Op 1 januari 2023 waren er naar schatting ruim 30.000 mensen tussen de 18 en 65 jaar dakloos. Een jaar eerder waren dit er nog ongeveer 26.600, meldt het CBS. ‘Dat betekent dat de eerdere afname van het aantal daklozen is gestopt en is omgeslagen in een stijging’.
Met dit meest recente cijfer ligt het aantal daklozen weer ongeveer op hetzelfde niveau als in 2021. In 2009, toen het CBS met deze statistiek begon, waren er 17.800 mensen dakloos. Het CBS zelf is van mening dat het vanwege de onzekerheidsmarges te vroeg is om van een toename te spreken. ‘Sinds 2018 daalde het aantal daklozen tussen de 18 en 65 jaar steeds,’ zegt CBS-hoofdonderzoeker Tanja Traag. ‘Je kunt zeggen dat die daling nu is gestopt, of dat het aantal daklozen is gestabiliseerd.’
‘Erg zorgelijk en onacceptabel’
Demissionair staatssecretaris Van Ooijen (VWS) spreekt wel van een stijging van het aantal daklozen op basis van de CBS-cijfers en noemt die ‘erg zorgelijk, onacceptabel en het tegenovergestelde van wat we willen’. ‘De stijging komt helaas niet als een verrassing,’ vervolgt Van Ooijen. Dit geeft toont volgens hem aan hoe urgent het probleem van dakloosheid is. ‘Het is in lijn met wat ik de afgelopen maanden al heb aangegeven in diverse media. Het is bovendien een bevestiging van de signalen die ook veldpartijen de afgelopen periode hebben benoemd. Zij geven aan dat het aantal buitenslapers en mensen die zich melden voor opvang toeneemt.’
Nationaal Actieplan Dakloosheid
De staatssecretaris vermoedt dat ‘de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, een hoge inflatie en een nog steeds oververhitte woningmarkt nu duidelijk zichtbaar worden in de cijfers’. Eind 2022 lanceerde Van Ooijen Nationaal Actieplan Dakloosheid. Daarin zetten verschillende ministeries, gemeenten, zorgpartijen en woningcorporaties zich in om dakloosheid te voorkomen. Gemeenten en veldpartijen merken echter dat de aanpak van de problematiek weerbarstig is en dat de veranderingen tijd kosten.
‘Zwaar teleurgesteld’
Het Leger des Heils meldt zwaar teleurgesteld te zijn in de cijfers. De hulporganisatie roept het nieuwe kabinet op om zo snel mogelijk voor minstens 10.000 extra woonplekken voor daklozen te zorgen en daarnaast een structurele oplossing te vinden. ‘De formerende partijen praten dezer dagen over volkshuisvesting en moeten hier een topprioriteit van maken,’ aldus bestuursvoorzitter Harm Slomp. Volgens het Leger des Heils kan meer woonruimte worden gecreëerd door woningen te delen en leegstaande gebouwen te veranderen in woon-units.
G4: veel daklozen van niet-Nederlandse afkomst
Van de dakloze mensen staat ingeschreven in een van 4 grote steden (Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht). In de G4 heeft 80 procent van de dakloze mensen een niet-Nederlandse herkomst. In de rest van Nederland is dat 55 procent. In de grote steden zijn er relatief veel dakloze mensen die zelf buiten Europa geboren zijn (42 procent), of van wie minstens één ouder buiten Europa is geboren (28 procent). Buiten de G4 is dit 29 en 16 procent.
Lang niet iedereen geregistreerd
Begin 2023 waren er ongeveer 9.000 dakloze mensen terug te vinden in registraties. Dit zijn bijvoorbeeld mensen met een postadres bij een opvang, met een bijstandsuitkering voor adresloze personen of dakloze mensen die in aanraking kwamen met de reclassering. Sinds 2020 schommelt het aandeel geregistreerde daklozen rond de 30 procent. Van 2011 tot en met 2018 was dit gemiddeld 25 procent.
Niet alle dakloze mensen zijn terug te vinden in die registraties, omdat ze niet altijd gebruikmaken van voorzieningen of in aanraking komen met instanties. Van deze minder zichtbare dakloze, zoals degenen die bij vrienden of familie verblijven of buitenslapers, maakt het CBS een schatting. Dit geschatte aantal is relatief gezien wat afgenomen over de jaren.
De schattingsmethode is ontwikkeld om (deels) verborgen groepen in kaart te brengen en is alleen toepasbaar op mensen die in administratieve bronnen zouden kúnnen voorkomen. Dit betekent dat bijvoorbeeld mensen zonder geldige verblijfsvergunning of mensen die vanwege hun leeftijd geen bijstandsuitkering ontvangen (jonger dan 18 of ouder dan 65 jaar), niet worden meegerekend in het aantal dakloze mensen.
Kritiek
Vorig jaar hadden opvangorganisaties al kritiek op de dakloosheidscijfers van het CBS, die toen een afname lieten zien. Volgens hen nam het aantal daklozen in de praktijk juist toe, vooral onder jongeren onder de 18 jaar en 65-plussers. De organisaties pleitten toen voor een andere telmethode.
Ook nu zegt branchevereniging Valente in een reactie ‘dat het tijd is om het aantal dakloze mensen echt te gaan tellen’. Het nieuwe kabinet zou gemeenten volgens de vereniging moeten vragen om voor 2026 de aantallen concreet te hebben. Valente noemt het wel positief dat meer daklozen in registraties te vinden zijn.
De VNG, het ministerie van VWS, het CBS en Valente werken aan een nieuwe Monitor Dakloosheid, om dakloosheid structureel te kunnen monitoren.
Albert van Eisden says
Mede dankzij het vrije verkeer in Europa.