Bij 1 op de 3 mensen met wie contact ontstaat op basis van een vroegsignaal bij schulden, accepteert hulp. Hoe vaker gemeenten contact zoeken, hoe groter de kans dat inwoners bereikt worden. Dit blijkt uit een analyse van Divosa over vroegsignalering in de eerste helft van 2024.
Het idee achter vroegsignalering is dat gemeenten snel in contact kunnen treden met een huishouden dat de rekening niet op tijd betaalt. Op die manier kunnen ze hulp bieden. ‘Vroegsignalering kan daarmee een succesvol middel zijn om het bereik van schuldhulpverlening onder de 726.000 Nederlanders met problematische schulden te vergroten,’ zo schrijft Divosa in de Monitor Vroegsignalering Schulden.
Meer meldingen
In het eerste half jaar van 2024 ontvingen gemeenten in totaal 416.000 signalen van verhuurders, zorgverzekeraars en energie- en drinkwaterbedrijven. De betalingsachterstanden bij zorgverzekeraars vormden 41 procent van het totaal, wat nagenoeg gelijk is aan het jaar ervoor.
Signalen van verhuurders en energiebedrijven zijn elk 20 procent van het totaal. Zo’n 18 procent van de meldingen werd gedaan door drinkwaterbedrijven. In dezelfde periode vorig jaar kwam dit nog uit op 9 procent.
Sinds het tweede kwartaal van 2023 wordt ook bijgehouden als de energie bij een huishouden dreigt te worden afgesloten (‘eindeleveringssignalen’). Een kwart van de energiesignalen van het afgelopen jaar is een eindeleveringssignaal; iets meer dan de 22 procent in 2023.
Het totaal aantal signalen steeg met 11 procent. De verwachting is dat in 2024 voor het eerst het aantal van 1 miljoen signalen per jaar wordt gehaald.
Aanpak gemeenten
Divosa nam de vroegsignaleringsaanpak van gemeenten onder de loep in de monitor. Een meerderheid van de gemeenten is positief over wat vroegsignalering oplevert. Zo vindt 59 procent het succesvol, 2 procent noemt het ‘zeer succesvol’. Om de situatie werkbaar te houden, hanteert 64 procent van de gemeenten een drempelbedrag als het gaat om betaalachterstand. Gemiddeld is dat 75 euro.
Bereik
Er zijn verschillen in de aanpak van gemeenten en de middelen die ze hiervoor inzetten. Maar de ene manier is niet beter of slechter voor het bereik, aldus Divosa. Hoe vaker een gemeente met een inwoner contact zoekt, hoe groter de kans op succes is. Standaard een brief of mail als eerste contactpoging is een relatief eenvoudig middel dat goed lijkt te werken. Ook blijkt een persoonlijk bericht via WhatsApp succesvol.
Succesvol contact
Er zijn gemiddeld 4,3 vroegsignalen per 1000 inwoners. Bij 1 op de 5 meldingen resulteert dit in succesvol contact en bij 1 op de 3 van het bereik leidt tot hulpacceptatie. Ruim een kwart van de gemeenten (28 procent) probeert ook ‘s avonds contact te leggen met inwoners, telefonisch of door langs te gaan. Huisbezoeken in het weekend komen bijna niet voor. ‘Veel hangt af van de tijd en capaciteit die in een gemeente beschikbaar zijn,’ aldus de onderzoekers. Op dit moment loopt ook een wettelijke evaluatie naar vroegsignalering, die in februari volgend jaar klaar is.
BRP-koppeling
Onder gemeenten maakt 46 procent gebruik van een koppeling met de Basisregistratie Personen (BRP) waarbij er een automatische controle plaatsvindt of iemand daadwerkelijk in de gemeente woont. Met name de gemeenten groter dan 50.000 inwoners maken hier gebruik van. De helft van de gemeenten met BRP-koppeling controleert standaard de uitgevallen signalen.
Extra geld en verbeterplan
Het kabinet stelt 20 miljoen euro extra per jaar beschikbaar voor vroegsignalering en werkt aan een verbeterplan samen met gemeenten en andere organisaties. Mensen met problematische schulden moeten eerder in beeld komen, vindt het kabinet. Als een gemeente op tijd een signaal krijgt over een betaalachterstand, kunnen inwoners geholpen worden voordat problemen zich opstapelen.
Geef een reactie