Door de coronacrisis wordt de groep mensen met financiële zorgen groter en diverser, zo is de verwachting. Kennisorganisatie Platform31 deed onderzoek naar het effect op lokaal beleid als het gaat om armoede en schuldenproblematiek. De organisatie zet de belangrijkste kansen, uitdagingen en dilemma’s op rij.
De precieze gevolgen van de coronacrisis op het lokale armoede- en schuldenbeleid zijn nog niet bekend. Toch kunnen gemeenten zich volgens Platform31 al voorbereiden op een toename aan problematiek. Er belanden naar verwachting meer en andere groepen in de schulden en armoede. Denk aan zelfstandigen die inkomsten verliezen en aan jongeren of flexwerkers die zonder werk komen te zitten.
De kennisorganisatie deed in opdracht van de G40 onderzoek naar de belangrijkste kansen, uitdagingen en dilemma’s voor lokale beleidsmakers op het gebied van armoede en schulden. De toename heeft namelijk gevolgen voor gemeenten. ’Dit vraagt lokale beleidsmakers die zich bezighouden met armoede- en of schuldenproblematiek opnieuw na te denken over het beleid. Waar kan bestaand beleid doorgezet worden en waar moeten prioriteiten verlegd worden?’
Sneller, groter, slimmer
De organisatie verzamelde tot en met oktober 2020 informatie en hield interviews met experts. Het resultaat is een uitgebreid rapport en een beknopte samenvatting. Hierin worden vier thema’s behandeld: het bestrijden van armoede, preventie en vroegsignalering, sociale incasso, en effectieve schuldhulp. Bij ieder thema wordt de opgave voor gemeenten benoemd. Net als de belangrijkste stappen, kansen en dilemma’s. In de kern draait het vooral om het versnellen, opschalen en slimmer maken van bestaand en voorgenomen armoede- en schuldenbeleid.
De opgave bij armoedebestrijding is te voorkomen dat door geldgebrek langdurige effecten optreden op het gedrag en andere leefdomeinen. Wat kun je daarvoor als gemeente doen? Zorg dat minimavoorzieningen echt hun weg vinden, maar ook voor omscholing en begeleiding naar werk. Voorkom grote schoolachterstanden onder kinderen en jongeren in armoede.
Diverse doelgroepen
Aandacht is bijvoorbeeld nodig voor diversiteit. Zo vragen niet-vrijwillige zelfstandigen een andere aanpak dan zelfstandigen die voorheen een hoog inkomen hadden. Of zet in op het vergroten van het gebruik van minimavoorzieningen specifiek onder werkende armen. Verspreid informatie over de minimaregelingen via werkgevers of vergroot de vindbaarheid online.
Daarnaast kun je inzetten op omscholing richting kansrijke sectoren, investeren in coaching en in de begeleiding van bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Benut ook de inzichten van ervaringsdeskundigen en jongeren in het vormen van nieuw beleid. En gebruik de ontvangst van een laptop of andere studiemiddelen die gezinnen ontvingen aan het begin van de coronacrisis als ingang voor verder contact.
Beperkte mogelijkheden
Als mogelijk dilemma bij dit thema noemt de kennisorganisatie de beperkte sturingsmogelijkheden van gemeenten op het gebied van armoede. Armoede wordt voor een groot deel bepaald door rijksbeleid. Bijvoorbeeld de hoogte van het sociaal minimum. Of macrofactoren spelen een rol, zoals de ontwikkeling van de werkgelegenheid.
Sanne says
Met veel bombarie zet de (landelijke) overheid in op armoedebestrijding en schuldenbeleid: allerlei dingen worden bedacht. Maar er wordt ontzettend hard gezwegen over de verlaging van de bijstandsuitkering, die sinds 2012 in is gezet. Hoe valt dit te rijmen met armoedebestrijding: de uitkering verlagen aan de ene kant en aan de andere kant regelingen en/of voorzieningen bedenken?
Daarbij zijn de bedenkers van de regelingen in hun persoonlijke situatie voorzien van een (verhoudingsgewijs) goed gevulde portemonnee c.q. bankrekening, waardoor het tóch een stuk lastiger is om je te kunnen voorstellen hoe een alleenstaande van 1057 euro per maand kan rondkomen zonder zorg-en/of huurtoeslag mee te tellen.
Extra inkomensondersteunende voorzieningen zijn er vrijwel niet voor het gros van uitkeringsgerechtigden: immers, als je tussen de 21 en 65 jaar oud bent, is het overheidsbeleid (uit de koker van Rutte) erop gericht dat iemand geen ‘voordeeltjes’ mag ontvangen, omdat je anders niet voldoende zou doen om uit de uitkering te komen. Dat je zodoende geen ruimte hebt om contributie te betalen voor een sportclub wordt genegeerd. Of neem de situatie dat je, met behoud van uitkering, ergens werkervaring opdoet, dan niet mee kunt met de (tijdelijke) collega’s naar het bedrijfsrestaurant om daar te eten: zo kun je dus ook niet ‘meedoen’ en mis je dé kans om sociale vaardigheden te laten zien dan wel op te doen buiten het werk.
Daarnaast val je als alleenstaande ‘sneller’ buiten de boot als het gaat om kwijtschelding van waterschap-en/of gemeentelijke belastingen.
Om over de schuldhulpverlening en/of het schuldenbeleid nog maar te zwijgen: al tientallen jaren wordt er gesleuteld aan ‘verbeteringen’. In 2003 kon iemand nog 8 à 9 maanden wachten op een wachtlijst alvorens opgeroepen te worden voor een intake-afspraak. Deze wachttijd zal niet meer zo vaak voorkomen, maar in veel gemeenten is er nog altijd sprake van een wachttijd. Daarnaast is er een hoog verloop van medewerkers, onder andere doordat er externen ingehuurd worden.
Preventie is een veelgenoemde instrument om mensen uit de armoede te houden: mensen moeten hun gedrag maar aanpassen om uit de financiële ellende te blijven. Maar hoe kun je met preventie armoede voorkomen, als in de praktijk blijkt dat het met een bijstandsuitkering na ca. 2 jaar niet meer mogelijk is om maandelijks te reserveren, de zorgkosten lastig betaald kunnen worden.
Zolang de regeling van kracht blijft om de bijstandsuitkeringen te verlagen, blijven mensen in de financiële problemen komen zonder dat hen dat verweten kan worden. Want de kosten van het dagelijkse leven blijven stijgen, maar de uitkeringsbedragen blijven achter, helaas … .
Carla says
Je hebt helemaal gelijk Sanne, en vergeet ook het gedrocht de kostendelersnorm niet.
Kinderen moeten maar het bedrag wat je te kort komt maar bijpassen, leuk als ze een 0 uren contract hebben of helemaal geen werk.