richtlijnen voor gemeentelijk beleid.
Een antwoord op het hittebestendig maken van wijken is zorgen voor meer groen in de openbare ruimte. Dat vertellen enkele wetenschappers op NOS.nl. Vergroening draagt bij aan een betere opvang en opslag van water als het hard regent. Tegels moeten daarom waar mogelijk in de openbare ruimte worden verruild voor bomen en ondergronds wateropvang.
‘Vertraging in de uitvoer’
Gemeenten zitten niet stil op dit vlak en werken hard aan het vergroenen en ontstenen van wijken en buurten. Dat doen ze zowel in buurten met bestaande woningen als bij nieuwbouwwijken. In 2020 hebben gemeenten afgesproken om projecten ‘klimaatadaptief’ uit te voeren, maar in de uitvoering gaat dat trager dan gepland. Bijvoorbeeld omdat niet duidelijk is welke instantie de verantwoordelijkheid heeft. ‘Waar water bijvoorbeeld door de gemeente wordt beheerd, is er in veel gemeenten geen instantie die verantwoordelijk is voor de aanpak van hitte,’ zo meldt de NOS.
Hittebestrijding ondergeschoven kindje
Een van de experts die aan de bel trekt is Jeroen Kluck, lector aan de Hogeschool van Amsterdam, hij doet onderzoek naar de hittebestendige stad. Hij zegt dat het niet snel genoeg gaat, omdat het ingewikkeld is en er tegelijk veel moet gebeuren op een klein stuk grond. Toch hoeft volgens hem hittebestrijding niet al te moeilijk te zijn. Een goede hittemaatregel is bijvoorbeeld het maken van schaduw door het plaatsen van (grote) bomen.
Drie richtlijnen voor gemeentelijk beleid
In een interview met het NOS Radio 1 journaal noemt Kluck drie richtlijnen voor gemeenten om een gebied meer hittebestendig te maken. De eerste is dat er op 300 meter afstand van iedere woning een ‘aangename en aantrekkelijke koele verblijfsplek’ ligt.
Kennisorganisatie Platform31 voerde voor deze richtlijn samen met de Hogeschool van Amsterdam recent het onderzoek ‘Gezonde koele buitenruimte in dichtbevolkte wijken’ uit. In het bijhorende rapport staan richtlijnen voor koelteplekken, die je als gemeente kunt gebruiken.
Ten tweede is het volgens Kluck belangrijk dat er een toereikend percentage schaduw is op belangrijke routes, waardoor belangrijke functies in de stad bereikbaar blijven. De richtlijn is minimaal 40 procent schaduw. Hetzelfde geldt voor het percentage groen per buurt, de derde richtlijn. Volgens Kluck moet ‘er zoveel groen en water zijn dat verdamping kan optreden en de gemiddelde luchttemperatuur wordt beperkt.’ Hoeveel dit precies is, verschilt per soort wijk en wordt nog nader onderzocht.
Regierol voor de VNG
Volgens Marian Stuiver, programmaleider Green Cities van de Wageningen Universiteit ‘wordt er vaak gewacht op het moment dat alles in één keer gedaan kan worden, zoals het aanplanten van bomen als de riolering vernieuwd wordt’. Ook ontbreekt het volgens deze expert aan regie. Zij ziet hier een rol weggelegd voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Geef een reactie