Op 10 december vieren we de mensenrechten. Alle landen van de VN, op 9 na, aanvaardden op deze dag in 1948 de Universele verklaring van de rechten van de mens. Nu moet gezegd worden dat die verklaring geen bindende kracht heeft, maar de 60 rechten die erin staan zijn in de loop der tijd wel een internationaal moreel kompas geworden.
– COLUMN – Yvet Bommeljé
Een knap staaltje om met zoveel verschillende landen over zulke fundamentele zaken overeenstemming te krijgen. En belangrijk om periodiek te toetsen of we nog steeds begrijpen wat de betekenis is in onze eigen context, hoe we er misschien nog betere invulling aan kunnen geven. Laten we eens kijken naar enkele minder bekende mensenrechten.
Artikel 22 ‘Een ieder heeft als lid van de gemeenschap recht op maatschappelijke zekerheid en heeft er aanspraak op, dat door middel van nationale inspanning en internationale samenwerking, en overeenkomstig de organisatie en de hulpbronnen van de betreffende Staat, de economische, sociale en culturele rechten, die onmisbaar zijn voor zijn waardigheid en voor de vrije ontplooiing van zijn persoonlijkheid, verwezenlijkt worden.’
Artikel 23 ‘Een ieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid. Een ieder, zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor gelijke arbeid. Een ieder, die arbeid verricht, heeft recht op een echtvaardige en gunstige beloning, welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan verzekert, welke beloning zo nodig met andere middelen van sociale bescherming zal worden aangevuld.’
Artikel 25 ‘Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil.’
Op 10 december of, misschien nog beter, op de kerstbijeenkomst van gemeente, ministerie, provincie, uitvoeringsorganisatie of maatschappelijke partner kunnen we het erover hebben hoe wij in ons beleid en in onze uitvoeringspraktijk hier gestalte aan willen geven. De ontwikkelingen geven daar alle aanleiding voor.
Geef een reactie